direct naar inhoud van Artikel 4 Maatschappelijk
Plan: Het Balkon, 1e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0556.70BPHetBalkonherz1-0001

Artikel 4 Maatschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. scholen;
  • b. praktijkruimten gezondheidszorg;
  • c. kinderopvang;

met de daarbij behorende:

  • a. wegen en paden;
  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. tuinen, erven en terreinen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2 Dubbelbestemmingen
4.2.1 Archeologische waarden

Waar de in dit artikel bedoelde gronden samenvallen met de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie" zijn deze gronden primair bestemd voor de bescherming van archeologische waarden en is het bepaalde in Artikel 8 van toepassing.

4.2.2 Waterkering

Waar de in dit artikel bedoelde gronden samenvallen met de dubbelbestemming "Waterstaat - Waterkering" zijn deze gronden primair bestemd voor waterkering en is het bepaalde in Artikel 9 van toepassing.

4.3 Bouwregels
4.3.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan de aangegeven hoogte bedragen;
  • c. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan de aangegeven hoogte bedragen.
4.3.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. vrijstaande bijbehorende bouwwerken dienen op een afstand van ten minste 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • b. indien de bijbehorende bouwwerken niet in de erfscheiding worden gebouwd dient de afstand tot de erfscheiding ten minste 1 meter te bedragen;
  • c. de maximum oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt 50% van het oppervlak van het zij- en achtererf tot een maximum oppervlakte van 50 m2; dan wel bij een zij- en achtererf groter dan 100 m2 niet meer dan 50% van het zij- en achtererf tot een maximum van 75 m2;
  • d. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 3 meter bedragen, de bouwhoogte ten hoogste 4 meter.
4.3.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:

  • a. van erf- en terreinafscheidingen 2 meter;
  • b. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 4,5 meter.