direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0556.62BPBinnenstad-0003

Artikel 5 Centrum

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  • b. wonen, uitsluitend op de verdiepingen waarbij toegangen en bergingen vanaf de begane grond zijn toegestaan, met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast', tevens voorzieningen ten behoeve van bed & breakfast;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', tevens dienstverlening;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca', tevens horecabedrijven uit categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 1', horecabedrijven tot en met categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten, uitsluitend op de begane grond;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2', horecabedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten, uitsluitend op de begane grond;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3', horecabedrijven tot en met categorie 3 van de Staat van Horeca-activiteiten, uitsluitend op de begane grond;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', tevens kantoren;
  • j. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, laad- en losruimte, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water en toegangswegen.
5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels:

5.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' bedraagt het aantal bouwlagen ten hoogste het weergegeven aantal bouwlagen, indien geen bouwlagen zijn aangeduid bedraagt het aantal bouwlagen ten hoogste 3;
  • c. de hoogte van de bouwlagen mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 4 m voor de begane grondlaag;
    • 2. 3 m voor hogere bouwlagen;
  • d. gebouwen moeten worden afgedekt met een kap met een dakhelling tussen de 50° en 70°;
  • e. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt niet meer dan de gezamenlijke hoogte van het aantal bouwlagen, vermeerderd met 50% van de hoogte van de bovenste bouwlaag.

5.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • b. de diepte van aan- en uitbouwen, gemeten vanuit de gevel van het hoofdgebouw waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3,5 m;
  • d. het gezamenlijk oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 60% van het zij- en achtererf met een maximum van 50 m².

5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:

a.   van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied   1 m;  
b.   van erf- en terreinafscheidingen elders   2,5 m;  
c.   van lichtmasten en vlaggenmasten   6 m;  
d.   van vrijstaande antenne-installaties anders dan ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder techniekkast   15 m;  
e.   van vrijstaande antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes   5 m;  
f.   van antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantenne-installaties, die op of aan bouwwerken worden gebouwd   5 m;  
g.   van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd   3 m;  
h.   van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   2,5 m.  
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Afwijken van kapafdekking

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.1 sub d en toestaan dat gebouwen met een andere dakhelling worden gebouwd of plat worden afgedekt, mits:

  • a. indien sprake is van een kap de dakhelling tussen de 20° en 80° ligt;
  • b. de uit het aantal bouwlagen af te leiden maximum bouwhoogte gerespecteerd blijft.

5.3.2 Afwijken van bouwlagen

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.1 sub b en toestaan dat één extra bouwlaag wordt gerealiseerd, mits:

  • a. de differentiatie met naastliggende panden door zowel een afwisselende bouw- en goothoogte ter plaatse van de bestemmingen Waarde - Cultuurhistorie - B en Waarde - Cultuurhistorie - C wordt gewaarborgd;
  • b. de massaverhouding tussen pandbreedte en pandhoogte wordt gerespecteerd.

5.3.3 Afwijken van bouwhoogte

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.1 sub c en e en een bouwhoogte van 1 m boven de uit het aantal bouwlagen af te leiden maximum bouwhoogte toestaan, mits:

  • a. de differentiatie met naastliggende panden door zowel een afwisselende bouw- en goothoogte ter plaatse van de bestemmingen Waarde - Cultuurhistorie - B en Waarde - Cultuurhistorie - C wordt gewaarborgd;
  • b. de massaverhouding tussen pandbreedte en pandhoogte wordt gerespecteerd.
5.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • b. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
  • c. volumineuze detailhandel is niet toegestaan;
  • d. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 40 m²;
  • e. een maaltijdafhaal- of bezorgbedrijf is niet toegestaan.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 5.1 om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 5.1 genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 5.1 genoemd.

5.5.2 Afwijken ten behoeve van dienstverlening

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 en dienstverlening toestaan, met dien verstande dat het dienstverlenende bedrijf naar ruimtelijke uitstraling en publieksgericht karakter vergelijkbaar is met een detailhandelsbedrijf.