Plan: | Robijnhof |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.WP604-0301 |
het bestemmingsplan Morskwartier van de gemeente Leiden;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0546.BP00078-0301 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
het wijzigingsplan Robijnhof van de gemeente Leiden als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0546.WP604-0301 met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een beroeps-/bedrijfsactiviteit die in of bij een woning wordt uitgeoefend door een bewoner van de op het bouwperceel gesitueerde woning, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de beroeps-/bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling heeft die met de woonfunctie ter plaatse in overeenstemming is; groepspraktijken, detailhandel en horeca zijn hiervan uitgesloten;
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie;
in rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden;
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische resten;
de waarde die een gebied bezit op grond van de aldaar aanwezige archeologische resten.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, verhandelen, installeren en/of herstellen van goederen.
de vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten, van een gebouw dat wordt gebruikt voor een beroep of bedrijf.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
de bouwlaag van een gebouw, welke rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een inrichting, bij welke ingevolge artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
een vaartuig of drijvende constructie, die bij een woonschip hoort, en die naar aard en omvang ondergeschikt is aan het woonschip.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een (doorlopend) gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd.
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een horizontaal vlak van een punt bovenop de laagst gelegen spoorstaaf gemeten in het vlak dwars op het spoor.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
een uitspringend gedeelte op een hellend dak waarin een raamkozijn is opgenomen en die voorzien is van zijwanden.
het laagste punt van een schuin dak.
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een bepaalde vakdiscipline.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- /bedrijfsactiviteiten.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder belwinkel en internetcafé.
de onderste bouwlaag, waarvan de vloer boven maaiveld is gelegen.
gebouwde ruimte voor het stallen van auto's en of voertuigen dan wel niet bedrijfsmatige opslag van goederen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een inrichting, bij welke ingevolge artikel 40 van de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld.
bebouwing bestaande uit zich in één gebouw boven en naast elkaar bevindende zelfstandige woningen en/of bijzondere woonruimten.
een functie waarvoor het gebouw hoofdzakelijk mag worden gebruikt.
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt.
De volgende categorieën worden onderscheiden:
één persoon dan wel twee of meer personen, die duurzaam met elkaar samenleven, dan wel twee of meer personen in wisselende samenstelling die gebruik maken van gezamenlijke voorzieningen.
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig diensten worden verleend, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congres- en vergaderaccommodatie.
een geheel of gedeeltelijke niet horizontale dakconstructie gevormd door ten minste twee schuin hellende dakschilden.
de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie is binnen de beroepsgroep de geldende norm voor de uitvoering van archeologisch onderzoek.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met artistieke waarde.
civieltechnisch bouwwerk.
(para)medische, sociaal culturele, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijs-, sport- en recreatieve voorzieningen, (semi) overheidsinstellingen, zorgvoorzieningen en verenigingsleven.
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf, waarbij het gaat om detailhandel dat niet zelfstandig functioneert, maar als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning van de bedrijfsfunctie dient.
beperkt verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse vanuit een bedrijf, waarbij het gaat om horeca dat niet zelfstandig functioneert, maar als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning van de bedrijfsfunctie dient.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
een gebouwde of ongebouwde voorziening die geschikt is om één of meer motorvoertuigen te parkeren, voor privé en/of gemeenschappelijk gebruik, zoals parkeerterreinen, parkeergarages en garageboxen.
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf dat die goederen vervaardigt/produceert, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
een Programma van Eisen is een document, opgesteld conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin wordt aangegeven op welke wijze archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Een Programma van Eisen behoeft altijd goedkeuring door het college van burgemeester en wethouders.
gebouwde en/of ongebouwde voorzieningen ten behoeve van sportieve recreatie.
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen waarop voorzieningen aanwezig zijn, die op het leidingnet van de openbare nutsvoorziening, andere instellingen of van de gemeente kunnen worden aangesloten.
objecten die in de openbare ruimte staan en die niet tot de weg zelf behoren, zoals banken, lantaarnpalen, abri's, vuilnisbakken en verkeersborden.
het oppervlak dat in gebruik is voor de directe verkoop van goederen, berekend conform NEN 2580, zoals deze luidt op het tijdstip van in werking treden van het bestemmingsplan.
parkeergelegenheid voor auto's, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoen aan de Beleidsregels Parkeernormen van de gemeente Leiden zoals die gelden ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan en -indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd- aan die wijziging;
de lijn waarin de voorgevel van het gebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
water zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen.
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop.
een (complex van) ruimte(n), geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
elk vaartuig of drijvende constructie, dat/die naar aard en inrichting uitsluitend wordt gebruikt als woning.
een object in of boven het water dat verband houdt met het wonen op het woonschip, zoals afhouders, meerpalen, loopplanken, plankiers, steigers, een bijboot en een drijvend terras.
een gedeelte van het water dat door een woonschip met bijbehorende voorzieningen mag worden ingenomen.
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst. Onder woonwagen wordt niet verstaan: een woonwagen met een eigen aandrijving en een wagen waarvoor bij verplaatsing over de weg geen ontheffing van de Wegenverkeerswet 1994 of voorschriften voor verkeersregels en verkeerstekens zijn vereist (campers en caravans zijn geen woonwagen).
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming daarvan, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren, met dien verstande dat indien een gevelvlak niet evenwijdig loopt dan wel verspringt, het gemiddelde geldt van de kleinste en grootste breedte, diepte c.q lengte.
tussen de buitenwerkse voorgevel van de erker en de buitenwerkse gevel van het gebouw waaraan het wordt gebouwd.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane-grondvloer dan wel -indien aanwezig- van de kelder- of souterrainvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de gemeen-schappelijke scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
de som van alle tot het gebouw behorende binnenruimten, gemeten op vloerniveau tussen de begrensde opgaande scheidingsconstructie van de afzonderlijke daartoe behorende ruimte(n), inclusief onderbouw en zolderruimte. De oppervlakte van een trapgat, een liftschacht en een toegankelijke leidingschacht moet op elke bouwlaag tot de vloeroppervlakte van een gebouw worden gerekend.
bij toepassing van het in dit artikel bepaalde worden ondergeschikte bouwonderdelen, zijnde:
de lengte wordt gemeten op de plaats waar het vaste deel van de romp het langst is, ondergeschikte buiten de romp uitstekende delen zoals rondhouten en roerbladen niet meegerekend.
De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht, met uitzondering van een parkeergarage ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', waarbij de volgende bepalingen gelden:
Voor het bouwen van balkons, luifels, andere overstekende bouwdelen behorende bij hoofdgebouwen op de aangrenzende bestemming gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van erkers, balkons, luifels en portalen buiten het bouwvlak, aan een naar de weg gekeerde gevel van een gebouw binnen het bouwvlak, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van balkons, luifels, andere overstekende bouwdelen behorende bij hoofdgebouwen op de aangrenzende bestemming gelden de volgende bepalingen:
Het gebruik van gronden ten behoeve van het ongebouwd stallen en parkeren van auto's en aanhangers (waaronder caravans) is niet toegestaan, met uitzondering van parkeervoorzieningen voor gehandicapten.
De voor 'Water - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Erkers, balkons, luifels en portalen
Voor het bouwen van erkers, balkons, luifels en portalen buiten het bouwvlak, aan een naar de weg gekeerde gevel van een gebouw binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 7.3 sub c onder 4 voor het toestaan van een aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteit dat niet voorkomt in de Staat van bedrijfsactiviteiten - aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteiten, mits de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de toegelaten milieucategorie.
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van erkers, balkons, luifels en portalen buiten het bouwvlak, aan een naar de weg gekeerde gevel van een gebouw binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 8.3 sub c onder 4 voor het toestaan van een aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteit dat niet voorkomt in de Staat van bedrijfsactiviteiten - aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteiten, mits de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de toegelaten milieucategorie.
De voor 'Waarde - Archeologie - 5' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 50 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 250 m²:
Het bepaalde in artikel 9.3.1 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 9.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie - 8' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 50 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 100 m²:
Het bepaalde in artikel 10.3.1 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 10.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor ondergronds bouwen gelden de volgende bepalingen:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming, de doeleindenomschrijving en de overige voorschriften inzake bestemming en gebruik zoals bedoeld in het tweede lid van de artikelen inzake de bestemmingen.
Het is in ieder geval verboden bouwwerken en gronden te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken voor:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in dit artikel, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de in deze regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 5% van die maten, afmetingen en percentages, voor zover deze noodzakelijk zijn voor een doelmatige inrichting van de bestemming en deze stedenbouwkundig aanvaardbaar zijn.
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het wijzigingsplan 'Robijnhof'.