direct naar inhoud van Regels
Plan: Partiële herziening Bedrijventerreinen Lisse - Meer en Duin 263
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0553.bpmeerenduin263-va01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Van toepassing verklaring

Op deze partiële herziening zijn de regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Lisse', vastgesteld op 20 december 2018 door de gemeenteraad van Lisse van toepassing, voor zover in de regels van dit plan niet anders is bepaald.

Artikel 2 Begrippen

2.1 plan

het bestemmingsplan 'Partiële herziening Bedrijventerreinen Lisse - Meer en Duin 263' van de gemeente Lisse.

2.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0553.bpmeerenduin263-va01 met de bijbehorende regels.

2.3 bestemmingsplan Bedrijventerreinen Lisse

het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Lisse', met IMRO-code NL.IMRO.0553.Bedrijven2017-VAX1, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Lisse op 20 december 2018.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijventerrein

Voor de toepassing van dit plan worden de planregels als volgt gewijzigd:

  • a. Artikel 3.1 onder o wordt gewijzigd naar: ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - massagesalon uitsterfregeling' tevens een massagesalon';
  • b. Artikel 3.5.3 Uitsterfregeling wordt toegevoegd en komt als volgt te luiden:
    • 1. het gebruik van de gronden en bouwwerken als massagesalon is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - massagesalon uitsterfregeling';
    • 2. indien het gebruik als massagesalon ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - massagesalon uitsterfregeling' voor de duur van ten minste 10 maanden aaneengesloten is onderbroken, mogen de betreffende gronden en bouwwerken daarna niet meer worden gebruikt als massagesalon;
  • c. Artikel 3.7 onder b wordt gewijzigd naar: de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - massagesalon uitsterfregeling' ter plaatse van de 'Wetgevingszone - wijzigingsgebied 2' te verwijderen, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast nadat het gebruik overeenkomstig de aanduiding zoals omschreven in artikel 3.5.3 lid 2 is beëindigd;
    • 2. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Overige regels

5.1 Parkeren
  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen of uitbreiden van een gebouw (waaronder mede wordt begrepen het splitsen van een bestaande woning in een of meerdere woningen) of een omgevingsvergunning voor een afwijking van het gebruik wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat wordt of zal worden voldaan aan het gemeentelijke parkeerbeleid;
  • b. Bij omgevingsvergunning kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken van het bepaalde onder a,
    • 1. voor zover op andere wijze in de benodigde parkeergelegenheid wordt voorzien, dan wel;
    • 2. mits het voldoen aan deze regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, tot welke bijzondere omstandigheden in elk geval worden gerekend:
      • a. een te verwachten meer dan gemiddeld aantal gehandicapte gebruikers of bezoekers van het gebouw;
      • b. een te verwachten meer dan gemiddeld aantal klanten of bezoekers, indien het gebouw bestemd is voor de vestiging van één of meer detailhandelsbedrijven, dan wel openbare dienstverlening of vermakelijkheid;
      • c. een bestemming van het gebouw als parkeergarage, dan wel garagebedrijf;
      • d. een bestemming die zich verzet tegen een gebruik ten dienste van het parkeren.

5.1.1 Algemene gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden en bouwwerken, voor zover die zijn ingericht voor parkeren ter uitvoering van het gemeentelijk parkeerbeleid, voor ander gebruik dan parkeren;
  • b. Bij omgevingsvergunning kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken van het bepaalde onder a, indien het voldoen aan deze regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, tot welke bijzondere omstandigheden in elk geval worden gerekend:
    • 1. een te verwachten meer dan gemiddeld aantal gehandicapte gebruikers of bezoekers van het gebouw;
    • 2. een te verwachten meer dan gemiddeld aantal klanten of bezoekers, indien het gebouw bestemd is voor de vestiging van één of meer detailhandelsbedrijven, dan wel openbare dienstverlening of vermakelijkheid;
    • 3. een bestemming van het gebouw als parkeergarage, dan wel garagebedrijf;
    • 4. een bestemming die zich verzet tegen een gebruik ten dienste van het parkeren.

5.1.2 Beleidsregels

Burgemeester en wethouders passen deze bouw- en gebruiksregels toe met inachtneming van de door hen vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.

5.2 Laden of lossen
  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw of een omgevingsvergunning voor een afwijking van het gebruik waarvoor een behoefte bestaat voor ruimte voor het laden of lossen van goederen wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat op het betreffende bouwperceel in voldoende mate ruimte voor het laden of lossen van goederen wordt of zal worden aangebracht;
  • b. Bij omgevingsvergunning kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken van het bepaalde onder a:
    • 1. voor zover op andere wijze in de benodigde laad- of losruimte wordt voorzien;
    • 2. indien het voldoen aan deze regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, tot welke bijzondere omstandigheden in elk geval worden gerekend:
      • een bestemming die zich verzet tegen een gebruik ten dienste van het laden of lossen

5.2.1 Algemene gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden en bouwwerken, voor zover die zijn ingericht voor laden of lossen, voor ander gebruik dan voor laden of lossen;
  • b. Bij omgevingsvergunning kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken van het bepaalde onder a:
    • 1. voor zover op andere wijze in de benodigde laad- of losruimte wordt voorzien;
    • 2. indien het voldoen aan deze regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, tot welke bijzondere omstandigheden in elk geval worden gerekend:
      • een bestemming die zich verzet tegen een gebruik ten dienste van het laden of lossen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk zoals bedoeld in dit lid onder a, met ten hoogste 10%;
  • c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Partiële herziening Bedrijventerreinen Lisse - Meer en Duin 263'.