direct naar inhoud van 4.4 Verkeer en vervoer
Plan: Morsweg Rijnoever
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.PB00003-0301

4.4 Verkeer en vervoer

4.4.1 Parkeren

Autoparkeren

De gemeente Leiden gebruikt in beginsel de kencijfers van kennisorgaan CROW als leidraad voor het bepalen van parkeereisen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Deze kencijfers worden landelijk geaccepteerd als leidende adviesnormen voor parkeersituaties. De CROW-kencijfers bieden adviesnormen voor verschillende functies, en met verschillende bandbreedtes. De gemeente Leiden hanteert in beginsel de maximale bandbreedte met de strengste norm, behalve in gebieden die buitengewoon goed ontsloten zijn met openbaar vervoer, zoals gebieden in de directe omgeving van NS-station Leiden Centraal. Bij de berekening van de parkeereis wordt uitgegaan van de extra parkeerbehoefte die ontstaat door realisatie van een bouwplan. Ook in gebieden waar de parkeersituatie reeds slecht is, kunnen ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden.

Voor het bepalen van de parkeereis voor deze ontwikkeling aan de Morsweg-Rijnoever is in de eerste instantie ook gebruik gemaakt van de kencijfers van het CROW. Omdat de CROW niet voorziet in cijfers voor deze specifieke doelgroep (werkende jongeren) is getoetst welke CROW adviesnorm het best aansluit bij het project en de doelgroep van de nieuwe (en bestaande) wooneenheden. Bij terinzagelegging van het ontwerp projectbesluit is de strengste norm voor kamerverhuur (0.6 parkeerplaats per wooneenheid) realistisch bevonden.

De berekening van de parkeereis was als volgt:

Met toepassing van de maximale norm voor kamerverhuur, namelijk 0,6 parkeerplaats per wooneenheid, komt de nieuwe parkeereis uit op 46 * 0,6 = 28 parkeerplaatsen. Inclusief de parkeerplaatsen die komen te vervallen (5) en gecompenseerd moeten worden, wordt de parkeereis dan 28 + 5 = 33 parkeerplaatsen.

In deze situatie is uitgegaan van vijf parkeerplaatsen in de bestaande situatie.

Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen is nog eens kritisch gekeken naar de parkeersituatie in de huidige en toekomstige situatie. De SHWJ heeft onderzoek laten uitvoeren. Er zijn tellingen gedaan naar het autobezit onder de 35 huurders van de bestaande flat alsook onder 100 willekeurige huurders van andere vergelijkbare locaties in de stad.

Uit deze onderzoeken is naar voren gekomen dat van de 35 huurders (allen gereageerd), negen bewoners over een auto beschikken. Dit aantal is hoger dan het eerder aangenomen aantal van vijf.

Van de 100 benaderde personen hebben er 26 gereageerd. Elf personen hebben aangeven over een auto te beschikken en 15 huurders beschikken niet over een auto.

In totaal hebben er dus 61 personen gereageerd (35+26). Het betreft een representatieve steekproef over de populatie werkende jongeren.

Van deze 61 personen beschikken er 20 over een auto (9+11). De gemiddelde autobezetting bedraagt daarmee 0.33 auto's per bewoner. Omdat een woningbezetting van één persoon per wooneenheid is geborgd in de huurcontracten geldt eveneens een parkeerbehoefte 0.33 parkeerplaatsen per wooneenheid. De 0.33 ligt een stuk lager dan de gehanteerde CROW norm van 0.6. Dit cijfer is gebaseerd op tellingen en geeft het werkelijke autobezit onder de huurders van SHWJ weer.

Deze 'norm' is van toepassing op zowel de bestaande als de toekomstige situatie. Immers, in zowel de huidige situatie als de toekomstige situatie betreft de doelgroep werkende jongeren en blijkbaar geldt voor deze doelgroep een norm van 0.33 parkeerplaats per wooneenheid.

Als dan vervolgens met deze 'nieuwe norm' wordt gerekend, levert dit het volgende op:

In totaal zijn er straks 81 (oud + nieuw = 35 + 46) wooneenheden gerealiseerd voor werkende jongeren. Door dit aantal te vermenigvuldigen met 0.33, komt het totaal aan parkeerplaatsen uit op 27.

Er worden in de toekomstige situatie 30 parkeerplaatsen gerealiseerd; 28 op eigen terrein en nog eens twee langsparkeerplaatsen aan de straat. Hiermee voldoet het plan dus (in ruime mate) aan het aantal benodigde parkeerplaatsen.

Fietsparkeren

Aangezien de doelgroep van de nieuw te realiseren woningen aan de Morsweg-Rijnoever met name starters op de arbeidsmarkt zijn, zal het gebruik van fiets groter zijn dan het gebruik van auto's. Om overlast van deze fietsen te voorkomen, is in het bouwplan op de begane grond van de woontoren een stallingsruimte voor fietsen van ruim 80 m2 opgenomen.

Verkeersaantrekkende werking

Door de nieuwbouw komen er 46 wooneenheden bij. De norm voor verkeersbewegingen per huishouden is 6 per etmaal. In totaal komen er dus 46 x 6 = 276 verkeersbewegingen per etmaal bij. Hiervan zal 10% in de spitsperiodes plaatsvinden. Dus 28 verkeersbewegingen per uur. Dit is ongeveer 1 auto per ruime 2 minuten. Door de beperkte toename van het verkeer zullen de omliggende wegen en kruispunten nauwelijks extra belast worden.

4.4.2 Langzaam verkeer

De huidige loop- en fietsroutes zijn gesitueerd ter plaatse van dezelfde wegen als diegene die belast zijn met een stroomfunctie. Verder wordt het plangebied begrensd door spoorbanen, die een barrière vormen in de wijk en met aangrenzende wijken.

4.4.3 Openbaar vervoer

Het openbaar vervoer vindt zijn weg via de hoofdontsluitingswegen. Er vindt geen openbaar vervoer over de Morsweg plaats. De dichtstbijzijnde weg waar bussen rijden en bushaltes zijn, is de Haagweg.

De spoorbanen Leiden-Utrecht en Den Haag-Amsterdam lopen langs het plangebied. Leiden Centraal Station is op een afstand van ongeveer 1000 meter gelegen.