direct naar inhoud van 5.6 Archeologie
Plan: Dijkpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0556.72BPDijkpolder-0002

5.6 Archeologie

In de gemeente Maassluis liggen unieke archeologische waarden. Samen vormen zij het bodemarchief. Dit bodemarchief is van groot maatschappelijk belang, omdat voor de geschiedschrijving de samenleving voor het merendeel afhankelijk is van archeologisch onderzoek. Pas voor de periode vanaf de late middeleeuwen kan nu ook in digitale archieven en bibliotheken worden gekeken. Tegelijkertijd faciliteert het bodemarchief als onderdeel van de ondergrond allerlei ruimtelijke functies die verband houden met wonen, werken en recreëren. Deze functies gaan niet altijd goed samen met het streven naar behoud en een goed beheer van het bodemarchief. Archeologische waarden zijn namelijk gevoelig voor bodemingrepen, zoals ploegen, heien, graven en veranderingen in het waterpeil. Daarom is het noodzakelijk dat de gemeente in het ruimtelijk beleid waarborgen inbouwt, zodat belangrijke archeologische waarden zoveel mogelijk worden ontzien dan wel, indien dit om redenen van zwaarder wegende maatschappelijke belangen niet mogelijk is, worden veiliggesteld door middel van professionele archeologische opgravingen.

De gemeente wil met het archeologiebeleid bereiken dat bij ruimtelijke ontwikkelingen zorgvuldig wordt omgegaan met archeologische waarden, zodat deze waar mogelijk behouden blijven voor toekomstige generaties.

Samenvattend liggen in Maassluis op twee niveaus archeologische waarden, te weten:

  • 1. nederzettingen en andere vindplaatsen uit de ijzertijd (vanaf circa 800 voor Chr.) tot en met de late middeleeuwen (tot circa 1500 na Chr.) op en in de nabijheid van de oudere geulafzettingen van het Laagpakket van Walcheren;
  • 2. nederzettingen en andere vindplaatsen uit de periode vanaf de late middeleeuwen (vanaf circa 1200 na Chr.) tot en met de nieuwe tijd (tot circa 1900 na Chr.) langs de dijken en vlieten.

Gemeenten zijn op grond van artikel 38a van de gewijzigde Monumentenwet verplicht om bij het vaststellen van bestemmingsplannen en het bestemmen van gronden, rekening te houden met het behoud van archeologische waarden. Ten behoeve hiervan heeft de gemeente een archeologische beleidskaart ontwikkeld die het instrument vormt voor de uitvoering van het gemeentelijk archeologiebeleid in het kader van de besluitvorming bij ruimtelijke plannen. Het plangebied is op de gemeentelijke beleidskaart aangeduid als gebied met deels een hoge en deels een middelhoge verwachtingswaarde.

afbeelding "i_NL.IMRO.0556.72BPDijkpolder-0002_0033.jpg"

Bij de vertaling naar planregels is rekening gehouden met het archeologisch belang, met het verstorende effect van de verschillende soorten bodemingrepen op het bodemarchief en met de diepteligging van archeologische waarden. Op basis hiervan zijn afwijkingscriteria geformuleerd met betrekking tot omvang van het plangebied en de diepte van de te verrichten bodemingrepen.

De ontwikkeling van het woongebied Dijkpolder tast de mogelijk aanwezige archeologische waarden aan. Deze waarden kunnen niet altijd in de bodem behouden blijven. Opgraving betekent wel dat meer over het gebied geleerd kan worden en dat dit aan een groter publiek bekend kan worden gemaakt. Voor het aspect archeologie is vanwege de geldende verwachtingswaarden in het bestemmingsplan een dubbelbestemming opgenomen. Deze dubbelbestemming houdt in dat voor het bouwen van bouwwerken of het uitvoeren van werkzaamheden groter dan 100 m² of dieper dan 40 cm voorafgaand aan de werkzaamheden door middel van een archeologisch onderzoek dient te worden aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden door de werkzaamheden worden geschaad. Daarmee staat archeologie de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.