| Plan: | A4/Cronesteyn |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.BP00008-0301 |
Bij het opstellen van het onderhavige bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening geformuleerde uitgangspunten. Daarnaast is voor het bestemmingsplan aangesloten bij de landelijke standaard voor bestemmingsplannen: de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP2008).
Begripsbepalingen (artikel 1)
In de begripsbepaling worden begrippen waar nodig beschreven om zodoende interpretatieproblemen te voorkomen. Veelal worden begrippen gedefinieerd die in de regels worden gebruikt en daar een bijzondere betekenis hebben, die afwijkt van of niet dan wel niet vaak voorkomt in het 'normale' spraakgebruik. Wanneer een begrip niet opgenomen is in de begripsomschrijvingen/-bepalingen en er ontstaat een interpretatieprobleem dan is het normale spraakgebruik richtinggevend. De begripsomschrijvingen/-bepalingen zijn niet uitputtend bedoeld. De belangrijkste en/of onduidelijke begrippen zijn opgenomen in dit artikel.
Wijze van meten (artikel 2)
De wijze van meten beschrijft hoe de genoemde maatvoeringen in de diverse bestemmingsbepalingen gemeten dienen te worden.
In de regels is per bestemming een set bepalingen opgenomen waaruit valt op te maken wat wel en niet is toegestaan. Hieronder is elk van de bestemmingen kort beschreven.
Agrarisch (artikel 3)
In het Polderpark Cronesteyn zijn agrarische percelen aanwezig. Op deze gronden vindt veeteelt plaats. Het betreft grotendeels open grond. Bebouwing behorend bij de zorgboerderij en een aanwezige kas elders zijn van een strak bouwvlak voorzien om daarmee de openheid voor het overige te waarborgen. Met aanduidingen is aangegeven dat de gronden tevens over landschaps- en natuurwaarden beschikken.
Bedrijf (artikel 4)
Het plangebied kent één bedrijfsperceel, deze ligt in de oksel van de A4/N11. Op basis van de afstand tot milieugevoelige functies in de omgeving is voor dit perceel bedrijfscategorie 4.1. als maximum bedrijfscategorie vastgelegd.
Vanuit milieuoogpunt zijn geluidszoneringsplichtige inrichtingen en Bevi-inrichtingen uitgesloten. Vanuit het provinciaal beleid zijn zelfstandige kantoren eveneens uitgesloten.
Het bedrijf kent een ruim bouwvlak met een maximum bebouwingspercentage, waarbinnen gebouwen en overkappingen mogen worden opgericht.
Het artikel omvat specifieke gebruiksregels, waarmee onder andere bedrijfswoningen worden uitgesloten, opslag en uitstalling uitsluitend achter de voorgevellijn hoofdgebouw wordt toegestaan, de maximum oppervlakte van bedrijfsgebonden kantoren is vastgelegd en ondersteunende detailhandel en horeca worden toegestaan.
Tot slot is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om bedrijfsactiviteiten toe te staan uit een hogere categorie of bedrijven die in het geheel niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomen. Voorwaarde hierbij is dat de betreffende bedrijven naar aard en omvang te vergelijken zijn met bedrijven die wel in directe zin zijn toegestaan.
Bedrijf - Gasverdeelstation (artikel 5)
Het gasverdeelstation langs de A4 is van een specifieke bestemming voorzien, waarin uitsluitend het gasverdeelstation als bedrijfstype wordt toegestaan. Het artikel biedt daarnaast de ruimte voor de leidingen die in verbinding staan met het station.
Groen (artikel 6)
Grotere groengebieden die medebepalend zijn voor de ruimtelijke structuur, ook wel structuurgroen genoemd, zijn bestemd voor Groen. In dit geval is het overgrote deel van Polderpark Cronesteyn als Groen bestemd. Binnen de bestemming kunnen onder andere fiets- en voetpaden alsmede speelvoorzieningen worden aangelegd en kleinschalige nutsvoorzieningen worden geplaatst.
Maatschappelijk (artikel 7)
De zorgboerderij die in het Polderpark Cronesteyn is gelegen is bestemd als Maatschappelijk. Middels een bebouwingspercentage en hoogtebepalingen worden eisen gesteld aan omvang van de bebouwing.
Recreatie (artikel 8)
Alle gronden die bedoeld zijn voor zowel dag- als verblijfsrecreatie, zijn binnen de algemene bestemming 'Recreatie' opgenomen. Specifieke functies zijn met een aanduiding op de plankaart opgenomen. De volkstuinen, het bijbehorende parkeerterrein, het kampeerterrein en het kleinschalig kampeerterrein zijn van een specifieke functieaanduiding voorzien.
De regeling voor de volkstuinen is daarbij afgestemd op de regeling uit het bestemmingsplan Oostvlietpolder. In het kader van dat plan heeft afstemming met de gemeente plaatsgevonden over de toegestane oppervlakte van bouwwerken voor recreatief gebruik. Een specifieke voorwaarde daarbij is dat (recreatief) nachtverblijf is uitgesloten. Met uitzondering van het kampeerterrein is dit daarom als specifieke gebruiksregel opgenomen.
Voor het bezoekerscentrum en het educatiecentrum zijn twee aanduidingen voor specifieke vorm van recreatie opgenomen. Op het kampeerterrein zijn ten behoeve van facilitaire voorzieningen in geringe mate gebouwen toegestaan.
Verkeer (artikel 9)
De wegen buiten het tracé van de A4 zijn bestemd als Verkeer. Deze bestemming houdt een globaal profiel aan, waarbinnen bijvoorbeeld ook vluchtstroken, bermen of voorsorteerstroken vallen.
Dit kan op specifieke punten leiden tot een bestemming die breder is dan de weg zelf. Om te voorkomen dat de weg als gevolg daarvan zonder meer kan worden uitgebreid c.q. verbreed, wat vanuit milieukundig oogpunt te grote effecten kan leiden, is een specifieke gebruiksregel opgenomen die het toegestane aantal rijstroken regelt.
Verkeer - Railverkeer (artikel 10)
De spoorlijn Leiden-Alphen aan de Rijn is bestemd tot Verkeer - Railverkeer. Daar waar de spoorlijn verkeerswegen kruist, blijft de bestemming Verkeer - Railverkeer leidend. Ter plaatse wordt door middel van een aanduiding het kruisende wegverkeer mogelijk gemaakt. Dit geldt overigens niet voor de kruising met het tracé van de A4.
Verkeer - Snelweg (artikel 11)
Het verbrede tracé van de A4 is bestemd tot Verkeer - Snelweg. Binnen deze bestemming zijn zowel het verkeer over de weg als bijbehorende voorzieningen toegestaan. Daarbij valt te denken aan nutsvoorzieningen, geluidswerende voorzieningen, (civieltechnisch) kunstwerken, groen en water.
Gemotoriseerd verkeer is in algemene zin toegestaan, ook kruisende verkeerswegen passen dus binnen deze bestemming. Ook kruisingen met langzaam verkeer worden toegestaan. Om die reden zijn kruisende verkeerswegen en langzaam verkeerverbindingen niet specifiek aangegeven. Dit geldt niet voor railverkeer. Over het tracé van de A4 zijn aanduidingen opgenomen om kruisingen met railverkeer en langzaam verkeer mogelijk te maken.
Net als bij de reguliere verkeersbestemming is een specifieke gebruiksregel opgenomen die betrekking heeft op het maximum aantal toegestane rijstroken. In dit geval betreft het echter niet alleen bestaande rijbanen, maar ook nieuw aan te leggen rijbanen. Om die reden is vastgelegd dat voor de A4 en voor aan te passen wegen in het gebied het aantal rijstroken zoals vastgelegd in het tracébesluit bindend is als maximum. Voor overige wegen, waarvoor geen ingrepen nodig zijn, is het bestaande aantal rijstroken als maximum vastgelegd.
Water (artikel 12)
Hoofdwatergangen en structuurbepalende waterpartijen zijn bestemd als Water. Waar doorgaande wegen of railwegen het water kruisen is de betreffende verkeersbestemming opgenomen. Overigens zijn bruggen ter ontsluiting van afzonderlijke percelen niet op de verbeelding aangegeven, deze zijn in het algemeen toegestaan binnen de bestemming.
Wonen (artikel 13)
De aanwezige woningen aan de zuidkant van het Polderpark Cronesteyn zijn positief bestemd. Daarbij is het hoofdgebouw van een bouwvlak voorzien, uitsluitend daarbinnen is het hoofdgebouw toegestaan.
Erfbebouwing, zoals schuurtjes of aan- en uitbouwen, zijn ook buiten het bouwvlak toegestaan, maar moeten wel passen binnen de aanduiding 'erf'. Deze is alleen aan de zij- en achterzijde van het hoofdgebouw opgenomen, zodat de voorzijde altijd vrij blijft van gebouwen en overkappingen.
Leiding - Gas (artikel 14 en 15)
De gastransport leidingen zijn bestemd als Leiding - Gas. Gelet op de verschillen in leidingdruk, de daarmee gemoeide externe veiligheidsinvloed en de verschillen in de breedte van de belemmeringenstrook, zijn hiervoor twee verschillende artikelen opgenomen. Uitgezonderd van de maximum leidingdruk (40 bar en 66,2 bar) en de breedte van de belemmeringenstrook (4m en 5m) zijn de regels uit beide artikelen gelijkluidend.
Leiding - Water (artikel 16)
De hoofdwater- en ruwwatertransportleiding die door het plangebied lopen, zijn bestemd als Leiding - Water. Hiermee wordt zowel de ligging van de leidingen vastgelegd, alsmede de bijbehorende belemmeringenstrook.
Waarde - Archeologie (artikel 17, 18 en 19)
Conform het gemeentelijk archeologiebeleid zijn de binnen het plangebied voorkomende archeologische verwachtingswaarden als archeologische dubbelbestemming opgenomen. Het betreft de archeologische verwachtingswaarden 3, 5 en 7.
Het tracé van de snelweg na reconstructie wordt uitgezonderd van deze dubbelbestemming. Op basis van archeologisch onderzoek in het kader van het Tracébesluit is dit gebied vrijgegeven van nader archeologisch onderzoek.
Waterstaat - Waterkering (artikel 20)
De gronden met een waterkerende functie zijn voorzien van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering. In beginsel is het is uitsluitend toegestaan om ten behoeve van de dubbelbestemming te bouwen. Werkzaamheden ten behoeven van de andere ter plaatse opgenomen bestemming is uitsluitend mogelijk via een afwijkingsbevoegdheid, onder de voorwaarde dat hiermee het waterkeringsbelang niet wordt geschaad.
De algemene regels bevatten zes artikelen:
Antidubbeltelregel (artikel 21)
De antidubbeltelregel bepaalt dat grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing blijft.
De antidubbeltelregel is opgenomen in het Bro 2008 met de verplichting deze over te nemen in het bestemmingsplan. De Wro bevat een algemeen verbod om de gronden en bebouwing in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken. Dit hoeft dus niet in de regels te worden opgenomen. Hetzelfde geldt voor de strafbepaling.
Algemene bouwregels (artikel 22)
In de algemene bouwregels is aangegeven dat de bestaande maten die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, als ten hoogste of ten minste toelaatbaar mogen worden aangehouden. Ook bevatten deze regels een bepaling in geval van herbouw op dezelfde locatie.
Algemene aanduidingsregels (artikel 23)
Vrijwaringszone - Molenbiotoop
Deze regels hebben betrekking op de vrijwaringszone van de gebiedsaanduiding molenbiotoop. In deze regels wordt bepaald dat een gebouw, bouwwerk of beplanting moet voldoen aan de molenbiotoopregeling van de provincie Zuid-Holland.
Algemene afwijkingsregels (artikel 24)
Op grond van de algemene afwijkingsregels kan afgeweken worden van het bestemmingsplan in verschillende specifieke gevallen. Het betreft hier bijvoorbeeld het afwijken van de maatvoering, overschrijding van bouwgrenzen en ondergeschikte dakopbouwen.
Overige regels (artikel 25)
De overige regels verwijzen naar andere wetgeving die relevant is voor het bouwen, zoals de bouwverordening.
Overgangsregels (artikel 26)
Het overgangsrecht is opgenomen in het Bro2008 met de verplichting deze over te nemen in het bestemmingsplan.
De overgangsregels bevatten bepalingen omtrent het voortzetten van gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is.
Eenzelfde regeling is opgenomen voor bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een bouwvergunning.
Indien zo'n bouwwerk afwijkt van dit plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, het bouwwerk:
Slotregels (artikel 27)
In de slotregels worden de regels van dit bestemmingsplan aangehaald.