direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen
Plan: Dijkpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0556.72BPDijkpolder-0002

Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in grondgebonden woningen daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'water', tevens de hoofdwaterstructuur;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, water, groen en toegangswegen.

14.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

14.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. het aantal woningen niet meer bedraagt dan ter plaatse van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • b. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b bedraagt de goothoogte van hoofdgebouwen op meer dan 5 m van de voorgevel van het hoofdgebouw ten hoogste 6 m;
  • d. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 9 m;
  • e. dakkapellen zijn toegestaan voor zover:
    • 1. de afstand tot de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de afstand tot de dakvoet 0 m of ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;
    • 4. de breedte van dakkapellen aan de voorkant van het hoofdgebouw of aan de zijkant gericht op openbaar gebied ten hoogste 60% van het dakvlak bedraagt, met een maximum breedte van 3,5 m;
  • f. de inhoud van de woning, inclusief aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 1.000 m³;
  • g. de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt 0 of ten minste 2 m;
  • h. de afstand tussen niet aaneengebouwde woningen bedraagt ten minste 4 m.

14.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • b. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • c. de diepte van aan- en uitbouwen, gemeten vanuit de gevel van het hoofdgebouw waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 2,5 m;
  • e. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • f. het gezamenlijk oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 50 m².

14.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:

a.   van erf- en terreinafscheidingen   2 m;  
b.   van lichtmasten en vlaggenmasten   6 m;  
c.   van vrijstaande antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie   5 m;  
d.   van antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie die op of aan bouwwerken worden gebouwd   5 m;  
e.   van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   2,5 m.  

14.3 Afwijken van de bouwregels
14.3.1 Afwijken ten behoeve van inhoud van woningen

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.1 onder f en een inhoud van de woning vergroten, mits:

  • a. het bouwperceel voor niet meer dan 65% wordt bebouwd;
  • b. stedenbouwkundig inpasbaar is in het lint.

14.3.2 Afwijken ten behoeve van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.2 onder f en een gezamenlijk oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen van maximaal 150 m² toestaan, mits:

  • a. het gezamenlijk oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet meer dan 50% van het zij- en achtererf bedraagt;
  • b. het stedenbouwkundig inpasbaar is in het lint.

14.4 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Op de gronden met de bestemming Wonen is – in samenhang daarmee – ook het gebruik toegestaan van gedeelten van hoofdgebouwen, inclusief aan- en uitbouwen, voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover:
    • 1. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
    • 2. ten behoeve van de kantoor- en praktijkruimten en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien;
    • 3. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.