direct naar inhoud van Regels
Plan: TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22b Pesthuislaan 8
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.TAM00003-0201

Regels

Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie Pesthuislaan 8 en is als een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22b) opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Leiden. Dit hoofdstuk is bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.

De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl (komt via de overbruggingsfunctie in DSO viewer omgevingsloket) uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22b van het omgevingsplan van de gemeente Leiden. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22b.' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord ‘Bijlage’, na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage ‘22b’ gelezen worden.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Toepassing begripsbepalingen

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I van het omgevingsplan, bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit hoofdstuk.

Artikel 2 Aanvullende begripsbepalingen

2.1 plan

omgevingsplan van de gemeente Leiden;

2.2 TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22b Pesthuislaan 8

het TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22b Pesthuislaan 8 met identificatienummer NL.IMRO.0546.TAM00003-0201 van de gemeente Leiden;

2.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

2.4 archeologisch onderzoek

diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie;

2.5 archeologische verwachting

de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische resten;

2.6 archeologische waarde

de waarde die een gebied bezit op grond van de aldaar aanwezige archeologische resten;

2.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

2.8 bedrijven

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, verhandelen, installeren en/of herstellen van goederen;

2.9 begane grondvloer

de bouwlaag van een gebouw, welke rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau;

2.10 bestaande situatie
  • a. t.a.v. bebouwing: bebouwing, zoals aanwezig en toegestaan op het tijdstip waarop het voormalige bestemmingsplan van het Omgevingsplan Leiden rechtskracht heeft verkregen, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning;
  • b. t.a.v. gebruik: het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig en toegestaan op het tijdstip waarop het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen;

2.11 bouwvlak

een aanduiding inhoudende een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

2.12 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

2.13 gen-laboratorium

gespecialiseerde laboratoria waarin gewerkt wordt aan of met genetisch gemodificeerde micro-organismen danwel natuurlijke micro-organismen;

2.14 in- en uitritten

een weg die van de straat naar een gebouw, een parkeerterrein en dergelijke voert;

2.15 kantoor

een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig diensten worden verleend, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congres- en vergaderaccommodatie;

2.16 Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA)

de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie is binnen de beroepsgroep de geldende norm voor de uitvoering van archeologisch onderzoek;

2.17 kunstobject

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met artistieke waarde;

2.18 kunstwerk

civieltechnisch bouwwerk;

2.19 langzaam verkeer

niet-motorvoertuigen (bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen), fietsers, voetgangers, en geleiders/berijders van een dier en motorvoertuigen met een snelheidsbeperking zoals landbouwvoertuigen;

2.20 Life Science & Health

Life Science & Health is een innovatieve en technologie intensieve sector gericht op de gezondheid van mens en dier. De sector bestaat uit bedrijven en kennisinstellingen in onder meer medische technologie, (bio)farmacie, materialen tot diagnostiek en regeneratieve geneeskunde;

2.21 Life Science & Health kenniscluster
  • hoogwaardige ondersteunende bedrijven: contract research, adviesdiensten op het gebied van intellectual property (IP) en rekencentra;
  • marketing en coördinatie: hoofdkantoren, representatieve offices en shared services centres;
  • toelatingsorganisaties voor medicijnen, tariefbepalende instanties in de life science & health-sector, subsidie verstrekkende organisaties in de life science & health en/ of wetenschappelijke sector;
  • overige ondersteunende diensten: kapitaalverstrekking, venture capital, financieel advies, engineering, seed money, business services, juridisch- en notarieel advies, printing services, secretariële ondersteuning, conferentie-faciliteiten, catering, wasserij, parkmanager, security, ziektekostenverzekeraars;

2.22 Programma van Eisen archeologie

een Programma van Eisen (PvE) archeologie is een document, opgesteld conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin wordt aangegeven op welke wijze archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Een Programma van Eisen behoeft altijd goedkeuring door het bevoegd gezag;

2.23 straatmeubilair

objecten die in de openbare ruimte staan en die niet tot de weg zelf behoren, zoals banken, lantaarnpalen, abri's, vuilnisbakken en verkeersborden;

2.24 voldoende ruimte voor parkeergelegenheid

parkeergelegenheid voor auto's, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoen aan de door het college van B&W op 17 juli 2020 vastgestelde Beleidsregels Parkeernormen zoals die gelden ten tijde van de vaststelling van dit TAM-omgevingsplan en -indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd- aan die wijziging;

2.25 water

water zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen;

2.26 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop;

2.27 WKO

Warmte Koude Opslag (WKO), een methode om energie in de vorm van warmte of koude op te slaan in de bodem. De techniek wordt gebruikt om gebouwen te verwarmen en/of te koelen;

Artikel 3 Toepassingsbereik

3.1 Verhouding met ruimtelijke regels omgevingsplan tijdelijk deel

De besluiten als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h, i, j, k, l of m, van de Invoeringswet Omgevingswet op de locatie, bedoeld in 3.3, zijn niet van toepassing, waaronder in ieder geval de volgende onderdelen van het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet:

Onderdelen   Identificatienummer  
Bestemmingsplan Leiden Bio Science park en station   NL.IMRO.0546.BP00089-0302  
Bestemmingsplan Leeuwenhoek Station 92   Geen identificatienummer.  
RVS BP Leiden Bio Science Park en station (gerechtelijke uitspraak)   NL.IMRO.0546.RVS00016-0301  
Parapluplan Stedenbouwkundige bepalingen bouwverordening  
NL.IMRO.0546.BP00145-0301  
Parapluherziening fietsparkeren   NL.IMRO.0546.BP00162-0301  
Parapluherziening beleidsregels parkeren Binnenstad en Stationsomgeving   NL.IMRO.0546.BP00166-0301  

3.2 Verhouding met regels in het tijdelijke deel van het omgevingsplan van rijkswege (bruidsschat)

De regels in afdeling 22.2, met uitzondering van paragraaf 22.2.7.3, en afdeling 22.3, met uitzondering van artikel 22.36, onderdeel b, zijn niet van toepassing voor zover die regels in strijd zijn met regels in hoofdstuk 22b.

3.3 Geometrische afbakening reikwijdte TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22b Pesthuislaan 8

De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de locatie TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22b Pesthuislaan 8, waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0546.TAM00003-0201

Artikel 4 Meet- en rekenbepalingen

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

4.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

4.2 de breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren, met dien verstande dat indien een gevelvlak niet evenwijdig lopen dan wel verspringen, het gemiddelde geldt van de kleinste en grootste breedte, diepte c.q lengte;

4.3 het peil:
  • a. voor bouwwerken die in of op het water worden gebouwd: het gemiddelde waterpeil ter plaatse van het bouwwerk;
  • b. voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang vermeerderd met 2 cm;
  • c. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein vermeerderd met 2 cm;

4.4 de vloeroppervlakte van een gebouw (binnenwerks):

de som van alle tot het gebouw behorende binnenruimten, gemeten op vloerniveau tussen de begrensde opgaande scheidingsconstructie van de afzonderlijke daartoe behorende ruimte(n), inclusief onderbouw en zolderruimte. De oppervlakte van een trapgat, een liftschacht en een toegankelijke leidingschacht moet op elke bouwlaag tot de vloeroppervlakte van een gebouw worden gerekend;

4.5 ondergeschikte bouwdelen:

bij toepassing van het in dit artikel bepaalde worden ondergeschikte bouwonderdelen, zijnde:

  • a. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, antennes, luchtkokers, liftschachten, technische ruimten op het dak, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken met betrekking tot de goot- en bouwhoogte, oppervlakten en bouwgrenzen buiten beschouwing gelaten, met dien verstande dat de overschrijding van een overstekend dak niet meer mag bedragen dan 1 m en met dien verstande dat niet meer dan 50% van het totale dakvlak gebruikt mag worden voor ondergeschikte bouwdelen (met uitzondering van zonnepanelen: deze mogen het dakvlak voor 100% beslaan);
  • b. dakkapellen met betrekking tot de goothoogte buiten beschouwing gelaten mits de breedte van de dakkapel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van het dakvlak en de onderzijde van de dakkapel op minimaal 0,50 m van de dakvoet word gebouwd;
  • c. reclame- en uithangborden buiten beschouwing gelaten, mits de breedte van het reclame- en/of uithangbord niet meer bedraagt dan 1 m, de hoogte niet meer bedraagt dan 0,2 m en de oppervlakte niet meer bedraagt dan 0,5 m2.

Hoofdstuk 2 Functies en activiteiten

Artikel 5 Algemeen gebruiksverbod

Met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties is het verboden zonder omgevingsvergunning gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan die locatie toegedeelde functies of activiteiten.

Artikel 6 Bedrijf - Life Science & Health - Pesthuislaan 8

6.1 Toepassingsbereik

De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Bedrijf - Life Science & Health - Pesthuislaan 8.

6.2 Functieomschrijving

Een als Bedrijf - Life Science & Health - Pesthuislaan 8 aangewezen locatie heeft de volgende functies:

  • a. bedrijven behorend tot de sector Life Science & Health. Deze bedrijven kunnen (deels) beschikken over (gen-) laboratoria en kunnen bestaan uit hoogwaardige distributie en -productie. De bedrijven beschikken over maximaal 50% bedrijfsgebonden kantoorruimte per bedrijf, het overige deel van het bedrijf bestaat uit laboratoria, R&D-ruimten, productie- en distributiefaciliteiten;

met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:

  • b. parkeren op maaiveld ten behoeve van mindervaliden;
  • c. in- en uitritten;
  • d. ontsluitingswegen;
  • e. voorzieningen voor laden en lossen;
  • f. tuinen;
  • g. verhardingen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

6.3 Omgevingsplanactiviteit bouwwerken

Op de locaties die aangewezen zijn als Bedrijf - Life Science & Health - Pesthuislaan 8 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. Gebouwen, binnen het bouwvlak;

6.4 Beoordelingsregels omgevingsplanactiviteit bouwwerken

In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 gelden tevens de volgende beoordelingsregels.

6.4.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • b. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven;

6.5 Vergunningplicht voor het afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.2 sub a voor het toestaan van niet-Life Science & Health bedrijven en/ of -instellingen, mits deze bedrijven en/ of -instellingen wel gerelateerd zijn aan het Life Science & Health kenniscluster;
  • b. Een bedrijf, instelling en/ of kantoor is gerelateerd aan het Life Science & Health kenniscluster indien tenminste 20% van een bedrijf, gemeten in m² bruto-vloeroppervlak gericht is op het Life Science & Health kenniscluster;
  • c. Het bevoegd gezag kan zich hierbij laten adviseren door een deskundigencommissie in de vorm van een brancheringscommissie.

Artikel 7 Groen - Pesthuislaan 8

7.1 Toepassingsbereik

De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Groen - Pesthuislaan 8.

7.2 Functieomschrijving

Een als Groen - Pesthuislaan 8 aangewezen locatie heeft de volgende functies:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. voorzieningen voor langzaam verkeer en verblijf;
  • c. parkeren op maaiveld ten behoeve van mindervaliden;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen en WKO's;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. in- en uitritten voor gemotoriseerd verkeer;
  • h. kunstobjecten;
  • i. oeververbindingen in de vorm van bruggen en vlonders;

7.3 Omgevingsplanactiviteit bouwwerken

Op de locaties die aangewezen zijn als Groen - Pesthuislaan 8 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;

7.4 Beoordelingsregels omgevingsplanactiviteit bouwwerken

In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 gelden tevens de volgende beoordelingsregels.

7.4.1 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.

Artikel 8 Waarde - Archeologie 3 - Pesthuislaan 8

8.1 Toepassingsbereik

De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Waarde - Archeologie 3 - Pesthuislaan 8.

8.2 Functie-omschrijving

Een als Waarde - Archeologie 3 - Pesthuislaan 8 aangewezen locatie heeft de volgende functies:

  • a. het behoud en de bescherming van archeologische waarden.

8.3 Omgevingsplanactiviteit bouwwerken
8.3.1 Gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 8.2 functies uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd die voor aanvullend of definitief archeologisch onderzoek (opgraven) noodzakelijk zijn, mits de bepalingen van lid 8.4 vooraf in acht zijn genomen.
  • b. Tevens mogen op deze gronden gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht, mits de bepalingen van lid 8.4 vooraf in acht zijn genomen.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 30 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 30 m²:

  • a. grondwerkzaamheden, waartoe wordt gerekend het ophogen, afgraven, verwijderen van oude funderingen, woelen en mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
  • b. het aanleggen of rooien van bomen en diepwortelende struiken waarbij stobben worden verwijderd;
  • c. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het verlagen van het waterpeil;
  • e. het werken met opsporingsapparatuur (waaronder vallen metaaldetectoren, grondradar en ander detectieapparatuur), gevolgd door het opgraven van archeologische vondsten en relicten;
  • f. het heien en/of schroeven van palen en slaan van damwanden.

8.4.2 Toelaatbaarheid
  • a. De in lid 8.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt verleend als en voor zover die werken of werkzaamheden geen afbreuk doen aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden in de desbetreffende gronden.
  • b. De aanvrager van een omgevingsvergunning kan gevraagd worden een archeologisch rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag, in voldoende mate is vastgesteld.

8.4.3 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 8.4.1 is niet van toepassing op:

  • a. onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplanting en werkzaamheden binnen bestaande tracés van kabels en leidingen;
  • b. werken of werkzaamheden die:
    • 1. op het tijdstip, waarop de wijziging van het omgevingsplan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn;
    • 2. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning.

Begrip opnemen: wijzigingsbesluit. Niet meer verwijzen naar 'het plan', die is immers al in werking.

8.4.4 Voorwaarden omgevingsvergunning

Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:

  • a. de verplichting tot het doen van archeologisch bureauonderzoek;
  • b. de verplichting tot het doen van inventariserend en/of waarderend archeologisch onderzoek zoals boringen, proefsleuven en non-destructief onderzoek (zoals bijvoorbeeld grondradar- en weerstandsonderzoek);
  • c. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische waarden kunnen worden behouden (behoud in situ);
  • d. de verplichting tot definitief archeologisch onderzoek (opgraven) en het conserveren van de archeologische resten en het opstellen van een eindrapportage;
  • e. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door het bevoegd gezag te stellen kwalificaties (archeologische begeleiding).

8.4.5 Programma van Eisen

Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 8.4.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen (PvE) opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), dat moet worden goedgekeurd door het het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.

Artikel 9 Waarde - Archeologie 5 - Pesthuislaan 8

9.1 Toepassingsbereik

De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Waarde - Archeologie 5 - Pesthuislaan 8.

9.2 Functie-omschrijving

Een als Waarde - Archeologie 5 - Pesthuislaan 8 aangewezen locatie heeft de volgende functies:

  • a. het behoud en de bescherming van archeologische waarden.

9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.3.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 50 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 250 m²:

  • a. grondwerkzaamheden, waartoe wordt gerekend het ophogen, afgraven, verwijderen van oude funderingen, woelen en mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
  • b. het aanleggen of rooien van bomen en diepwortelende struiken waarbij stobben worden verwijderd;
  • c. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het verlagen van het waterpeil;
  • e. het werken met opsporingsapparatuur (waaronder vallen metaaldetectoren, grondradar en ander detectieapparatuur), gevolgd door het opgraven van archeologische vondsten en relicten;
  • f. het heien en/of schroeven van palen en slaan van damwanden.

9.3.2 Toelaatbaarheid
  • a. De in lid 9.3.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt verleend als en voor zover die werken of werkzaamheden geen afbreuk doen aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden in de desbetreffende gronden.
  • b. De aanvrager van een omgevingsvergunning kan gevraagd worden een archeologisch rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag, in voldoende mate is vastgesteld.

9.3.3 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 9.3.1 is niet van toepassing op:

  • a. onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplanting en werkzaamheden binnen bestaande tracés van kabels en leidingen;
  • b. werken of werkzaamheden die:
    • 1. op het tijdstip, waarop de wijziging van het omgevingsplan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn;
    • 2. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning.

9.3.4 Voorwaarden omgevingsvergunning

Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:

  • a. de verplichting tot het doen van archeologisch bureauonderzoek;
  • b. de verplichting tot het doen van inventariserend en/of waarderend archeologisch onderzoek zoals boringen, proefsleuven en non-destructief onderzoek (zoals bijvoorbeeld grondradar- en weerstandsonderzoek);
  • c. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische waarden kunnen worden behouden (behoud in situ);
  • d. de verplichting tot definitief archeologisch onderzoek (opgraven) en het conserveren van de archeologische resten en het opstellen van een eindrapportage;
  • e. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door het bevoegd gezag te stellen kwalificaties (archeologische begeleiding).

9.3.5 Programma van Eisen

Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 9.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen (PvE) opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), dat moet worden goedgekeurd door het het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.

9.4 Bouwregels
9.4.1 Gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 9.2 functies uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd die voor aanvullend of definitief archeologisch onderzoek (opgraven) noodzakelijk zijn, mits de bepalingen van lid 9.3 vooraf in acht zijn genomen.
  • b. Tevens mogen op deze gronden gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht, mits de bepalingen van lid 9.3 vooraf in acht zijn genomen.

 

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 10 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 11 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen of voorschriften aan de omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactviteit bouwen verbinden met betrekking tot de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 12 Algemene regels voor functies en activiteiten

12.1 Ondergronds bouwen

Voor ondergronds bouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. op plaatsen waar bovengronds bebouwing is toegestaan, mag ondergronds worden gebouwd;
  • b. direct aansluitend aan een ondergronds bouwwerk mogen toegangen tot ondergrondse bouwwerken worden gebouwd.

12.2 Parkeernormen
  • a. Bij binnenplanse omgevingsplanactiviteiten dient ten behoeve van het parkeren van auto's, fietsen en het laden en lossen in voldoende mate ruimte te zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, het bijbehorende perceel, het plangebied, dan wel op of onder het betreffende terrein;
  • b. Bij het bepalen of voldoende ruimte is aangebracht voor het parkeren van auto's, fietsen en het laden en lossen wordt gebruikt gemaakt van de door het college van B&W op 17 juli 2020 vastgestelde Beleidsregels Parkeernormen zoals die gelden ten tijde van de vaststelling van dit TAM-omgevingsplan en -indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd- aan die wijziging;
  • c. Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid a in gevallen zoals genoemd in de onder lid b bedoelde gemeentelijke beleidsregels op het gebied van parkeren.

Artikel 13 Algemene afwijkingsregels

13.1 Algemene afwijkingsregels bouwen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de in deze regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 5% van die maten, afmetingen en percentages.

13.2 Beoordelingsregels algemene afwijkingsregels bouwen

De omgevingsvergunning wordt alleen verleend, mits:

  • a. deze noodzakelijk zijn voor een doelmatige inrichting van de functies;
  • b. deze stedenbouwkundig aanvaardbaar zijn;
  • c. het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet onevenredig worden aangetast.

Artikel 14 Overige regels

14.1 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen

Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerp van dit TAM-omgevingsplan.

14.2 Aanvraagvereisten

De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van dit plan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk.

Hoofdstuk 4 Overgangsregels

Artikel 15 Overgangsrecht

15.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit TAM-omgevingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
  • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.

c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

15.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit TAM-omgevingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met dit strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.