Plan: | Haagwegterrein Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.BP00071-0301 |
Structuurvisie Leiden 2025
Op 17 december 2009 heeft de Leidse gemeenteraad de Structuurvisie 2025 vastgesteld. De structuurvisie bouwt voort op het Structuurplan Boomgaard van Kennis en de in 2004 vastgestelde Ontwikkelingsvisie: Leiden stad van ontdekkingen. Daarnaast is bij het opstellen van de structuurvisie gebruik gemaakt van de Regionale Structuurvisie van Holland Rijnland. De prioriteiten die in de Regionale Structuurvisie voor Leiden zijn benoemd, vormden het vertrekpunt voor het opstellen van de gemeentelijke structuurvisie. Daarnaast zijn ambities en verwachtingen uit overleg met partijen en stadspartners vertaald naar beleidsmatige uitgangspunten. Dit heeft geleid tot een Structuurvisie met de volgende ambities:
In de Structuurvisie is geen specifieke tekst opgenomen over het Haagwegterrein. Wel is het gebied op de verbeelding in de Structuurvisie aangewezen als 'nieuw te ontwikkelen gemengd stedelijk milieu'.
Figuur 4 - Fragment van de verbeelding van de Structuurvisie Leiden 2025, met daarop het Haagwegterrein aangeduid als ontwikkelingslocatie met een gemengd stedelijk milieu.
Woonschepenverordening 2000
De woonschepenverordening 2000, vastgesteld op 25 januari 2000, stelt de beschikking over een ligplaatsvergunning noodzakelijk voor het innemen van een ligplaats met een woonschip. Een dergelijke vergunning kan alleen worden afgegeven voor de locaties genoemd in het ligplaatsenplan en alleen wanneer de aanvrager over een woonschip beschikt met afmetingen die gelijk of kleiner zijn dan de in het ligplaatsenplan aangegeven maximale maten. Het ligplaatsenplan is onderdeel van de woonschepenverordening.
Figuur 5 - Detailkaart uit het ligplaatsenplan, met betrekking tot de Spoorweghaven e.o.
Voor de Spoorweghaven voorziet het ligplaatsenplan in een tiental ligplaatsen. Van die tien ligplaatsen zijn thans twee ligplaatsen ingenomen, ter hoogte van de ligplaatsen met nummers 3 en 4 op de betreffende detailkaart (zie figuur 5). In bestemmingsplan Haagwegterrein-Oost is alleen in de aanwezigheid van deze twee aanwezige woonschepen voorzien, de overige acht ligplaatsen zijn niet in het bestemmingsplan opgenomen. Daar zijn verschillende redenen voor:
Bestemmingsplan Vreewijk
Bestemmingsplan Vreewijk bepaalde oorspronkelijk het planologische regime voor de gehele Vreewijk, maar na de actualisatie van het grootste deel van het aanvankelijke plangebied door de inwerkingtreding van bestemmingsplan Zuidelijke Schil vigeert bestemmingsplan Vreewijk alleen nog voor het oostelijke Haagwegterrein (zie figuur 1).
Zoals in paragraaf 2.3 aangegeven, wordt bij de actualisatie van het planologisch regime op een aantal belangrijke punten van bestemmingsplan Vreewijk afgeweken. De eerste afwijking betreft het verdwijnen van de bedrijvenstrip langs het voormalige overslagstation voor spoorgoederen, aan de achterzijde van de woningen aan de Rijn- en Schiekade. In plaats van een bedrijvenstrip is het bestaande parkeerterrein in het bestemmingsplan opgenomen. Het zuidelijke deel van het spoorterrein krijgt een groenbestemming met wijzigingsbevoegdheid.
De gemeenteraad van Leiden heeft zich door vaststelling van het uitvoeringsbesluit Haagwegterrein in maart van 2009, conform het eerder vastgestelde structuurplan "Leiden, Boomgaard van Kennis", gecommitteerd aan de ontwikkeling van grondgebonden woningen op het oostelijke Haagwegterrein en (voorlopig) behoud van het parkeerterrein. Omdat de gronden die voor woningbouwontwikkeling in aanmerking komen inmiddels aan ontwikkelcombinatie La Linea CV zijn verkocht, is niet aannemelijk dat een bedrijvenstrip op het terrein kan en zal worden ontwikkeld.
De nieuwbouwplannen van La Linea CV zijn echter nog niet voldoende uitgewerkt om ze direct in deze actualisatie van het planologische regime mee te nemen. De uitgangspunten voor het project 'Oase' zijn wel voldoende concreet om als kaders te kunnen dienen voor een later op te stellen wijzigingsplan. De ontwikkelingslocatie krijgt daarom een groenbestemming, conform huidig gebruik, en de gemeente Leiden zal na uitwerking van de nieuwbouwplannen een aparte planologische procedure voeren om de beoogde ontwikkeling mogelijk te maken.
Een tweede wijziging van het planologisch regime betreft de groenbestemming van het voormalige tankstation aan de Haagweg. Het tankstation, zoals dat ook in bestemmingsplan Vreewijk is opgenomen, is verdwenen in 1990. De locatie is op basis van het bovengenoemde uitvoeringsbesluit Haagwegterrein uit 2009 aangewezen als ontwikkelingslocatie voor een appartementengebouw met ca. 20 woningen, zoals ook omschreven in paragraaf 2.1.3. Voor dit plan, 'Amfibisch 20' genaamd, geldt evenals voor de ontwikkellocatie aan de oostkant van het spoor, dat de plannen nog niet voldoende zijn uitgewerkt om in een bestemmingsplan te kunnen opnemen en gelijktijdig een hoge mate van rechtszekerheid te bieden voor omwonenden. In afwachting van de uitwerking van het plan is aan de locatie de bestemming 'Groen' gegeven. Ook hier beoogt de gemeente door middel van een aparte planologische procedure in een later stadium mee te werken aan een ontwikkeling, zij het dat de uitgangspunten niet voldoende helder zijn om een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan op te kunnen nemen.
Figuur 6 - Fragment van de verbeelding bij bestemmingsplan Vreewijk met relevante delen van de legenda, met daarop de locaties 'Haagweg 11' (met bestemming Openbaar groen en aanduiding Voetgangersroute op het achterterrein) en 'Amfibisch 20' (met bestemming Benzine verkooppunt).
Het terrein achter de bebouwing met adressen Haagweg 9-11 is in bestemmingsplan Vreewijk aangewezen voor groenvoorzieningen met een voetgangersroute over de Spoorweghaven. De aanleg van de destijds beoogde voetgangersroute langs de Rijn is door de verkoop van het aan de andere zijde van het water gelegen voormalige kloosterterrein onmogelijk geworden. De uitvoerbaarheid van een dergelijke route is daarmee niet aannemelijk te maken. Voor het gehele perceel Haagweg 11 is daarom gekozen de bestaande situatie als zodanig te bestemmen.
Hoogbouwvisie
De Leidse Hoogbouwvisie omschrijft het gemeentelijke beleid rondom hoogbouw en bevat toetsingscriteria voor plannen met betrekking tot bouwwerken met een hoogte van 30 meter of meer. De Hoogbouwvisie stelt kortgezegd dat hoogbouw niet alleen moet worden gezien als oplossing voor verdichting op plekken waar de druk op de beperkte ruimte groot is, en dat hoogbouw voor de gebruikers een bijzondere woon- of werkomgeving biedt, maar ook dat hoogbouw een functie kan vervullen als herkenningspunt of markeringspunt. Vanuit die redenering wijst de Hoogbouwvisie een aantal gebieden aan waar hoogbouw gewenst is. Die gebieden bevinden zich rondom NS-stations Leiden Centraal en Leiden Lammenschans, bij belangrijke knooppunten in de stad en ter plaatse van wijk- en buurtcentra. Daarnaast kan hoogbouw dienen ter markering van de grens tussen stad en land en tussen verschillende wijken onderling.
Ook de strook aan de westzijde van de spoorlijn Leiden-Utrecht is aangewezen als gebied waar incidenteel hoogbouw kan plaatsvinden. Het ROC-Lammenschanscomplex, de woontoren bij de Vrijheidslaan, de Keektoren en de Verleyding zijn daarvan al bestaande of planologisch toegestane voorbeelden. De ontwikkelingslocatie 'Amfibisch 20' betreft ook een locatie waar hoogbouw vorm kan krijgen, al is hier een gebouw met een verhoudingsgewijs minder grote hoogte gewenst, gelet op het profiel van de Haagweg.
De Hoogbouwvisie slelt ook beperkingen aan de realisatie van hoogbouw, die een plek in het vigerende bestemmingsplan behoren te krijgen. Naast regelingen voor de bescherming van molenbiotopen rondom molen De Put en molen d' Heesterboom (ook vereist op basis van de Verordening Ruimte) is een beschermende regeling voor het in Leiden aanwezige straalpad gewenst (zie figuur 7).
Figuur 7 - Weergaves van hoogtebeperkende straalpaden (links) en molenbiotopen (rechts).
Ecologisch Beleidsplan Leiden en GroenActiePlan (GAP)
De gemeente Leiden heeft haar ambities op het gebied van biodiversiteit, natuur en ecologie vastgelegd in het Ecologisch Beleidsplan Leiden (EBL) uit 1998. De beleidskaders in dat EBL worden elke twee tot vier jaar opnieuw vertaald naar concrete projecten in een actieplan of uitvoeringsprogramma. In het laatste actieplan, getiteld GroenActiePlan en vastgesteld in mei 2008, zijn verschillende gemeentebrede en locatiespecifieke acties en projecten benoemd ter versterking van de kwaliteit, bruikbaarheid en beleving van het groen in de stad. De acties kunnen op concrete ingrepen in de openbare ruimte zijn gericht, zoals de aanplant van bomen in de binnenstad en de aanleg van natuurvriendelijke oevers langs een aantal in het plan benoemde watergangen, maar ook op een bevordering van de bekendheid van groengebieden en het verbeteren van educatie en participatie rondom biodiversiteit en ecologie.
Eén van de acties betrof het organiseren van workshops met experts, bewoners en geïnteresseerden, om nieuwe mogelijkheden te verkennen de biodiversiteit in de stad te bevorderen. De workshops hebben in juni 2009 geleid tot de 'Gezamenlijke visie Biodiversiteit in en om Leiden', een boekje dat verschillende ideeën bundelt. De ideeën zullen, voor zover voldoende concreet en uitvoerbaar, worden opgenomen in het eerstvolgende uitvoeringsprogramma of actieplan en op die manier worden omgezet in daadwerkelijke projecten.
Het GroenActiePlan beschrijft geen concrete acties gericht op een herinrichting van het Haagwegterrein, omdat de ambities ter bevordering van de biodiversiteit op het Haagwegterrein zijn gekoppeld aan de herontwikkeling van het gebied en daarom samen met de woningbouwdoelstellingen op het terrein in een eigen project zijn ondergebracht, met een eigen begroting. Plannen tot herinrichting van het groengebied ten zuiden van deelgebied 'Oase' zijn dan ook opgenomen in het projectgebonden Beeldkwaliteitsplan Haagwegterrein uit 2004, waarin ook de verschillende nieuwbouwprojecten 'In de Hoven', 'Amfibisch', 'Oase' en 'Bon Bon' een plaats hebben gekregen. Zoals toegelicht in paragraaf 2.1.3. zijn de eerder beoogde fietstunnel onder het spoor en het deelproject 'Bon Bon' in 2005 komen te vervallen en zijn de plannen voor het deelgebied 'Oase' gewijzigd. Een groot deel van het Beeldkwaliteitsplan is dan ook niet meer actueel. De globale uitgangspunten met betrekking tot de inrichting van het gebied ten zuiden van deelgebied 'Oase' blijven wel van toepassing. De gemeente houdt onverminderd vast aan de ambitie de nodige watercompensatie voor het project 'Oase' in de zuidelijke punt van het Haagwegterrein te realiseren en/of door verbreding van de sloot achter de woningen aan de Rijn- en Schiekade, en daarbij natuurvriendelijke oevers aan te leggen ter bevordering van de biodiversiteit. Ook acht de gemeente de mogelijkheid tot beleving van het groen van groot belang en blijft het daarom een uitgangspunt het gebied met een pad toegankelijk te maken voor omwonenden.
De herinrichting van de openbare ruimte op het Haagwegterrein, en dus ook van het groengebied ten zuiden van projectgebied 'Oase', wordt grotendeels gefinancierd uit de opbrengsten van de bovengenoemde woningbouwprojecten. Ontwikkelcombinatie La Linea CV is op grond van de ontwikkelovereenkomst met de gemeente gehouden bij oplevering van elk deelproject een vooraf bepaald bedrag aan de gemeente af te staan ten behoeve van de totale grondexploitatie. Het graven van waterpartijen met natuurvriendelijke oevers en het aanleggen van een ontsluitingspad in het groengebied is daarom niet realiseerbaar voordat project 'Oase' in aanbouw wordt genomen. Bovendien zijn de locatie en oppervlakte van de toe te voegen waterpartijen én de route van een pad afhankelijk van de inrichting van deelgebied 'Oase'. In paragraaf 5.3.2 is beschreven hoe de ambities op het gebied van biodiversiteit op het Haagwegterrein in relatie met de koppeling aan de woningbouwprojecten zijn vertaald in de regels en verbeelding van dit bestemmingsplan.