direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Paraplubestemmingsplan geluidzone TenneT-locatie KadIJ (Krimpen aan den IJssel)
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0542.BPLGKLgeluidtennet-on01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Het hoogspanningsstation van TenneT aan de Edisonstraat in Krimpen aan de IJssel is een omvangrijk knooppunt in het electriciteitsnetwerk van Nederland. Op dit netwerk zijn producenten en consumenten aangesloten. In juni 2021 heeft TenneT een omgevingsvergunning aangevraagd voor het vervangen van een transformator op dit station, waarvan de procedure op dit moment nog loopt. Tevens onderzoekt TenneT momenteel in een apart traject de aansluiting van een nieuwe 380 kV hoog- spanningsverbinding op het hoogspanningsstation via het Rijk. Het gaat hierbij om een extra hoogspanningsverbinding tussen Geertruidenberg en Krimpen aan den IJssel of Crayestein. Tegelijkertijd ondervinden omwonenden geluidoverlast van het station en worden klachten hierover ingediend bij de gemeente.


Het hoogspanningsstation valt aan te merken als een gezoneerd industrieterrein in de zin van de Wet geluidhinder (Wgh) waarvan de geluidscontour zowel op het grondgebied van de gemeente Krimpen aan den IJssel als Krimpenerwaard is gelegen. Aangezien deze geluidzone verouderd en onnodig ruim is, wordt deze parapluherziening opgesteld waarbij de geluidzone wordt aangepast. Uitgangspunt daarbij is de door TenneT op 4 juni 2021 ingediende aanvraag omgevingsvergunning voor het wijzigen van de bedrijfssituatie ter plaatse, plus 3dB(A) ontwikkelruimte.


Met dit paraplubestemmingsplan wordt de verkleining van de geluidzone in een aantal plannen - betreft de aanduiding "geluidzone-industrie" - doorgevoerd, ook deels in de gemeente Krimpenerwaard. Hierbij heeft de gemeente Krimpen aan den IJssel de wens om deze wijziging middels het huidige recht te regelen. Dit betekent dat het ontwerpbestemmingsplan ter inzage wordt gelegd voor de beoogde datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet .

1.2 Ligging plangebied en geluidzone

Het plangebied van deze parapluherziening betreft alle gronden binnen de huidige geluidscontour van het gezoneerde industrieterrein. Hiermee is het plangebied van deze parapluherziening groter dan de nieuw vastgestelde geluidscontour. Ook de gronden waarop de aanduiding 'geluidzone-industrie' komt te vervallen, behoren immers tot het plangebied van deze parapluherziening.


Aangezien de huidige geluidscontour gedeeltelijk binnen de gemeente Krimpen aan den IJssel en gedeeltelijk in de gemeente Krimpenerwaard ligt, is er in feite sprake van twee plangebieden/bestemmingsplannen. De huidige geluidscontour is met een rode lijn weergegeven in figuur 1.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0542.BPLGKLgeluidtennet-on01_0001.png"Figuur 1.1 Omvang huidige geluidscontour rondom de locatie van TenneT aan de Edisonstraat te Krimpen aan den IJssel


Het plangebied binnen de gemeente Krimpen aan den IJssel komt overeen met het daar gesitueerde deel van de huidige geluidscontour zoals op basis van de aanduiding 'geluidzone-industrie' uit het bestemmingsplan "Langeland". Het totale plangebied binnen de gemeente Krimpen aan den IJssel is weergegeven in figuur 1.2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0542.BPLGKLgeluidtennet-on01_0002.png"

Figuur 1.2 Ligging plangebied binnen de gemeente Krimpen aan den IJssel


Het plangebied binnen de gemeente Krimpenerwaard komt overeen met het daar gesitueerde deel van de huidige geluidscontour op basis van de aanduiding 'geluidzone-industrie' uit de bestemmingsplannen "Buitengebied Ouderkerk aan den IJssel 2013" en "Landelijk gebied, voormalige gemeente Nederlek". Het totale plangebied binnen de gemeente Krimpenerwaard is weergegeven in figuur 1.3.

afbeelding "i_NL.IMRO.0542.BPLGKLgeluidtennet-on01_0003.png"Figuur 1.3 Ligging plangebied binnen de gemeente Krimpenerwaard


Het voorliggende paraplubestemmingsplan richt zich enkel op het aanpassen van de huidige geluidscontour binnen de gemeente Krimpen aan den IJssel en daarmee enkel het plangebied binnen deze gemeente.

1.3 Vigerende plannen

De desbetreffende geluidscontour, die nu is opgenomen in verschillende bestemmingsplannen, wordt aldus verkleind. Artikel 41, eerste lid, van de Wgh bepaalt dat een krachtens artikel 40 van de Wgh vastgestelde geluidzone alleen kan worden gewijzigd bij vaststelling van een bestemmingsplan. Met deze parapluherziening wordt de verkleining van de geluidscontour in een aantal bestemmingsplannen doorgevoerd. Het gaat hier om bestemmingsplannen in zowel de gemeente Krimpen aan den IJssel als Krimpenerwaard. Het betreft de volgende bestemmingsplannen:

Krimpen aan den IJssel:

Bestemmingsplan   Vastgesteld  
"Langeland"   25 april 2013  
"Veeg-bestemmingsplan-Langeland"   20 september 2018  
"Lansingh-Zuid"   13 juni 2013  
"Veeg-bestemmingsplan-Lansingh-Zuid"   20 september 2018  

Krimpenerwaard:

Bestemmingsplan   Vastgesteld  
“Landelijk gebied, voormalige gemeente Nederlek”   14 juli 2020  
"Buitengebied Ouderkerk aan den IJssel 2013"   9 juli 2014  

1.4 Leeswijzer

Het voorliggende paraplubestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en deze toelichting. De toelichting is opgebouwd uit vijf hoofdstukken. In hoofdstuk 2 wordt de nieuwe begrenzing van de desbetreffende geluidzone gemotiveerd. Hoofdstuk 3 gaat in op het beleidskader. In hoofdstuk 4 wordt een toelichting gegeven op de juridische vormgeving van de parapluherziening. Hoofdstuk 5 gaat ten slotte in op de uitvoerbaarheid van de parapluherziening.

Hoofdstuk 2 Motivering nieuwe geluidzone

2.1 Inleiding

De gemeente Krimpen aan den IJssel beoogt met voorliggende parapluherziening de onnodig ruime geluidcontour te beperken tot een geluidzone die beter aansluit op de actuele geluidproductie van het industrieterrein. Ten behoeve van deze herziening is het akoestisch onderzoek "Parapluplan - onderbouwing wijziging geluidzone industrieterrein EZH/SEP te Krimpen aan den IJssel" van DCMR Milieudienst Rijnmond van 7 oktober 2022 uitgevoerd. Dit is bijgevoegd als bijlage 1 bij deze plantoelichting.

2.2 Wgh

Volgens de Wgh dienen alle industrie- en bedrijventerreinen waarop inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken gezoneerd te zijn. Deze inrichtingen zijn nader genoemd in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht en het transformatorstation van TenneT is zodanig aangemerkt. Rondom deze industrieterreinen dient een geluidzone te worden vastgesteld en vastgelegd in een bestemmingsplan. Buiten deze zone mag de geluidbelasting als gevolg van het industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) etmaalwaarde bedragen. Ingevolge artikel 41 van de Wgh kan een geluidzone alleen worden gewijzigd bij vaststelling of wijziging van een bestemmingsplan. In het akoestisch onderzoek in bijlage 1 is nader ingegaan op de Wgh.

2.3 Nieuwe geluidzone

De huidige geluidzone rondom het industrieterrein is vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 12 oktober 1990, kenmerk 90.020928. Bekend is dat deze onnodig ruim en gedateerd is.


Op het industrieterrein is één bedrijf gelegen, namelijk het transformatorstation van TenneT. De bedrijfssituatie is vergund volgens de (milieu)deelrevisievergunning van 4 december 2007, kenmerk 350016/20680133. Daarnaast heeft ook Stedin enkele transformatoren op het terrein in eigendom. Deze transformatoren vallen wel onder het beheer van Tennet.


TenneT heeft op 4 juni 2021 een omgevingsvergunning (onder andere voor de activiteit "milieu") aangevraagd voor een wijziging van haar bedrijfsvoering.


Aangezien de gemeente streeft naar een nieuwe geluidzone die beter aansluit op de actuele geluidproductie ter plaatse van het industrieterrein en TenneT op 4 juni 2021 de door haar in de toekomst wenselijk geachte bedrijfssituatie heeft aangevraagd, is het ten behoeve van deze herziening uitgevoerde geluidonderzoek gebaseerd op de rekenmodellen/gegevens die TenneT heeft aangeleverd voor voornoemde aanvraag. Bij het bepalen van de nieuwe geluidzone zijn verder de volgende randvoorwaarden gehanteerd:

  • 1. de nieuwe geluidzone is nergens ruimer dan de vigerende geluidzone;
  • 2. het industrieterrein dan wel TenneT veroorzaakt geen overschrijding van de nieuwe geluidzone;
  • 3. de nieuwe geluidzone biedt niet onnodig veel geluidruimte.


Uit het geluidonderzoek volgt dat de geluiduitstraling/50 dB(A)-contour op basis van de vergunningaanvraag uit 2021 aanzienlijk kleiner is dan de huidige op basis van de vigerende vergunning uit 2007. Zie figuur 2.1 hierna; links de geluiduitstraling op basis van de vigerende vergunning uit 2007 en rechts op basis van de vergunningaanvraag uit 2021.

afbeelding "i_NL.IMRO.0542.BPLGKLgeluidtennet-on01_0004.png"

Figuur 2.1: Geluiduitstraling TenneT vigerende vergunning (links) en vergunningaanvraag (rechts)

In het geluidonderzoek is voorts een derde variant onderzocht: de 50 dB(A)-contour volgens de vergunningaanvraag uit 2021 plus 3 dB (alle geluidbronnen op het industrieterrein mogen 3 dB meer geluid produceren). Zie figuur 2.2 hierna:


afbeelding "i_NL.IMRO.0542.BPLGKLgeluidtennet-on01_0005.png"

Figuur 2.2: Geluidscontour conform vergunningaanvraag + 3dB(A)

Deze derde variant is vertaald in voorliggende parapluherziening. Deze nieuwe geluidzone is aanzienlijk kleiner dan de vigerende geluidzone en biedt niet onnodig veel geluidruimte. De nieuwe geluidzone is aanzienlijk kleiner dan de vigerende geluidzone en biedt TenneT niet langer onnodig veel geluidruimte. Bij het bepalen van de nieuwe geluidzone is TenneT evenwel 3 dB(A) ruimte voor toekomstige ontwikkelingen geboden. Voor bedrijventerreinen is het in het kader van een goede ruimtelijke ordening gebruikelijk om ontwikkelruimte te bieden. Daarbij is op deze locatie juist enige ontwikkelruimte benodigd in relatie tot de energietransitie. Tevens is deze marge zodanig dat er geen woningen meer gelegen zijn binnen de nieuwe geluidzone. Er is formeel geen sprake meer van een saneringssituatie, waarbij hogere waarden vanwege het industrieterrein vastgelegd moeten worden. Het hogere waardenbesluit van 30 juni 1998 kan komen te vervallen. Met deze geluidzone wordt bovendien aan alle hiervoor genoemde randvoorwaarden voldaan. Zie figuur 2.3 hierna voor de nieuwe geluidzone (waarbij de grilligheid reeds uit de contour is gehaald):

afbeelding "i_NL.IMRO.0542.BPLGKLgeluidtennet-on01_0006.png"
Figuur 2.3: Voorstel nieuwe geluidzone

Hoofdstuk 3 Beleid

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van het voor het paraplubestemmingsplan relevante beleidskader. Paragraaf 3.2 besteedt aandacht aan het Rijksbeleid. Het provinciaal beleid wordt weergeven in paragraaf 3.3 en het regionale beleid in paragraaf 3.4. Paragraaf 3.5 gaat ten slotte in op het gemeentelijk beleid.

3.2 Rijksbeleid

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Structuurvisie) is vertaald in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het Barro omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. De doelen uit de Structuurvisie en de genoemde belangen uit het Barro zijn wel van belang, maar gezien de regeling die deze herziening beoogt, hebben ze geen consequenties.

3.3 Provinciaal beleid

Omgevingsvisie Zuid-Holland (2019)

De provincie zet in op het beter benutten van het bestaand stads- en dorpsgebied. Beter benutten van de bebouwde ruimte krijgt ruimtelijk invulling door verdichting, herstructurering en binnenstedelijke transformatie. Indien een gemeente een ruimtelijke ontwikkeling wil realiseren, wordt de Ladder voor duurzame verstedelijking doorlopen. De Ladder voor duurzame verstedelijking is opgenomen in nationale wet- en regelgeving. Toepassing is van provinciaal belang, daarom is in de verordening een verwijzing opgenomen naar de Rijksladder. Uitgangspunt van de Ladder is dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling voorziet in een behoefte en in beginsel in bestaand stedelijk gebied wordt gerealiseerd. Het doel is een zorgvuldig gebruik van de ruimte. Dit paraplubestemmingsplan voorziet in een aanpassing in de geluidruimte van het industrieterrein en is hiermee geen nieuwe stedelijke ontwikkeling.


Omgevingsverordening Zuid-Holland (2019)

In samenhang met de Omgevingsvisie is de Omgevingsverordening opgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke plannen. In deze verordening zijn specifieke eisen gesteld waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen. Het plangebied ligt binnen het bestaand stedelijk gebied. De verordening stuurt op krachtige industrieterreinen. Met dit paraplubestemmingsplan wordt de geluidruimte van het bestaande bedrijf/TenneT gerespecteerd. Verder maakt deze herziening geen ontwikkelingen mogelijk. Dit paraplubestemmingsplan past daarmee binnen de verordening.


Visie Ruimte en Mobiliteit (2014, actualisatie 2016)

De provincie stuurt op (boven)regionaal niveau op de inrichting van de ruimte in Zuid-Holland. De Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM), vastgesteld op 9 juli 2014, geeft op hoofdlijnen sturing aan de ruimtelijke ordening en maatregelen op het gebied van verkeer en vervoer. Hoofddoel van de VRM is het scheppen van voorwaarden voor een economisch krachtige regio. Dat betekent: ruimte bieden om te ondernemen, het mobiliteitsnetwerk op orde en zorgen voor een aantrekkelijke leefomgeving. Dit paraplubestemmingsplan past binnen deze visie. Dit paraplubestemmingsplan respecteert de geluidruimte van het bestaande bedrijf/TenneT op het gezoneerde industrieterrein.

3.4 Regionaal beleid

3.4.1 Strategie Werklocaties MRDH 2019-2030

De Metropoolregio Den Haag-Rotterdam heeft voor de periode tot 2030 een regionale strategie voor werklocaties ontwikkeld, de Strategie Werklocaties MRDH 2019-2030. Op basis hiervan wordt een gemeenschappelijke aanpak voorgesteld zodat de economie en werkgelegenheid een impuls krijgen. Het desbetreffende bedrijventerrein speelt hierin geen rol van betekenis.

3.4.2 Regionale Energiestrategie Rotterdam Den Haag

De gemeente Krimpen aan den IJssel maakt, tezamen met 22 andere gemeenten, onderdeel uit van energieregio Rotterdam Den Haag. De RES 1.0 bevat een strategie voor de regio met betrekking tot de energietransitie en de ambities voor het jaar 2030 voor de regio. De energieregio Rotterdam-den Haag telt circa 2,4 miljoen inwoners en betreft een regio met veel economische activiteit. In de RES wordt onder andere ingegaan op de volgende aspecten:

  • 1. Warmte
  • 2. Elektriciteit
  • 3. Duurzame brandstof
  • 4. Het energiesysteem is een complex systeem

Met betrekking tot elektriciteit heeft de regio de ambitie om 2.8 tot 3.2 TWh duurzame energie op te wekken. Dit moet bereikt worden door het benutten van daken voor zonne-energie en in de regio moeten circa 27 extra windmolens worden gerealiseerd. Voor het opwekken van duurzame energie geldt het volgende afwegingskader:

  • 1. Ruimtelijke kwaliteit: Opwekking van duurzame energie alleen dáár waar het kan met behoud of versterking van het landschap. Daar waar kansen worden gezien, wordt het zoekgebied nader uitgewerkt. Dit ruimtelijke frame is leidend.
  • 2. Brede haalbaarheid en doelbereik: De haalbaarheid van zoekgebieden is getoetst aan ruimtelijke en milieutechnische beleidskaders en financiële haalbaarheid.
  • 3. Draagvlak: In het nader onderzoeken van zoekgebieden speelt het peilen van draagvlak en daar waar mogelijk/wenselijk vergroten of versterken dan ook een belangrijke rol. Dit vraagt een inspanning van decentrale overheden.
  • 4. Netimpact en systeemefficiëntie: analyse van gevolgen op de netimpact op het niveau van kosten, doorlooptijd en ruimtebeslag van de net-infrastructuur.

De netimpact en de net-infrastructuur speelt hierin dus een belangrijke rol.

TenneT speelt een belangrijke rol in de energietransitie. De activiteiten van TenneT op deze locatie worden gerespecteerd. Daarnaast wordt in relatie tot de energietransitie voldoende ontwikkelruimte geboden aan TenneT voor deze locatie, zodat zij de komende jaren hun uitbreidings- en energiedoelen kunnen nastreven.

3.5 Gemeentelijk beleid

De gemeente Krimpen aan den IJssel heeft in september 2004 de structuurvisie 'Ruimte voor Ontwikkeling, een structuurvisie voor Krimpen aan den IJssel', die een doorkijk geeft tot en met 2030, vastgesteld. Deze structuurvisie stuurt vooral op beheer, ontwikkeling en vernieuwing van het bestaande stedelijk gebied, waar het vorige beleid uit ging van uitbreiding met nieuw stedelijk gebied. Veranderende maatschappelijke omstandigheden en de daarmee samenhangende veranderende behoeften van de bevolking dienen hierbij als uitgangspunten voor onderhoud en aanpassing van het bestaand stedelijk gebied. Deze structuurvisie wordt in het kader van dit bestemmingsplan gerespecteerd.

Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving

Dit paraplubestemmingsplan sluit aan bij de regelingen zoals die zijn opgenomen in de geldende bestemmingsplannen "Langeland", "Veeg-bestemmingsplan-Langeland", "Lansingh-Zuid" en "Veeg-bestemmingsplan-Lansingh-Zuid" van de gemeente Krimpen aan den IJssel. Dit paraplubestemmingsplan betreft namelijk een partiële herziening van deze vier bestemmingsplannen. Dit betekent dat dit paraplubestemmingsplan in samenhang met de moederplannen moet worden gelezen. Alle bestemmingen en aanduidingen uit de moederplannen blijven onverminderd van kracht.

Dit paraplubestemminsplan herziet alleen het gedeelte van het plangebied van de moederplannen waar de begrenzing van de geluidzone industrie op van toepassing is. Door deze paraplubestemming wordt de geluidzone industrie verkleind. In aanvulling op het voorgaande worden nog twee kleine aanpassingen opgenomen in deze herziening. Ter verduidelijking dat het hoogspanningsstation valt aan te merken als een gezoneerd industrieterrein in de zin van de Wgh, wordt ter plaatse de aanduiding "overige zone - gezoneerd industrieterrein" toegevoegd. Daarnaast zijn er op basis van het moederplan enkele bedrijfswoningen toegestaan op het bedrijventerrein. Deze voorheen aanwezige bedrijfswoningen zijn inmiddels gesloopt en TenneT heeft aangegeven geen gebruik meer te willen maken van de mogelijkheid om bedrijfswoningen te realiseren. Daarom wordt de aanduiding "bedrijfswoning uitgesloten" toegevoegd waardoor geen nieuwe bw kunnen worden opgericht. Het is ook niet langer noodzakelijk om op het terrein bewoning te hebben.


De juridische regeling bestaat uit de verbeelding in samenhang met de planregels.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Dit paraplubestemmingsplan voorziet niet in uit te voeren werken of werkzaamheden. Het bestemmingsplan voorziet daarmee ook niet in een aangewezen bouwplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening. Het vaststellen van een exploitatieplan is daarom niet nodig. Het bestemmingsplan is economisch uitvoerbaar te achten.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

In het kader van het wettelijk verplichte overleg op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is deze parapluherziening voorgelegd aan de provincie Zuid-Holland, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en de gemeente Krimpenerwaard. Provincie Zuid-Holland en de MRDH hebben geen reacties ingediend en/of om aanvullend overleg gevraagd. Met de gemeente Krimpenerwaard vond wel overleg plaats. In het kader van zorgvuldigheid zijn daarnaast TenneT en actiegroep Beperking Overlast Trafo Krimpen aan den IJssel (BOTIK) geraadpleegd. De resultaten van het vooroverleg zijn verwerkt in de “Nota vooroverleg en inspraak” die als bijlage 2 is bijgevoegd.

Het ontwerp van de parapluherziening ligt op basis van artikel 3.8 van de Wro gedurende zes weken ter inzage. Tijdens deze periode heeft een ieder de mogelijkheid om zienswijzen naar voren te brengen. Hierna volgt de vaststelling van de parapluherziening door de gemeenteraad, al dan niet gewijzigd ten opzichte van het ontwerp van de parapluherziening. Bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kan beroep worden ingesteld tegen de vaststelling van de parapluherziening.