direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0556.62BPBinnenstad-0003

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 

  • a. bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in de bij deze planregels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, waarbij geldt dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' bedrijfsactiviteiten behorende tot en met bedrijfscategorie 2 zijn toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1', tevens een bedrijf met de SBI-code 4623 uit categorie 3.2;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2', tevens een bedrijf met de SBI-code 3511 uit categorie 5.1;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens een bedrijfswoning;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal', uitsluitend een gemaal;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', uitsluitend nutsvoorzieningen;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, geluidswerende voorzieningen, verkeersvoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.
4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' ten hoogste de aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' ten hoogste de aangegeven goothoogte;
  • d. indien geen bouwhoogte of goothoogte is opgenomen gelden de volgende regels:
    • 1. het aantal bouwlagen bedraagt ten hoogste 3;
    • 2. de hoogte van de bouwlagen mag niet meer bedragen dan 4 m voor de begane grondlaag en 3 m voor hogere bouwlagen;
    • 3. gebouwen moeten worden afgedekt met een kap met een dakhelling tussen de 50° en 70°;
    • 4. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt niet meer dan de gezamenlijke hoogte van het aantal bouwlagen, vermeerderd met 50% van de hoogte van de bovenste bouwlaag;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder b bedraagt de maximale bouwhoogte ter plaatse van de aanduidingen 'nutsvoorziening' en 'gemaal' ten hoogste 3 m;
  • f. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' ten hoogste het aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel, indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel.

4.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:

a.   van erf- en terreinafscheidingen   3 m;  
b.   van lichtmasten en vlaggenmasten   6 m;  
c.   geluidswerende voorzieningen   10 m;  
d.   van vrijstaande antenne-installaties anders dan ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder techniekkast   15 m;  
e.   van vrijstaande antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes   5 m;  
f.   van antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantenne-installaties, die op of aan bouwwerken worden gebouwd   5 m;  
g.   van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van parkeervoorzieningen, gemeten vanaf de voet van het bouwwerk   4 m;  
h.   van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd   3 m;  
i.   van windturbines, waarbij geldt dat deze uitsluitend op gebouwen worden gebouwd   6 m;  
j.   van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   2,5 m.  
4.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. detailhandel is niet toegestaan;
  • e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • f. bedrijfswoningen zijn uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' toegestaan, de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 500 m³.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 4.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd.