direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0556.62BPBinnenstad-0003

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het verenigingsleven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'museum', tevens een museum, expositieruimtes en openbare dienstverlening;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'religie', tevens voorzieningen ten behoeve van levensbeschouwelijke en religieuze doeleinden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs', tevens kinderopvang, onderwijs en peuterspeelzalen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling', tevens gezondheidszorg en sociale en welzijnsvoorzieningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', tevens maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van theaters;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'horeca', tevens horecabedrijven tot en met categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten, uitsluitend op de begane grond;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.
11.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

11.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' ten hoogste de aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' ten hoogste de aangegeven goothoogte;
  • d. indien geen bouwhoogte of goothoogte is opgenomen gelden de volgende regels:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' bedraagt het aantal bouwlagen ten hoogste het weergegeven aantal bouwlagen, indien geen bouwlagen zijn aangeduid bedraagt het aantal bouwlagen ten hoogste 3;
    • 2. de hoogte van de bouwlagen mag niet meer bedragen dan:
      • 4 m voor de begane grondlaag;
      • 3 m voor hogere bouwlagen;
    • 3. gebouwen moeten worden afgedekt met een kap met een dakhelling tussen de 50° en 70°;
    • 4. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt niet meer dan de gezamenlijke hoogte van het aantal bouwlagen, vermeerderd met 50% van de hoogte van de bovenste bouwlaag;
  • e. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' ten hoogste het aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:

a.   van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied   1 m;  
b.   van erf- en terreinafscheidingen elders   2,5 m;  
c.   van lichtmasten en vlaggenmasten   6 m;  
d.   van vrijstaande antenne-installaties anders dan ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder techniekkast   15 m;  
e.   van vrijstaande antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes   5 m;  
f.   van antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantenne-installaties, die op of aan bouwwerken worden gebouwd   5 m;  
g.   van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd   3 m;  
h.   van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   2,5 m.  
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Afwijken van kapafdekking

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.1 sub d onder 3 en toestaan dat gebouwen met een andere dakhelling worden gebouwd of plat worden afgedekt, mits:

  • a. indien sprake is van een kap de dakhelling tussen de 20° en 80° ligt;
  • b. de uit het aantal bouwlagen af te leiden maximum bouwhoogte gerespecteerd blijft.

11.3.2 Afwijken van bouwlagen

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.1 sub d onder 1 en toestaan dat één extra bouwlaag wordt gerealiseerd, mits:

  • a. de differentiatie met naastliggende panden door zowel een afwisselende bouw- en goothoogte ter plaatse van de bestemmingen Waarde - Cultuurhistorie - B en Waarde - Cultuurhistorie - C wordt gewaarborgd;
  • b. de massaverhouding tussen pandbreedte en pandhoogte wordt gerespecteerd.

11.3.3 Afwijken van bouwhoogte

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.1 sub d onder 2 en 4 en een bouwhoogte van 1 m boven de uit het aantal bouwlagen af te leiden maximum bouwhoogte toestaan, mits:

  • a. de differentiatie met naastliggende panden door zowel een afwisselende bouw- en goothoogte ter plaatse van de bestemmingen Waarde - Cultuurhistorie - B en Waarde - Cultuurhistorie - C wordt gewaarborgd;
  • b. de massaverhouding tussen pandbreedte en pandhoogte wordt gerespecteerd.