direct naar inhoud van Regels
Plan: Don Bosco-locatie
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0553.wpdonbosco-vax1

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het wijzigingsplan Don Bosco-locatie met identificatienummer NL.IMRO.0553.wpdonbosco-vax1 van de gemeente Lisse.

1.2 wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 bestemmingsplan Lisse Dorp

het bestemmingsplan 'Lisse Dorp 2010' met identificatienummer NL.IMRO.0553.bplissedorp2010-vax1 van de gemeente Lisse.

1.4 bestemmingsplan 'Eerste herziening Lisse Dorp'

het bestemmingsplan 'Eerste herziening Lisse Dorp 2010' met identificatienummer NL.IMRO.0553.1eherlissedorp2010-vax1 van de gemeente Lisse.

1.5 bestemmingsplan 'Herziening begrippen'

het bestemmingsplan 'Herziening begrippen' met identificatienummer NL.IMRO.0553.PPGebruiksregels-vax1 van de gemeente Lisse.

Hoofdstuk 2 Regels

Artikel 2 Overige bestemmingen

2.1 Regels

De bestemmingsregels en algemene regels zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Lisse Dorp', 'Eerste herziening Lisse Dorp' en 'Herziening begrippen', zijn overeenkomstig van toepassing op dit wijzigingsplan, met uitzondering van de bestemming 'Groen' en 'Wonen'.

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groen, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'water', tevens water;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - voet- en fietspad', tevens een voet- en fietspad;
  • d. steigers;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. waterhuishoudkundige, waterstaatkundige voorzieningen en steigers;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals kunstobjecten en parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van speeltoestellen, geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

 

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen;
  • b. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, parkeervoorzieningen, verblijfsgebied, tuinen en water.
4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. woningen worden vrijstaand gebouwd;
  • b. het aantal woningen bedraagt ten minste 10 en ten hoogste 12;
  • c. per bouwperceel wordt maximaal 1 woning gebouwd;
  • d. de goothoogte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 6 m, waarbij een derde platte bouwlaag is toegestaan;
  • e. het hoofdgebouw wordt op ten minste 2 m afstand van de perceelsgrenzen gebouwd;
  • f. woningen worden gebouwd binnen het bestemmingsvlak Wonen;
  • g. in aanvulling op het bepaalde onder f worden ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' de voorgevel van het hoofdgebouw in de gevellijn gebouwd of op ten hoogste 1 m achter en evenwijdig aan die gevellijn;
  • h. voor zover sprake is van twee gevellijnen, wordt, in aanvulling op het bepaalde onder g, ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' tevens de zijgevel van het hoofdgebouw in die gevellijn gebouwd, of op ten hoogste 1 m achter en evenwijdig aan die gevellijn;
  • i. in afwijking van sub g en h is een overschrijding van de ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' bedoelde gevellijn en een overschrijding in het verlengde van die gevellijn toegestaan ten behoeve van ondergeschikte onderdelen van hoofdgebouwen zoals erkers, luifels en balkons, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan;
    • 1. de overschrijding bedraagt ten hoogste 1,5 m;
    • 2. de oppervlakte van de ondergeschikte delen van hoofdgebouwen voor de gevellijn bedraagt ten hoogste 6 m²;
    • 3. de afstand tussen de ondergeschikte delen van hoofdgebouwen tot de bestemmingsgrens die gericht is naar de openbare weg bedraagt ten minste 1 m.

4.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden ten minste 1 m achter de, ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' bedoelde, voorgevellijn gebouwd;
  • b. in geval het zijerf wordt begrensd door openbaar gebied, worden aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet voor de, ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' bedoelde, voorgevellijn van de aangrenzende hoofdgebouwen gebouwd;
  • c. de totale oppervlakte van erfbebouwing bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 75 m²;
  • d. voor erfbebouwing op een afstand tot 3 m van het hoofdgebouw gelden de volgende regels:
    • 1. de goothoogte van erfbebouwing bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 m;
    • 2. de bouwhoogte van erfbebouwing bedraagt ten hoogste 4 m;
  • e. ten aanzien van erfbebouwing op een afstand van meer dan 3 m van het hoofdgebouw gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
    • 2. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m, en;
    • 3. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m;
  • f. het bepaalde onder b is niet van toepassing op bouwwerken, indien aan de volgende eisen wordt voldaan:
    • 1. de goothoogte bedraagt ten hoogste 2 m bij een platte afwerking;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 2,4 m bij een schuine afdekking;
    • 3. het oppervlak bedraagt in totaal niet meer dan 30 m²;
    • 4. de bouwwerken worden niet in gebruik genomen ten behoeve van verblijfsfuncties;
  • g. de afstand van het aan- en uitbouwen bij vrijstaande woningen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt aan één zijde ten minste 3 m.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Gebruik

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning;
  • b. de uit te oefenen functie van erfbebouwing zoals bedoeld in lid 4.2.2 onder e is ondergeschikt aan de woonfunctie;
  • c. de verlichting binnen het plangebied dient niet onnodig en zo beperkt mogelijk uit te stralen naar de omliggende bestemmingen 'Groen' en 'Water'.

4.3.2 Voldoende parkeergelegenheid

Ten aanzien van parkeren gelden de volgende regels:

  • a. Voor het bepalen van de parkeernorm wordt gebruikt gemaakt van de publicatie Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie, publicatie 317, CROW, 2012. of de opvolger daarvan;
  • b. er worden ten minste 2 parkeerplaatsen per woning op hetzelfde perceel als de woning gerealiseerd;
  • c. de maatvoering van de 2 parkeerplaatsen op eigen terrein moet voldoen aan publicatie Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie, publicatie 317, CROW, 2012. of de opvolger daarvan ;
  • d. de afstand van een parkeerplaats tot aan de gevel moet minimaal 0,5 m zijn.

 

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  • b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  • c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het wijzigingsplan Don Bosco-locatie'.