Plan: | Vlietlocatie |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0556.BpVliet-VA01 |
het bestemmingsplan De Vlietlocatie van de gemeente Maassluis met identificatienummer NL.IMRO.0556.BpVliet-VA01
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
Een beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet zijnde prostitutie, die in hoofdzaak niet publieksaantrekkend is en die door de hoofdbewoner op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning haar woonfunctie behoudt en desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de hoofdfunctie.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.
onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische sporen en relicten.
archeologisch vooronderzoek kan bestaan uit locatiegericht bureauonderzoek, booronderzoek, geofysisch prospectieonderzoek, het graven van proefsleuven of een combinatie daarvan. De verschillende vormen van onderzoek worden verricht door een erkende partij en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificaties in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). De resultaten van het onderzoek worden weergegeven en geïnterpreteerd in een rapport. Op basis daarvan beoordeelt de gemeente of een omgevingsvergunning kan worden verleend.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied aanwezige archeologische sporen en relicten.
werken en werkzaamheden, genoemd onder Artikel X, waarvan mag worden aangenomen dat zij het bodemarchief kunnen aantasten.
de ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen. Opgravingen worden verricht door een erkende partij, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificatie in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk bouwen, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat boven 100% van het vloeroppervlak een plafondhoogte van ten minste 2,4 m aanwezig c.q. mogelijk is. Een kap-schuin dakvlak, vliering, zolder, souterrain en onderhuis worden hieronder niet begrepen.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
Een voorziening voor de huisvesting van personen die bij hun normale dagelijks functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals bejaarden of gehandicapten.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
een geluidszone zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege het gezoneerd industrieterrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.
een gebouw of gedeelte daarvan dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkste is.
Een onderneming gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
één persoon dan wel twee of meer personen, die duurzaam met elkaar samenleven, dan wel een daarmee vergelijkbare samenstelling die gebruik maken van gezamenlijke voorzieningen.
Een voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit), en voor zover de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt en voor zover deze activiteiten een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
Voorziening inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, levensbeschouwing, religie, onderwijs, kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, sport, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren.
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
Onder ondergeschikte bouwonderdelen worden o.a. verstaan: plinten, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, schoorstenen, warmte installaties, antennes, gevel- en kroonlijsten, luifels en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en ten hoogste één gesloten wand.
de Staat van Horeca-activiteiten die landelijk erkend wordt.
kleinschalige bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, prullenbakken, waterfonteintjes, speeltoestellen en reclameobjecten, alsmede telefooncellen en abri's.
detailhandel in de volgende categorieën:
de naar de weg gekeerde gevel van ene gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt.
en complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting uitsluitend bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, dan wel voor een met een huishouden gelijk te stellen minder traditionele woonvorm.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
ondergeschikte bouwonderdelen: bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, bestemmings- en aanduidingsgrenzen niet meer dan 1,5 meter bedraagt.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN2580.
De voor "Detailhandel" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | 1 m; |
van erf- en terreinafscheidingen elders | 3 m; |
van lichtmasten en vlaggenmasten | 6 m; |
van vrijstaande antenne-installaties anders dan ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder techniekkast | 15 m; |
van vrijstaande antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes | 5 m; |
van antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantenne-installaties, die op of aan bouwwerken worden gebouwd | 5 m; |
van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd | 3 m; |
van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
De voor "Gemengd - 5" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
a. | van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | 1 m; |
b. | van erf- en terreinafscheidingen elders | 3 m; |
c. | van lichtmasten en vlaggenmasten | 6 m; |
d. | van vrijstaande antenne-installaties anders dan ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder techniekkast | 15 m; |
e. | van vrijstaande antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes | 5 m; |
f. | van antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantenne-installaties, die op of aan bouwwerken worden gebouwd | 5 m; |
g. | van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd | 3 m; |
h. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel gelden de volgende regels:
De voor 'Gemengd - 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
a. | van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | 1 m; |
b. | van erf- en terreinafscheidingen elders | 3 m; |
c. | van lichtmasten en vlaggenmasten | 6 m; |
d. | van vrijstaande antenne-installaties anders dan ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder techniekkast | 15 m; |
e. | van vrijstaande antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes | 5 m; |
f. | van antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantenne-installaties, die op of aan bouwwerken worden gebouwd | 5 m; |
g. | van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd | 3 m; |
h. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel gelden de volgende regels:
De voor "Verkeer-Verblijfsgebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen -1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
a. | van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | 3 m; |
b. | van erf- en terreinafscheidingen elders | 3 m; |
c. | van lichtmasten en vlaggenmasten | 6 m; |
d. | van vrijstaande antenne-installaties anders dan ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder techniekkast | 15 m; |
e. | van vrijstaande antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes | 5 m; |
f. | van antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantenne-installaties, die op of aan bouwwerken worden gebouwd | 5 m; |
g. | van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd | 3 m; |
h. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 m. |
Op de gronden met de bestemming 'Wonen - 1' is - in samenhang daarmee - ook het gebruik toegestaan van gedeelten van hoofdgebouwen, inclusief aan- en uitbouwen, voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover:
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de aldaar geldende bestemmingen - tevens bestemd voor bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming, zoals in lid 8.1 bedoeld, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of de aanwezige behoudenswaardige archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
Het bepaalde in lid 8.2.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 2 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 8.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 8.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie - 4' aangewezen gronden zijn - behalve voor de aldaar geldende bestemmingen - tevens bestemd voor bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming, zoals in lid 9.1 bedoeld, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of de aanwezige behoudenswaardige archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 4 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 9.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 9.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie - 6' aangewezen gronden zijn - behalve voor de aldaar geldende bestemmingen - tevens bestemd voor bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming, zoals in lid 10.1 bedoeld, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of de aanwezige behoudenswaardige archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
Het bepaalde in lid 10.2.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 6 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 10.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 10.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie - B' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van het beschermd stadsgezicht.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie - C' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van het beschermd stadsgezicht.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de aldaar geldende bestemmingen - tevens bestemd voor dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering en de bescherming van deze waterkerende functie.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 13.2, onder b:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bouwvlakken mogen in afwijking van hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie 1' en 'geluidszone - industrie 2' gelden de volgende regels:
In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone- molenbiotoop' de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 17.2.1, indien de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege aanwezige bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing.
indien op grond van hoofdstuk 2 een lagere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge lid 17.2.1 en17.2.2 prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte van hoofdstuk 2.
Het is verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor beplanting met een hogere hoogte dan op basis van lid 17.2.1 en 17.2.2 toegestane bouwhoogte. Ten aanzien van beplanting is het bepaalde in lid 17.2.3 niet van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 17.2.4, indien de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege aanwezige bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing.
De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de Bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afgeweken kan worden - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels in het plan voor:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, met dien verstande dat de overschrijdingen niet meer mogen bedragen dan 3 m en het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door voor een of meer bestemmingsvlakken de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 4 geheel of gedeeltelijk te verwijderen of uit te breiden, indien:
De wettelijke regelingen, waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's dient in voldoende mate ruimte te zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Hierbij gelden de parkeernormen, zoals vastgelegd in de 'Beleidsregels Parkeren Maassluis 2012'.
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Hierbij gelden de voorwaarden, zoals vastgelegd in de 'Beleidsregels Parkeren Maassluis 2012'. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd dient rekening te worden gehouden met de wijziging.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.1 en 22.2:
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Vlietlocatie'.