Plan: | Ruishornlaan 21, Lisse |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0553.bpruishornlaan21-vax1 |
het bestemmingsplan "Ruishornlaan 21, Lisse" van de gemeente Lisse.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0553.bpruishornlaan21-vax1 met de bijbehorende regels.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens.
een dienstverlenend beroep (inclusief internetverkoop) zoals op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, geen detailhandel en prostitutie zijnde, dat in een woning (inclusief aan- en uitbouwen) wordt uitgeoefend door de bewoner van die woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
de gronden die behoren tot het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter de denkbeeldige lijn van het verlengde daarvan.
de oorspronkelijke gevel van het hoofdgebouw die tegenover de voorgevel is gelegen.
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak en/of bouwperceel aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd.
kleinschalige overnachtingaccommodatie voor toeristische doeleinden gericht op een kortdurend verblijf en het serveren van ontbijt. Een Bed & Breakfast is gevestigd in een woonhuis en is ondergeschikt aan de woonbestemming. Er is geen sprake van een Bed & Breakfast bij de aanwezigheid van een zelfstandige kookgelegenheid en/of de verkoop van alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse en/of overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen, of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen, dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten.
een woning die een functionele binding heeft met het bedrijf, de instelling of de inrichting, ten behoeve van het beheer van en-/of toezicht op het bedrijf, de instelling of de inrichting.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van bedrijfsactiviteiten.
het totale vloeroppervlak van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke, meten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimte omhullen.
de bouwlaag van een gebouw waarvan het vloeroppervlak nagenoeg gelijk is aan het maaiveld.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van vaststelling van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen, zulks met inbegrip van de begane grond, zijnde de eerste bouwlaag, en met uitzondering van onderbouw en zolder en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor functies uit de bestemmingsomschrijving geschikt of geschikt te maken is.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de wijze waarop het op een bouwperceel gelegen hoofdgebouw al dan niet is verbonden met het hoofdgebouw op een aansluitend bouwperceel; dit kan zijn:
de oppervlakte van een ruimte of een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimte omhullen.
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (al dan niet) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.
een ruimte op een gebouw, al dan niet in de vorm van een gebouwde constructie, met sta- of zitgelegenheden welke gebruikt of gebruikt kan worden als terras.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Hieronder worden tevens verstaan: koffieshops, tea- en lunchrooms, snackbars, restaurants en daarmee gelijk te stellen vormen van horeca (mits geen sprake is van het exploiteren van zaalaccommodatie en verkoop van softdrugs zonder exploitatievergunning), alsmede vergelijkbare vormen van dienstverlening zoals kapsalons, reisbureaus en kantoren met baliefunctie.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.
onderste horizontale lijn van een dakvlak dat geen goot heeft. Bijvoorbeeld bij een rieten dak.
de bouwlaag op de begane grond.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.
de natuurlijke persoon, groep van personen, of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in omvang als of zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
een één of meerdaagse voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan.
4 of meer al dan niet aan elkaar gekoppelde op zich zelfstaande garages.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
De actuele beleidsregel parkeernormen.
een woning, die zich bevindt in een woongebouw, dat bestaat uit drie of meer boven- of nagenoeg boven- elkaar gesitueerde woningen.
een geometrisch bepaald figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het bebouwen van deze gronden.
er is sprake van een goede ruimtelijke ordening wanneer de relevante sectorale aspecten, zoals geluid, ecologie, archeologie, water, bodemkwaliteit, luchtkwaliteit, externe veiligheid, verkeersontsluiting en milieuhinder niet het ruimtelijk besluit in de weg staan.
hoofdgebouw, aan- en uitbouw en aan het hoofdgebouw aangebouwde overkappingen tezamen, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
een gebouw dat door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een op de kaart aangegeven lijn, die de scheiding vormt tussen gedeelten van een bestemmingsvlak waarop verschillende hoogten zijn toegelaten.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf (logies).
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf (logies).
de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel.
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning.
een samenstel van verblijfsruimten, uitsluitend of mede bestemd of gebruikt om daarin aan anderen dan de rechthebbende en de personen behorende tot diens huishouden, woonverblijf, niet in de zin van zelfstandige woongelegenheid, te verschaffen, al dan niet met gehele of gedeeltelijke verzorging; een en ander kan onder meer blijken uit het feit dat voor de kamers afzonderlijk huur wordt berekend en/of betaald en elke kamer zelfstandig wordt bewoond, waarbij al dan niet sprake is van enkele gemeenschappelijke voorzieningen.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
een constructie van één of meer dakvlakken.
wordt vervangen door: activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
een artistieke uiting in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
educatieve, paramedische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, een bejaardencentrum en woonzorgcomplex hierbij inbegrepen, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, openbaar vervoer en waterstaat en voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalverzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
activiteit waarbij maximaal 30% van de op het perceel aanwezige bouwwerken als zodanig mag worden gebruikt.
functie waarbij maximaal 30% van de op het perceel aanwezige bouwwerken als zodanig mag worden gebruikt.
een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op tenminste 1,75 m beneden peil.
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3. onder b van de Wet ruimtelijke ordening.
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening.
openbaar toegankelijk gebied: wegen, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
een bouwwerk geen gebouw zijnde, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een ander bouwwerk, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer.
een grenslijn tussen percelen onderling.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een seksinrichting of een escortbedrijf.
een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, dan wel in een omvang alsof het bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
toestel(len) waarop en waarmee kan worden gespeeld en bewogen, zoals klimrekken, voetbaldoelen en baskets.
een stuk grond van enige omvang.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een constructie mede bedoeld voor verblijf en terras aangrenzend aan het water. Uitdrukkelijk niet bedoeld als aanmeerplek voor boten.
voldoende volgens de beleidsregels van het Hoogheemraadschap Rijnland, zoals dat geldt op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de voorgevel van de woning en de (denkbeeldige) lijn in het verlengde hiervan (inclusief vooruitbouwen die ten tijde van het ter inzage van het ontwerp van dit plan aanwezig zijn).
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van de waterkering en de waterbeheersing, door dijken, kaden, dijksloten en voorzieningen ten behoeve daarvan.
wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden; onder woning of wooneenheid worden mede zorgwoningen begrepen.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftschachten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
van het peil tot aan de bovenzijde van de vloer van het ondergronds gelegen (deel van het) gebouw.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van bouwwerken en de toepassing van stedenbouwkundige accenten en kappen bij hoofdgebouwen ten behoeve van de:
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
Het gebruik van gronden en bouwwerken voor wonen (zoals bedoeld in artikel 6, lid 6.1 onderdeel a) binnen de bestemming 'Wonen' is toegestaan indien voldaan wordt aan de van toepassing zijnde vastgestelde hogere waarde geluid en de daarin opgenomen voorwaarden zoals opgenomen in Bijlage 2.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting - 8' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting - 8' zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 30 cm of met een oppervlakte groter dan 1.000 m2:
Het bepaalde in artikel 7.3 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 7.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van een ecologische verbindingszone.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 8.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de ecologische verbindingszone door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Ecologie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 8.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 8.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de ecologische verbindingszones niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de waterkering.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 9.2 onder c, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Voorafgaande aan het verlenen van de omgevingsvergunning wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
Voor het bouwen van geheel of gedeeltelijk beneden het maaiveld gelegen gebouwen gelden de volgende bepalingen:
In aanvulling op het bepaalde in Hoofdstuk 2 mogen vlonders uitsluitend aangrenzend aan de watergangen worden gerealiseerd, met inachtneming van het volgende:
Het gebruik van gronden en bouwwerken voor wonen (zoals bedoeld in artikel 6, lid 6.1 onderdeel a) binnen de bestemming 'Wonen' is toegestaan indien voldoende waterberging, is gerealiseerd.
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.1 strijdig gebruik, onderdeel i, indien het voldoen aan deze regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, tot welke bijzondere omstandigheden in elk geval worden gerekend:
Bij omgevingsvergunning kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.1 strijdig gebruik, onderdeel j:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van Hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen of uitbreiden van een gebouw (waaronder mede wordt begrepen het splitsen van een bestaande woning in een of meerdere woningen) of een omgevingsvergunning voor een afwijking van het gebruik wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat wordt of zal worden voldaan aan het gemeentelijke parkeerbeleid en diens rechtsopvolgers.
Bij omgevingsvergunning kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken van het bepaalde onder lid 15.2:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw of een omgevingsvergunning voor een afwijking van het gebruik waarvoor een behoefte bestaat voor ruimte voor het laden of lossen van goederen wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat op het betreffende bouwperceel in voldoende mate ruimte voor het laden of lossen van goederen wordt of zal worden aangebracht.
Bij omgevingsvergunning kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken van het bepaalde onder 15.4:
Burgemeester en wethouders passen deze bouw- en gebruiksregels in artikel 12.1 Strijdig gebruik toe met inachtneming van de door hen vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
De voorschriften van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:
Het gebruik van gronden en bouwwerken voor wonen (zoals bedoeld in artikel 6, lid 6.1 onderdeel a) binnen de bestemming 'Wonen' is enkel toegestaan indien wordt voldaan aan de eisen met betrekking tot in het plan beoogde stedenbouwkundige beeldkwaliteit, zoals vastgelegd in het '' kavelpaspoort en beeldkwaliteitseisen'', zoals is bijgesloten in Bijlage 1 bij de regels.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Ruishornlaan 21, Lisse' van de gemeente Lisse.