direct naar inhoud van Ruimtelijke onderbouwing
Plan: Meloenstraat 39
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.OV00028-0301

Ruimtelijke onderbouwing

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Bij de gemeente Leiden is een aanvraag om een omgevingsvergunning (BV 130926) ingediend voor het pand Meloenstraat 39. De aanvraag betreft het realiseren van een woning in het bestaande pand.

Om de omgevingsvergunning te kunnen verlenen dient afgeweken te worden van het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Voor het doorlopen van de betreffende procedure is de voorliggende ruimtelijke onderbouwing opgesteld.

1.2 Begrenzing Plangebied

De aanvraag betreft het pand Meloenstraat 39 te Leiden, kadastraal gelegen op het perceel LEIDEN 01, sectie O, nummer 1322.

Het pand ligt in het zuiden van Leiden, in een woongebied dat in grote lijnen wordt begrensd door de Zoeterwoudseweg aan de westkant, de Veilingkade aan de noord(oost)zijde en de Lammenschansweg in het zuidoosten.

De exacte plancontour behorende bij de omgevingsvergunning is opgenomen in Bijlage 1.

Hieronder is de globale ligging van de locatie weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0546.OV00028-0301_0001.png"  
Ligging Meloenstraat 39  

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Voor de planlocatie geldt het bestemmingsplan "Lammenschansdriehoek", vastgesteld door de gemeenteraad van Leiden op 20 december 2012. In onderstaande afbeelding is een uitsnede van de bestemmingsplankaart weergegeven ter plaatste van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0546.OV00028-0301_0002.png"  
Uitsnede bestemmingsplankaart ter plaatse van het plangebied (rood omcirkeld)  

De planlocatie heeft de bestemming 'Maatschappelijk' (artikel 10). Binnen deze bestemming zijn (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijs-, sport- en recreatieve voorzieningen, (semi)overheidsinstellingen en zorgvoorzieningen toegestaan.

Hoofdstuk 2 Beschrijving van de omgevingsvergunning

2.1 Beschrijving plangebied

2.1.1 Karakterisering woonbuurt

De woonbuurt rond de Tomatenstraat heeft het karakter van een tuinstadbuurt uit de jaren dertig van de vorige eeuw, met geknikte straten, gesloten bouwblokken van met name aaneengebouwde woningen en iets hogere bebouwing langs de randen. De woningen in het gebied zijn grotendeels vooroorlogs. De naoorlogse woningen (met name portiekwoningen) zijn ingepast in de oorspronkelijke stedenbouwkundige structuur van de buurt. De grondgebonden woningen hebben een hoogte van één à twee bouwlagen met kap. De kappen hebben overwegend een richting evenwijdig aan de straat. Enkele kopwoningen hebben een kaprichting dwars op de straat. De portiekwoningen en boven-benedenwoningen in het gebied hebben een hoogte van twee tot drie bouwlagen met een kap. Doordat deze woonblokken ook van een kap zijn voorzien, passen ze binnen de bebouwingsstructuur van de woonbuurt.

2.1.2 Karakterisering Meloenstraat

De buurt rond de Meloenstraat is als woonbuurt projectmatig opgezet met typische jaren dertig woningen van één bouwlaag met hoge kap rond een plantsoen dat aansluit op de waterpartij van de Veilingkade.

De Meloenstraat bestaat behalve nr. 39 volledig uit woningen. Nummer 39 was in het verleden in gebruik als praktijkruimte, maar staat inmiddels al ruim twee jaar leeg. Naast Meloenstraat 39 is nog een braakliggend kavel behorende bij woningen aan de Zoeterwoudseweg.

2.1.3 Ontsluiting

Auto

De Lammenschansweg ten zuidoosten van de planlocatie vormt een belangrijke verbinding tussen het Leidse centrum in het noorden en het Lammenschansplein in het zuiden. Op het Lammenschansplein sluit de Lammenschansweg aan op de Voorschoterweg richting Voorschoten en de Europaweg (N206) richting de A4. Verder zijn ook de Kanaalweg en de Vrijheidslaan aan te merken als gebiedsontsluitingswegen met een doorgaand karakter.
De Lammenschansweg heeft een breed wegprofiel, bestaande uit een doorgaande hoofdweg met gescheiden rijbanen met aan beide zijden een parallelweg ten behoeve van de ontsluiting van de achtergelegen gebieden.

Het woongebied waar Meloenstraat 39 in is gelegen wordt ontsloten via de westelijke parallelweg van de Lammenschansweg en via de Tomatenstraat en de Zoeterwoudseweg. De Zoeterwoudseweg sluit in het zuiden aan op de Lammenschansweg en in het noorden op de Vrijheidslaan, waardoor er een directe relatie is met het centrum en de westelijke wijken van Leiden.

Langzaam verkeer

Op het Lammenschansplein scheiden fietspaden en fietstunnels het langzaam verkeer van het gemotoriseerd verkeer. Hoewel er geen vrijliggende fietsvoorzieningen aanwezig zijn, maken de Lammenschansweg en de Vrijheidslaan onderdeel uit van het hoofdfietsnet van Leiden (conform de fietsnota gemeente Leiden, 1995). De Tomatenstraat - Zoeterwoudseweg en de Kanaalweg maken onderdeel uit van het onderliggende net.

Openbaar vervoer

Over de Lammenschansweg loopt een aantal buslijnen de stad in. Het NS-Station Leiden Lammenschans ligt op circa 400 meter afstand, aan de spoorlijn Leiden-Utrecht.

2.2 Beschrijving aanvraag

De aanvraag betreft de functiewijziging van het pand Meloenstraat 39 van maatschappelijk naar wonen. Het pand staat al ruim 2 jaar leeg. Er zullen geen uiterlijke wijzigingen worden aangebracht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0546.OV00028-0301_0003.png"  
Voorzijde Meloenstraat 39  

2.3 Strijdigheid met vigerend bestemmingsplan

De realisatie van een woning is strijdig met de doeleindenomschrijving van de bestemming 'Maatschappelijk' (artikel 10 lid 1a) van het bestemmingsplan “Lammenschansdriehoek”.

De omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als wordt afgeweken van het bestemmingsplan. Ten behoeve van de betreffende afwijkingsprocedure (zie Hoofdstuk 4) is de voorliggende ruimtelijke onderbouwing opgesteld.

Hoofdstuk 3 Motivering

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt gemotiveerd waarom kan worden afgeweken van het vigerende bestemmingsplan ten behoeve van de aanvraag.

3.2 Beleidskaders

Structuurvisie Leiden 2025

Op 17 december 2009 heeft de gemeenteraad de 'Structuurvisie Leiden 2025' vastgesteld. De uitgangspunten van de structuurvisie zijn het bestaande beleid en de ambities en verwachtingen die in overleg met partijen en partners zijn geformuleerd. Dit heeft geleid tot een Structuurvisie met de volgende ambities:

  • de historische binnenstad wordt beter op de kaart gezet;
  • het Bio Science Park en de kenniseconomie worden verder ontwikkeld;
  • de bereikbaarheid wordt verbeterd;
  • de groene en blauwe structuren in en rondom de stad worden versterkt en verbonden;
  • de kansen die zich in het Stationsgebied, Transvaal/Vondellaan en op De Waard aanbieden worden benut om met wonen en werken een bijdragen te leveren aan de versterking van de kennisstad.

Voor de gemeente Leiden is de structuurvisie een richtinggevend kader voor de bestemmingsplannen en daarmee een sturingsinstrument voor het gemeentebestuur. De structuurvisie geeft op een groter schaalniveau de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente weer en dient dus bij alle ruimtelijke afwegingen in ogenschouw te worden genomen.

Bij het binnenstedelijk realiseren van (woning)bouwopgaven wordt gestreefd naar doelmatig ruimtegebruik en een verbetering van de stedenbouwkundige vervlechting en ruimtelijke kwaliteit.

Met het realiseren van een woning in het pand Meloenstraat 39 is sprake van doelmatig ruimtegebruik aangezien leegstand wordt opgeheven en de functie van het pand in overeenstemming met de rest van de woonbuurt wordt gebracht.


Woonvisie

De gemeente Leiden ziet 'Een betere balans tussen vraag en aanbod, versterking van de kwaliteit en voldoende aanbod voor hen die niet op de particuliere markt terecht kunnen' als de drie hoofdopgaven voor haar woonbeleid. Dit is nodig om:

  • het tekort aan (studenten)woningen in te lopen;
  • te zorgen voor een betere benutting van de sociale voorraad;
  • ruimte te bieden aan huishoudens met een middeninkomen;
  • de kwaliteit van de woningvoorraad en leefomgeving te verbeteren;
  • te anticiperen op voortschrijdende vergrijzing en extramuralisering van de zorg.


Met deze opgaven wil de gemeente bereiken dat Leiden ook in de toekomst een aantrekkelijke internationale kennisstad blijft met ruimte voor de daarbij bijhorende diversiteit aan inwoners en leefstijlen. Om de noodzakelijke groei mogelijk te maken, wordt gekeken naar mogelijkheden om de aan de binnenstad grenzende buurten een sterker stedelijk karakter te geven. Dat betekent versterking van het centrumstedelijk woonmilieu met als belangrijkste kenmerken een hoge dichtheid en menging van functies en bevolkingsgroepen. Omdat Leiden vooral kenniswerkers wil binden aan de stad is er bij herstructurerings- en nieuwbouwprojecten veel aandacht voor de woonwensen van de zogenaamde 'rode' en 'blauwe' leefstijlen (hiervoor staat het BSR-model van de Smart Agent Company). Daarbinnen vragen de lage inkomens, de middeninkomens en de studenten extra aandacht'.

De opgaven uit de woonvisie behelzen een groter schaalniveau dan de enkele woning die middels voorliggende aanvraag wordt gerealiseerd. Vast staat echter dat er in Leiden een grote behoefte is aan woonruimte. Dit plan voorziet in een kleine bijdrage in het vergroten van de woningvoorraad.

Conclusie beleidskaders
Zowel de structuurvisie als de woonvisie spreken zich eigenlijk niet uit op het schaalniveau van één woning. Met de realisatie van een woning wordt echter leegstand opgeheven, wordt een woning toegevoegd aan de woningvoorraad en wordt de Meloenstraat een volledige woonstraat. Zodoende voldoet de aanvraag aan de uitgangspunten van de structuurvisie en woonvisie.

3.3 Maatschappelijke voorzieningen

Gelet op de trend dat maatschappelijke voorzieningen zich steeds meer concentreren; het aantal (huis)artsen in de omgeving; en de ligging van de Meloenstraat, wordt niet verwacht dat er vanuit de maatschappelijke voorzieningen vraag is naar vestiging in de Meloenstraat.

Het feit dat de voormalige huisartsenpost al ruim 2 jaar leeg staat ondersteunt dit.

3.4 Stedenbouw

De Meloenstraat is een volledige woonstraat waarbij een extra kleine woning binnen de bestaande bebouwing passend is.

Het perceel met gebouw is geschikt als kleine woning met voldoende buitenruimte in de vorm van de achtertuin waar eventueel een bijgebouw kan komen. De gebouwtypologie van één laag met kap leent zich voor een kleine woning. Aan het uiterlijk van het pand verandert vooralsnog niks.

Stedenbouwkundig zijn er derhalve geen belemmeringen om aan de aanvraag mee te werken.

3.5 Verkeer en parkeren

De aanvraag betreft het wijzigen van de functie in een pand van een zorgpraktijk (arts/tandarts) naar wonen. Het pand ligt binnen 400 meter van station Leiden Lammenschans en valt daardoor wat betreft parkeernormering in het gebied 'schil bij station'.

In de oude situatie was er een praktijk met één behandelkamer. De parkeervraag van de oude situatie bedraagt 1,5 p.p.

In de nieuwe situatie ontstaat een zelfstandige woning met een b.v.o. van circa 110 m2. De parkeervraag die hierbij hoort bedraagt 1,2 p.p.

Door de functiewijziging neemt de parkeervraag dus af.

Verkeerskundig zijn er ook geen belemmeringen om de omgevingsvergunning te verlenen.

3.6 Milieu

Inleiding

De Omgevingsdienst West-Holland heeft de aanvraag beoordeeld op een aantal relevante milieuaspecten die hierna afzonderlijk worden toegelicht.

Besluit milieueffectrapportage (m.e.r.)

In het Besluit milieueffectrapportage is bepaald dat een milieueffectbeoordeling uitgevoerd moet worden als een project belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu heeft. Het gaat dan om een project dat genoemd is in de bijlage onder D van het Besluit m.e.r. In dit geval wordt het plan wel genoemd in deze bijlage (categorie D 11.2 , stedelijk ontwikkelingsproject). Gelet op het feit dat het slechts één woning betreft in een stedelijk gebied is beoordeeld dat dit niet nodig is.

Bedrijven en milieuzonering

Aan de achterzijde van de planlocatie zijn de dichtstbijzijnde inrichtingen gelegen aan de oostzijde van de Trekvliet, aan de Zoeterwoudseweg. De afstand van de planlocatie tot deze inrichtingen varieert van 67 tot 84 meter. De meest zware inrichting is sporthal "Vlietlijn", met een milieucategorie van 3.1. De gewenste afstand tot een dergelijke inrichting is 50 meter voor geluid. De inrichtingen aan de westzijde van de Trekvliet liggen te ver weg van de planlocatie (> 150m) om op basis van hun milieucategorie van invloed te kunnen zijn.

Wet Milieubeheer

Aangezien het hier niet om een inrichting volgens de Wet milieubeheer gaat, is deze dan ook niet van toepassing.

Bodem

Op de locatie is een leegstaand pand met een maatschappelijke functie (praktijk) aanwezig. De bestemming zal worden gewijzigd in een woning. Er zijn van dit perceel geen bodemonderzoeksgegevens bekend.

In de huidige situatie is reeds sprake van een pand met een klein voortuintje en een deels verharde achtertuin. Op de locatie hebben in het verleden geen verdachte bedrijfsactiviteiten plaatsgevonden. Tevens is de directe omgeving onverdacht op het voorkomen van bodemverontreiniging. Uit de meegezonden informatie blijkt ook dat er niet zal worden geroerd in de bodem. Om de bovenstaande redenen wordt geen bodemonderzoek verlangd.

Indien er grond wordt aan-of afgevoerd moet dit plaatsvinden volgens de door de overheid gestelde regels. In het bijzonder wordt gewezen op het Besluit bodemkwaliteit.


Geluid

De woning ligt binnen de geluidzone van de Tomatenstraat en de spoorlijn Leiden-Alphen aan den Rijn. Gezien de afschermende werking van de tussenliggende bebouwing zal de voorkeursgrenswaarde voor weg- en railverkeerslawaai niet worden overschreden. Aanvullend akoestisch onderzoek kan achterwege blijven. Voor dit aspect is er geen belemmering voor de realisering van het plan.


Luchtkwaliteit

Het betreft de verandering van een maatschappelijke voorziening naar de uitbreiding van een woning. Dit zal geen extra verkeer genereren. De verandering is zo kleinschalig dat de invloed op de luchtkwaliteit klein is waardoor het project als NIBM kan worden aangeduid. Er hoeft dus niet getoetst te worden aan de grenswaarden.

Uit oogpunt van goede ruimtelijke ordening dient wel afgewogen te worden of het aanvaardbaar is om het project op deze locatie te realiseren. In dit geval is getoetst aan de ambities voor luchtkwaliteit uit het regionaal beleidskader voor duurzame stedenbouw (RBDS) en de Duurzaamheidsagenda 2011-2014.

Om inzicht te geven in de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging als gevolg van het plan kunnen de concentraties uit de digitale monitoringstool, die behoort bij het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit) worden gebruikt. Uit de monitoringstool blijkt dat de concentraties stikstofdioxide en fijn stof ter plaatse van de dichtst bijgelegen drukke doorgaande weg, de Vrijheidslaan, respectievelijk 32,7 µg/m3 (2011) en 27,4 µg/m3 (2011 zonder zeezoutaftrek) bedragen. Het de verwachting dat door het schoner worden van de autotechniek de concentratie van met name stikstofdioxide in de toekomst nog lager is. Hiermee wordt voldaan aan de extra ambities voor luchtkwaliteit uit het RBDS en de ambities van de duurzaamheidsagenda.

Conclusie

Het plan voldoet aan de Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteitseisen. Verder wordt voldaan aan de ambities uit het regionaal beleidskader duurzame stedenbouw. Hierdoor zijn er geen belemmeringen voor dit plan met betrekking tot de luchtkwaliteit.


Externe Veiligheid

Het plan ligt niet in het invloedsgebied van een bedrijf waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen of geproduceerd. Ook ligt het niet in een invloedsgebied van een spoorlijn, waterweg of buisleiding die wordt gebruikt voor het transport van gevaarlijke stoffen.

De locatie ligt in het effectgebied van de A4, maar wel een op ruime afstand van 1,5 km. Vanwege het transport van toxische vloeistoffen van categorie LT3 heeft de A4 een effectgebied van meer dan 4 kilometer. Een enkele nieuwe woning heeft geen effect op de hoogte van het groepsrisico of op andere externe veiligheidsaspecten zoals bereikbaarheid, capaciteit hulpverleningsdiensten of zelfredzaamheid.

De locatie ligt op circa 400 meter van de N206 (Lammenschansplein, Voorschoterweg). Een enkele woning heeft geen effect op de hoogte van het groepsrisico of op andere externe veiligheidsaspecten zoals bereikbaarheid, capaciteit hulpverleningsdiensten of zelfredzaamheid.

Externe veiligheid is geen belemmering voor het realiseren van het plan.


Duurzaamheid

De gemeente Leiden hanteert als uitgangspunt bij bouwprojecten de Regionale DuBoPlus Richtlijn 2008 als duurzaam bouwen-maatlat. Over de nagestreefde kwaliteit en duurzaamheid van het project kunnen op vrijwillige basis afspraken gemaakt worden tussen de gemeente en de ontwikkelaar. Voor kleine bouwprojecten als het onderhavige bouwproject informeert de gemeente initiatiefnemers over duurzaam bouwen via het Infoblad Milieuvriendelijk bouwen en verbouwen. Dit infoblad staat op de website van de Omgevingsdienst: www.odwh.nl/dubo.


Conclusie

Geconcludeerd wordt dat geen van de milieuaspecten een belemmering vormt voor het realiseren van dit plan.

3.7 Integrale afweging

Het realiseren van een woning in het bestaande pand Meloenstraat 39 past niet binnen de maatschappelijke bestemming uit het vigerende bestemmingsplan. Het pand is echter al ruim 2 jaar niet meer in gebruik als huisartsenpraktijk. Gelet op de trend dat maatschappelijke voorzieningen zich steeds meer concentreren; het aantal (huis)artsen in de omgeving; en de ligging van de Meloenstraat, wordt niet verwacht dat er vanuit de maatschappelijke voorzieningen vraag is naar vestiging in de Meloenstraat.

De woning wordt volledig binnen de bestaande bebouwing gerealiseerd, er vinden geen uitpandige wijzigingen plaats. Het perceel met gebouw is geschikt als kleine woning met voldoende buitenruimte in de vorm van de achtertuin waar eventueel een bijgebouw kan komen. Stedenbouwkundig zijn er derhalve geen belemmeringen om aan de aanvraag mee te werken.

De functiewijziging levert een kleine afname van de parkeereis op en er zijn geen milieubelemmeringen. Al met al zijn er, vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, geen bezwaren om de omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het geldende bestemmingsplan.

Hoofdstuk 4 Procedurele aspecten

4.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Op grond van artikel 2.10, lid 1 onder c van de Wabo dient een omgevingsvergunning geweigerd te worden voor aanvragen die in strijd zijn met het bestemmingsplan. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend na het voeren van een procedure tot afwijking van het bestemmingsplan. Hierbij gelden drie mogelijkheden:

  • 1. indien in het bestemmingsplan een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid wordt gegeven kan deze toegepast worden op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 1° van de Wabo;
  • 2. indien het bestemmingsplan geen binnenplanse afwijkingsmogelijkheid biedt, maar bij algemene maatregel van bestuur afgeweken kan worden, dan kan de omgevingsvergunning worden verleend na toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2° van de Wabo;
  • 3. indien aan geen van bovenstaande voldaan kan worden, maar de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat, dan kan een procedure ex artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3° van de Wabo doorlopen worden. Op deze procedure is afdeling 3.4 Awb van toepassing.

In artikel 4 van Bijlage II bij het Bor zijn de zogenoemde 'kruimelgevallen' opgenomen waarvoor een buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2° van de Wabo. In artikel 5 van deze Bijlage II is echter opgenomen dat bij toepassing van artikel 4 het aantal woningen gelijk blijft. Dat is in voorliggende aanvraag niet het geval. De aanvraag kan zodoende alleen mogelijk worden gemaakt met artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, Wabo.

Dit kan indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Voorliggende rapportage betreft de goede ruimtelijke onderbouwing voor dit project.

4.2 Verklaring van geen bedenkingen

Op grond van artikel 6.5, eerste lid Bor (Besluit omgevingsrecht) is een zogenaamde verklaring van geen bedenkingen (vvgb) van de gemeenteraad vereist bij toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° Wabo. Met een dergelijke verklaring kan de gemeenteraad, alhoewel zij niet het bevoegd gezag is voor het nemen van een besluit op de aanvraag, toch haar goedkeuring of afkeuring uitspreken over een plan. Een dergelijke instemming heeft een bindende status: het College kan een omgevingsvergunning niet verlenen zolang de gemeenteraad geen verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven.

In Leiden is door de gemeenteraad op grond van artikel 6.5, derde lid een lijst van categorieën vastgesteld waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist (Rv 10.0122). Voorliggende aanvraag past binnen deze categorieën en een vvgb is derhalve niet vereist.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

In artikel 6.12 lid 1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Wat onder een bouwplan moet worden verstaan is opgenomen in artikel 6.2.1 Bro. Het plan is niet aan te merken als een bouwplan in de zin van artikel 6.2.1 Bro. Er hoeft derhalve geen exploitatieplan te worden opgesteld.

Voor het eventuele verhalen van (planschade) kosten, is een planschadeovereenkomst afgesloten tussen de gemeente Leiden en de aanvrager.

De aanvrager draagt de kosten voor het realiseren van het project. De gemeente Leiden zal
geen investeringen doen.

Hiermee is de financiële uitvoerbaarheid van het plan aangetoond.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Zienswijzen

Via een publicatie in de Stadskrant, de Staatscourant en plaatsing op de gemeentelijke website is de ter inzage legging van de ontwerp omgevingsvergunning gemeld. Tijdens de inzage periode van zes weken wordt een ieder in de gelegenheid gesteld om zijn of haar zienswijzen tegen het voorgenomen besluit kenbaar te maken.

Beroep

Na de ter inzage termijn van het ontwerpbesluit zullen de eventueel ingebrachte zienswijzen worden beantwoord. Afhankelijk van de uitkomst hiervan neemt het college het definitieve besluit om de omgevingsvergunning te weigeren dan wel te verlenen.

Dit besluit zal zes weken ter inzage worden gelegd. Tijdens deze termijn kan direct beroep worden ingesteld of een verzoek om een voorlopige voorziening worden ingediend bij de rechtbank tegen de verleende omgevingsvergunning of de weigering door de volgende personen:

  • belanghebbenden die tijdig een zienswijze hebben ingebracht tegen het ontwerpbesluit;
  • belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijze te hebben ingebracht tegen het ontwerpbesluit.


De definitieve vergunning zal dan in werking treden een dag na de afloop van de beroepstermijn of wanneer op een eventueel verzoek om voorlopige voorziening is besloten. Deze beroepstermijn zal worden aangekondigd in de Stadskrant en de Staatscourant.