direct naar inhoud van 2.3 Woningbouwontwikkeling Dijkpolder
Plan: Dijkpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0556.72BPDijkpolder-0002

2.3 Woningbouwontwikkeling Dijkpolder

De Dijkpolder zal de komende jaren worden getransformeerd tot een woningbouwlocatie. In totaal zullen in het plangebied circa 1.750 woningen gerealiseerd worden. Ook zullen in het woongebied diverse functies gerealiseerd worden. In deze paragraaf wordt de ontwikkeling, waarvan de 1e fase met dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, toegelicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0556.72BPDijkpolder-0002_0008.png"

Impressie woningbouwlocatie (bron: Masterplan)

2.3.1 Hoofdstructuur

Inleiding

Het masterplan, dat de basis is voor de ontwikkeling van het woongebied Dijkpolder, haalt de inspiratie voor de hoofdstructuur van het plan uit de ontginningsstructuur van de Hollandse polders. Het plan combineert de bestaande kwaliteiten, de ontstaansgeschiedenis en de woonkwaliteit. Ook in de beeldtaal is inspiratie gezocht in de polder. Elementen als onregelmatige kavels in een regelmatig patroon, knotwilgen, bomenlanen, bruggetjes, hekken, rietkragen en doorzichten worden toegepast in het nieuwe woongebied.

De Hollandse polderstructuur is ontstaan door de ontginning van woeste grond. Haaks op een opgeworpen dijk werden sloten gegraven die voor afwatering zorgden, maar die ook de percelen definieerden. De dijk fungeerde als ontwikkelingsas, waar in de loop van de tijd bebouwingslinten op ontstonden.

Dit principe is ook herkenbaar in de bestaande Dijkpolder en zal in de nieuwe ontwikkeling ook toegepast worden. Achter het bestaande lint van de Weverskade worden drie nieuwe linten gecreëerd, met elk hun eigen karakter. Dat betekent, dat de nieuwe wijk gestructureerd wordt aan de hand van 4 linten: de Weverskade, de 2e Weverskade, het Onderlint en het Bovenlint.

afbeelding "i_NL.IMRO.0556.72BPDijkpolder-0002_0009.jpg"

Linten (bron: Masterplan)

Weverskade

Dit bestaande lint is opgebouwd uit drie lagen, het voorhuis, de stallen en de bestaande schuren. De huidige bebouwing past in deze structuur. Gebaseerd op deze structuur zullen op verschillende plekken woningen worden toegevoegd, waardoor de structuur van de Weverskade wordt versterkt. Groen en water blijven de belangrijkste kwaliteiten.

2e Weverskade

Door het aanleggen van een nieuw lint achter de bestaande Weverskade, wordt getracht de kwaliteiten van het bestaande lint zo ver mogelijk het nieuwe woongebied in te trekken. Door de huidige opgangen door te trekken en doorsteken te maken naar het nieuwe lint ontstaat een dubbele structuur. Deze verbindingen zullen in de eindsituatie alleen toegankelijk zijn voor langzaam- en bestemmingsverkeer. Het nieuwe lint kenmerkt zich door ruime kavels, smalle wegen en een dichte begroeiing.

Onderlint

Het Onderlint loopt door een waterrijk deel van het woongebied. Het lint is op twee plaatsen verbonden met de hoger gelegen Maasdijk. Belangrijke kwaliteit van het Onderlint is de openheid. Het lint ligt op een dijk tussen twee sloten, waarbij vanaf het lint verschillende eilanden met woningen te bereiken zijn. In het gebied rondom het Onderlint liggen zoveel mogelijk woningen aan het water.

Bovenlint

Het Bovenlint ligt parallel aan de A20. In tegenstelling tot het Onderlint heeft de omgeving van dit lint een meer intiem en groen karakter. Hier zijn dan ook minder waterlopen. De beëindiging van het Bovenlint aan de noordzijde wordt gevormd door een geluidswal. In het Bovenlint liggen de woningen zo veel mogelijk direct aan het groen, waarbij de woonkwaliteit wordt bereikt door de aanleg van lanen, hoven en brinken.

Groen- en waterstructuur

De lintstructuren, met name het Onder- en Bovenlint, vormen belangrijke dragers van de groen- en waterstructuur in de wijk. Haaks op de linten komen lange doorlopende lanen. Deze lanen volgen de richting van de oude polderverkaveling. Tussen het Onder- en Bovenlint wordt de voornaamste waterstructuur aangelegd. Deze loopt vanaf de Westgaag naar een nieuw te bouwen uitslaggemaal aan de Weverskade, dat ter plaatse van de zuidelijke ontsluiting gerealiseerd wordt. Naast de technische noodzaak wordt het water ingezet om ruimtelijke kwaliteit te bieden binnen de woonwijk.

Belangrijk onderdeel van en randvoorwaarde voor de ontwikkeling van de Dijkpolder is de geluidswering van de A20. Deze wordt uitgevoerd in de vorm van een geluidswal met een hoogte van circa 10 m. Deze geluidswal maakt onderdeel uit van de groenstructuur en wordt als groen element onderdeel van het woongebied. Ook het gebied tussen het woongebied en het bedrijventerrein Transportcentrum A20 maakt onderdeel uit van de hoofdgroenstructuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0556.72BPDijkpolder-0002_0010.png"

Groen- en waterstructuur (bron: Masterplan)

Perceelstructuur

Zoals hierboven beschreven zijn de groen- en waterstructuur belangrijke pijlers waarop de kwaliteit van het plangebied rust. Deze structuren vormen het raamwerk van de ontwikkeling van de Dijkpolder. Binnen deze structuren ontstaat een 'patchwork' van grote en kleine bouwvelden. Deze bouwvelden worden aangesloten op de ontsluitingsstructuur. Door het gebruik van deze structuur ontstaat flexibiliteit in de ontwikkeling van de percelen. De bouwvelden kunnen als zelfstandige gebieden worden ontwikkeld, waardoor een gefaseerde kleinschalige ontwikkeling plaatsvindt en kan worden gestuurd op de marktvraag.

afbeelding "i_NL.IMRO.0556.72BPDijkpolder-0002_0011.jpg"

Perceelsstructuur (bron: Masterplan)