direct naar inhoud van Regels
Plan: 1e partiële herziening De Dijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0556.88HZDeDijk-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan '1e partiële herziening De Dijk', met identificatienummer NL.IMRO.0556.88HZDeDijk-VA01, van de gemeente Maassluis;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij horende bijlagen;

1.3 bestemmingsplan 'De Dijk'

het bestemmingsplan 'De Dijk' met identificatienummer NL.IMRO.0556.88BPDeDijk-VA01;

1.4 partiële herziening

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in dit bestemmingsplan met bijbehorende regels.

Artikel 2 Relatie bestemmingsplan - partiële herziening

  • a. De regels behorende bij het bestemmingsplan 'De Dijk' met identificatienummer NL.IMRO.0556.88BPDeDijk-VA01 zijn onverminderd van toepassing voor de onderhavige partiële herziening, tenzij in deze partiële herziening ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Bedrijventerrein' anders wordt bepaald.
  • b. Als een artikel of (sub)lid wordt toegevoegd vervangt dat niet een eventueel bestaand artikel of (sub)lid, tenzij expliciet is aangegeven dat het bestaande artikel of (sublid) is verwijderd of wordt gewijzigd/ vervangen. Bestaande artikelen verschuiven en worden vernummerd.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Herziening planregels

Voor dit plan geldt dat het bepaalde in het bestemmingsplan 'De Dijk', zoals is vastgesteld door de gemeenteraad van Maassluis op 16 juli 2019, onverkort van toepassing is, met dien verstande dat de volgende wijzigingen en aanvullingen in de regels (zie Bijlage 1) zijn aangebracht:

3.1 Hoofdstuk 1, inleidende regels, begrippen
3.1.1 Wijzigingen in 'Begrippen'
  • a. het lid 1.30 komt te vervallen:
    • 1. 1.30 met als titel 'gevellijn' dat luidt als volgt:
      'de als zodanig aangeduide lijn, waarop de voorgevel van een hoofdgebouw moet zijn georiënteerd;'
  • b. het lid 1.51 komt te luiden:
    • 1. 1.51 met als titel 'voorgevel' dat luidt als volgt:
      'de naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt'

3.2 Hoofdstuk 2, bestemmingen
3.2.1 Wijzigingen in bestemming 'Bedrijventerrein'
  • a. Artikel 4.2.2 sub b komt te vervallen;
  • b. Lid 4.2.2 wordt aangepast (toevoeging geel gearceerd) en komt als volgt te luiden:

a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
b. het bebouwingspercentage van een bouwperceel bedraagt ten hoogste 80%;
c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten minste de ter plaatse van de aanduiding 'minimum bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
d. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
e. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 2 m;
f. ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding – hoogteaccent - 1', één hoogteaccent conform bijbehorende planregels;
g. ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding – stedenbouwkundig accent', is één hoogteaccent verplicht conform bijbehorende planregels;
h. in afwijking van het bepaalde onder c. en d. is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – hoogteaccent – 1' één hoogteaccent verplicht met dien verstande dat:
1. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten minste 15 m;
2. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 30 m;

Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op verblijf als de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  • b. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
  • c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Gebouwen mogen niet worden gebouwd.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag maximaal 3 meter bedragen.

 

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid a. met maximaal 10%.
  • c. Lid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in lid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Lid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Dit bestemmingsplan kan worden aangehaald onder de titel bestemmingsplan ´1e partiële herziening De Dijk´ van de gemeente Maassluis.