direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Veeg-bestemmingsplan Kortland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0542.BPKLVP-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 13 juni 2013 is bestemmingsplan 'Kortland' vastgesteld als onderdeel van een actualiseringsronde waar ook de bestemmingsplannen 'Langeland' en 'Lansingh-Zuid' deel van uit maakten. De plannen voorzagen niet in werken of werkzaamheden en waren consoliderend van aard. Inmiddels zijn de plannen een aantal jaar oud en is voorliggend veeg-bestemmingsplan opgesteld om een aantal verbeteringen door te voeren, een aantal onduidelijkheden te verhelderen en beleidsaanpassingen in de regels op te nemen.

Deze punten worden gezamenlijk geregeld in een 'veegplan'. Door verschillende wijzigingen en ontwikkelingen in één bestemmingsplan op te nemen, hoeft slechts éénmaal de bestemmingsplanprocedure te worden doorlopen. Wel is ervoor gekozen een afzonderlijk veegplan op te stellen voor elk van de drie bestemmingsplannen, vanwege de technische (on)mogelijkheden en belemmeringen die er zijn met betrekking tot het raadpleegbaar houden/maken van de digitale plannen.

Met het voorliggende veeg-bestemmingsplan ontstaat de situatie, dat het bestemmingsplan een actueel en correct beeld geeft van de functies en een kader waaraan (toekomstige) aanvragen omgevingsvergunning kunnen worden getoetst. Het bestemmingsplan sluit aan bij de actuele juridische en planologische situatie en voldoet aan de vormvereisten van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012).

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied betreft een aantal locaties, verspreid over de wijk Kortland waarop dit veeg-bestemmingsplan betrekking heeft. Het betreft de volgende locaties:

  • 1. cultureel centrum de Tuyter aan de Elckerlyc en Waardzicht 1 en 5
  • 2. Raadhuisplein
  • 3. Groenplaats
  • 4. Korenmolen 1
  • 5. Patrijzenstraat 57-87
  • 6. Lekdijk 71
  • 7. Lekdijk 184
  • 8. Kortlandstraat 2a

De ligging van de genoemde locaties is weergegeven in figuur 1.1. Tevens is een 'lege' plancontour opgenomen die overeenkomt met de begrenzing van bestemmingsplan 'Kortland' aangezien het veegplan ook betrekking heeft op enkele (algemene) regels.

afbeelding "i_NL.IMRO.0542.BPKLVP-va01_0001.jpg"

Figuur 1.1 Ligging plangebied

1.3 Opzet plan een leeswijzer

In dit veegplan blijven de uitgangspunten van het oorspronkelijke plan, het moederplan, overeind. Onderhavig plan leidt derhalve ook alleen tot aanpassingen op onderdelen, voor het overige blijft het moederplan 'Kortland' en de hierbij behorende toelichting van toepassing. In hoofdstuk 2 is toegelicht op welke wijzigingen dit plan betrekking heeft. Vervolgens is in hoofdstuk 3 (beleidskader) en hoofdstuk 4 (omgevingsaspecten) een toelichting gegeven op de uitvoerbaarheid van het plan. Hoofdstuk 5 bevat de juridische planbeschrijving. Tot slot komen in hoofdstuk 6 de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid aan de orde.

Hoofdstuk 2 Aanpassingen

In dit hoofdstuk wordt toegelicht welke wijzigingen ten opzichte van het moederplan in dit veegplan zijn doorgevoerd. De regels in dit bestemmingsplan zijn van toepassing en aanvullend op het bestemmingsplan 'Kortland', vastgesteld op 13 juni 2013. Voor het overige blijven de regels van bestemmingsplan 'Kortland' onverminderd van kracht.

2.1 Aanpassingen regels

  • 1. Kamergewijze verhuur

Inhoud aanpassing

In de geldende regeling is wonen een breed begrip waar ook kamergewijze verhuur onder valt. Door de impact van de verhuur van kamers op de directe omgeving, kunnen met de introductie van enkele gebruiksregels voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van een woning voor kamerverhuur. Het gebruik is alleen toegestaan voor het verhuren van maximaal twee kamers aan maximaal één persoon per kamer, de eigenaar dient in dezelfde woning te wonen, de maximale vloeroppervlakte ten behoeve van kamerverhuur bedraagt maximaal 30% van de totale vloeroppervlakte van de woning, er is sprake van behoud van een goed woon- en leefklimaat en er ontstaat geen onevenredige milieu- of verkeers- en parkeerhinder.

Juridische vertaling

In de specifieke gebruiksregels van de bestemmingen 'Centrum' (artikel 4), 'Gemengd' (artikel 6), 'Wonen' (artikel 16) en 'Woongebied' (artikel 17) zijn voorwaarden gesteld aan het gebruik van een woning voor kamerverhuur.

  • 2. Terrassen

Inhoud aanpassing

In de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen 'Centrum' (artikel 4) en 'Horeca' (artikel 8) zijn terrassen toegestaan, maar niet expliciet genoemd. Bouwmogelijkheden voor terrasafscheidingen zijn niet beschreven. Omdat terrassen veelal op gemeentegrond worden geplaatst, heeft de gemeente zelf in de hand waar, hoe groot en onder welke condities terrassen worden toegestaan. In het bestemmingsplan zijn terrassen daarom in hun algemeenheid geregeld in de bestemmingen 'Centrum' en 'Horeca'. Terrassen die voorkomen buiten deze bestemmingen worden mogelijk gemaakt door middel van een specifieke functieaanduiding om plek en omvang vast te leggen. Terrasafscheidingen worden mogelijk gemaakt tot een hoogte van maximaal 2 meter waarvan de afscheiding boven 1 meter transparant moet zijn.

Juridische vertaling

  • In de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen 'Centrum' (artikel 4) en 'Horeca' (artikel 8) zijn terrassen nu expliciet genoemd.
  • In de bestemmingen 'Groen' (artikel 7) en 'Maatschappelijk' (artikel 10) zijn terrassen mogelijk gemaakt ter plaatse van de aanduiding 'terras'. In de bestemming 'Groen' zijn alleen terrassen toegestaan ten dienste van de aangrenzende maatschappelijke bestemming.
  • In de betreffende artikelen is in de bouwregels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde opgenomen dat de bouwhoogte voor terrasafscheidingen maximaal 2 meter mag bedragen, waarvan het gedeelte van de afscheiding boven 1 m transparant moet worden uitgevoerd.

  • 3. Detailhandel in maatschappelijke bestemming

Inhoud aanpassing

Binnen de bestemming 'Maatschappelijk' (artikel 10) is ter plaatse van cultureel centrum de Tuyter aan de Elckerlyc op de verbeelding de functieaanduiding 'detailhandel' opgenomen. Omdat een verwijzing naar deze functieaanduiding ontbreekt in de regels van het moederplan, is deze toegevoegd.

Juridische vertaling

In de bestemming 'Maatschappelijk' (artikel 10) is detailhandel toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'.

  • 4. Maatschappelijke voorzieningen in sportbestemming

Inhoud aanpassing

Overeenkomstig het geldende bestemmingsplan 'Lansingh-Zuid' zijn in de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Sport' (artikel 12) maatschappelijke voorzieningen toegevoegd.

Juridische vertaling

Maatschappelijke voorzieningen zijn toegevoegd aan de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Sport' (artikel 12).

  • 5. Sport- en spelactiviteiten in maatschappelijke bestemming

Inhoud aanpassing

In de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Maatschappelijk' (artikel 10) zijn sport- en spelactiviteiten toegevoegd. Het karakter van deze activiteiten past binnen de maatschappelijke bestemming.

Juridische vertaling

Sport- en spelactiviteiten zijn toegevoegd aan de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Maatschappelijk' (artikel 10).

  • 6. Maatschappelijke voorzieningen in de bestemming 'Woongebied'

Inhoud aanpassing

Naar aanleiding van aanpassing 5 op de verbeelding is een verwijzing naar de functieaanduiding 'maatschappelijk' toegevoegd aan de regels.

Juridische vertaling

In de bestemming 'Woongebied' (artikel 17) is zijn maatschappelijke voorzieningen op de begane grondlaag toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk'.

  • 7. Parkeerbepalingen

Inhoud aanpassing

Op 29 november 2014 trad de Reparatiewet BZK 2014 in werking. Hierdoor zijn de stedenbouwkundige bepalingen - waaronder de parkeernormbepaling - uit de Bouwverordening vervallen. Als gevolg hiervan hebben deze bepalingen geen aanvullende werking meer op bestemmingsplannen, zodat bij het verlenen van een omgevingsvergunning niet meer op basis van de Bouwverordening aan gemeentelijke parkeernormen kan worden getoetst. De wetgever heeft een overgangsperiode ingesteld tot 1 juli 2018. In deze termijn zorgt het overgangsrecht ervoor dat de parkeernormen uit de Bouwverordening van toepassing blijven voor alle plannen die zijn vastgesteld vóór 29 november 2014.

Voldoende parkeervoorzieningen is een belangrijke voorwaarde voor bijna elke ruimtelijke ontwikkeling. Krimpen aan den IJssel wenst dan ook over de mogelijkheid te beschikken tot het stellen van eisen aan het parkeren. Omdat het overgangsrecht inmiddels is verlopen en het Besluit ruimtelijke ordening nu de mogelijkheid biedt om in een bestemmingsplan te kunnen verwijzen naar beleidsregels (zie: artikel 3.1.2 tweede lid Besluit ruimtelijke ordening), kan in dit veeg-bestemmingsplan direct worden verwezen naar beleidsregels die parkeernormen bevatten. De gemeente Krimpen aan den IJssel beschikt niet over eigen parkeernormen. Daarom wordt in het veeg-bestemmingsplan voor beleidsregels verwezen naar de kerncijfers van het onafhankelijke kenniscentrum CROW. Dit verwijzen vindt plaats in regel 31.6.1 onder b van de regels van het veeg-bestemmingsplan. Dit op een dynamische manier, zodat toekomstige veranderingen van de CROW kerncijfers automatisch op het veegbestemmingsplan van toepassing worden.

Los van de door uw gemeenteraad voor het grondgebied van de gemeente vastgestelde bestemmingsplannen, heeft de raad in 2013 de Verkeer- en vervoersvisie vastgesteld waarin voor wat betreft het aspect parkeren op een dynamische wijze naar de CROW wordt verwezen. Bij deze dynamische verwijzing wordt een wijziging van de CROW automatisch van toepassing op de visie.

In de Verkeer- en vervoersvisie worden belangrijke beleidskeuzen gemaakt voor de toepassing van de CROW. Zo wordt de gemiddelde parkeernorm van de CROW als norm gehanteerd, en wordt voor de normering onderscheid gemaakt tussen sterk stedelijk gebied (centrum) en matig stedelijk gebied.

Om onduidelijkheid over de werking van de parkeerparagraaf van de Verkeer- en Vervoersvisie te voorkomen is het gewenst om de toepasselijkheid daarvan na de vaststelling van het (de) veeg-bestemmingsplan(nen) nader te regelen. Op grond van de regels van het (de) veeg-bestemmingsplan(nen) is het college het bevoegde bestuursorgaan om toepassing te geven aan de CROW-kencijfers. Een gevolg hiervan is dat het college op grond van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht het bevoegde bestuursorgaan is om beleidsregels vast te stellen voor de toepassing van de CROW-kencijfers. Bij dit laatste kan gebruik worden gemaakt van de normen zoals die in de Verkeer- en Vervoersvisie zijn opgenomen. Hierover zal na de inwerkingtreding van het (de) veeg-bestemmingsplan(nen) een nader besluit door het college moeten worden genomen.

Juridische vertaling

In de algemene bouwregels zijn bepalingen ten aanzien van parkeren en laden en lossen toegevoegd. Bouwwerken kunnen alleen worden gebouwd indien in voldoende parkeergelegenheid en/of ruimte voor het laden en lossen van goederen is voorzien. Dit wordt getoetst aan de hand van de op dat moment van toepassing zijnde CROW-kencijfers. Eventueel kan bij een omgevingsvergunning in minder parkeergelegenheid en/of ruimte voor laden en lossen worden voorzien wanneer dit geen onevenredige afbreuk doet aan de bereikbaarheid.

  • 8. Waterhuishoudkundige voorzieningen in de bestemmingen 'Wonen' en 'Woongebied'

Inhoud aanpassing

In de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen 'Wonen' (artikel 16) en 'Woongebied' (artikel 17) zijn waterhuishoudkundige voorzieningen toegevoegd. Deze zijn wel in het geldende bestemmingsplan 'Langeland' opgenomen maar ontbraken in het bestemmingsplan 'Kortland'.

Juridische vertaling

Waterhuishoudkundige voorzieningen zijn toegevoegd aan de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen 'Wonen' (artikel 16) en 'Woongebied' (artikel 17).

  • 9. Ondergeschikte horeca bij detailhandel

Inhoud aanpassing

In bepaalde winkels en speciaalzaken verblijven klanten gemiddeld een langere tijd. Dan kan het voor de ondernemer wenselijk zijn de klant iets te eten of te drinken aan te bieden. Hierdoor wordt het serviceniveau verhoogd en verblijft de klant over het algemeen langer in de winkel. Onder voorwaarden kan ondergeschikte horeca worden toegestaan op percelen met de functie-aanduiding 'detailhandel' en daar waar detailhandel is gevestigd binnen de bestemming 'Gemengd', zoals de winkelstrip Parkzoom en Stad en Landschap.

Het belangrijkste kenmerk van ondergeschikte horeca is dat het de hoofdfunctie ondersteunt, zodat de hoofdactiviteit aantrekkelijker wordt voor de klant of winstgevender voor de ondernemer. De horeca-activiteit blijft ondergeschikt omdat de hoofdfunctie gehandhaafd blijft. Ondergeschikte horeca is dus geen horeca-activiteit die zelfstandig bezoekers trekt en staat daarom los van het geldende detailhandelsbeleid. Er is geen sprake van zelfstandige/volwaardige horeca. Dit komt tot uitdrukking in een aantal criteria:

  • de openings- en sluitingstijden van de hoofdfunctie detailhandel en van de ondergeschikte horeca moeten gelijk zijn;
  • voor de toegang van de winkel en de ondergeschikte horeca wordt gebruik gemaakt van dezelfde toegang;
  • er wordt geen aparte reclame gemaakt voor de ondergeschikte horeca;
  • vanuit de detailhandel met ondergeschikte horeca is geen afhaal- en/of bezorgservice toegestaan;
  • één of meer buitenterrassen zijn niet toegestaan;
  • de ondergeschikte horeca mag niet meer ruimte innemen dan 10% van de bruto vloeroppervlakte van het winkelpand met een maximum van 50 m2;
  • bouwkundig moet sprake zijn van één geheel.

Om de volgende redenen is het ruimtelijk aanvaardbaar om binnen de bestemming 'Gemengd' ook ondergeschikte horeca mogelijk te maken:

  • binnen deze bestemming is al een mix van functies is toegestaan;
  • met ondergeschikte horeca wordt geen functie toegevoegd die milieu-gevoeliger is dan de functies die al rechtstreeks zijn toegestaan;
  • door de gestelde voorwaarden blijft de ruimtelijke impact zeer beperkt.

De functie-aanduiding 'detailhandel' is van toepassing binnen de bestemmingen 'Bedrijventerrein' (perifere detailhandel), 'Maatschappelijk' (cultureel centrum de Tuyter aan de Elckerlyc), 'Wonen' en 'Woongebied'. De ruimtelijke consequenties zijn ook binnen de bestemmingen 'Bedrijventerrein' en 'Maatschappelijk' beperkt. Omdat de bestemmingen 'Wonen' en 'Woongebied' een milieugevoelige functie mogelijk maken, is het hier nog relevanter strikte voorwaarden te stellen aan de ondergeschikte horeca zodat deze vorm van horeca niet leidt tot overlast of aantasting van het woon- en leefklimaat. Bij de volgende locaties is detailhandel door middel van een functie-aanduiding binnen de bestemmingen 'Wonen' en 'Woongebied' toegestaan:

  • a. IJsseldijk 416;
  • b. Noorderstraat 9a;
  • c. Noorderstraat 28a;
  • d. Noorderstraat 40;
  • e. Rotterdamseweg 4;
  • f. Rotterdamseweg 49;
  • g. Rotterdamseweg 64;
  • h. Kortlandstraat 38;
  • i. Koningin Wilhelminaplein 3;
  • j. Hoek Jan Steenstraat – Vincent van Goghlaan;
  • k. Jan Steenstraat 16;
  • l. Binnenweg 1;
  • m. Stad en Landschap 39;
  • n. Kortlandstraat 2/2a.

Met in acht name van de genoemde voorwaarden bestaan er stedenbouwkundig en planologisch gezien geen overwegende bezwaren tegen een ondergeschikte horeca-activiteit op percelen binnen het plangebied met de bestemmingen 'Wonen' en 'Woongebied' en de functie-aanduiding 'detailhandel'. Door de gestelde voorwaarden blijven de ruimtelijke consequenties beperkt.

Juridische vertaling

  • Ter verduidelijking van het begrip 'ondergeschikte horeca' is in artikel 1 ('Begrippen') een begripsbepaling opgenomen voor 'ondergeschikte horeca'. Genoemde voorwaarden zijn aan de begripsbepaling toegevoegd.
  • In de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Bedrijventerrein' (artikel 3) is ondergeschikte horeca mogelijk gemaakt ter plaatse van de functie-aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - perifeer 1, -2, -5, -7 en -8'.
  • In de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Gemengd' (artikel 6) is ondergeschikte horeca mogelijk gemaakt daar waar detailhandel is gevestigd.
  • In de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen 'Maatschappelijk' (artikel 10), 'Wonen' (artikel 16) en 'Woongebied' (artikel 17) is ondergeschikte horeca mogelijk gemaakt ter plaatse van de functie-aanduiding 'detailhandel'.
  • In de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Woongebied' (artikel 17) is ondergeschikte horeca mogelijk gemaakt ter plaatse van de functie-aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - perifeer 3 en -4'.

2.2 Aanpassingen verbeelding

Naast aanpassingen in de regels is ook de verbeelding op enkele punten aangepast. In deze paragraaf zijn de aanpassingen beschreven en voorzien van een korte motivatie.

  • 1. Terrassen

Overeenkomstig aanpassing 2 in de regels zijn terrassen die voorkomen in bestemmingen anders dan 'Centrum' en 'Horeca' voorzien van de nadere aanduiding 'terras'. Het betreft:

  • de locatie van cultureel centrum de Tuyter aan de Elckerlyc. Gronden met de bestemmingen 'Groen' en 'Maatschappelijk' zijn van de nadere aanduiding 'terras' voorzien;
  • de locatie Waardzicht 1 bij het bowlingcentrum en Waardzicht 5 bij horecagelegenheid Bella Milano. Gronden met de bestemming 'Groen' zijn van de nadere aanduiding 'terras' voorzien.

  • 2. Centrumbestemming Raadhuisplein

Het bouwvlak van het Raadhuis (bestemming 'Maatschappelijk') is aan de noordzijde afgestemd op de bestaande bebouwing. Het plein voor het Raadhuis is overeenkomstig het huidige gebruik van de bestemming 'Centrum' voorzien.

  • 3. Bouwvlakken woningen Groenplaats

De bouwvlakken zoals aangegeven voor de woningen aan de Groenplaats zijn in overeenstemming gebracht met de bestaande situatie. Het betreft het herstellen van een omissie in het moederplan.

  • 4. Bedrijfswoning Korenmolen 1

Overeenkomstig de huidige situatie is ter plaatse van het restaurant in de voormalige korenmolen aan Korenmolen 1 een bedrijfswoning opgenomen.

  • 5. Maatschappelijke voorzieningen Patrijzenstraat 57-87

Ter plaatse van het perceel Patrijzenstraat 57-87 zijn naast zorgwoningen ook maatschappelijke voorzieningen op de begane grondlaag mogelijk gemaakt overeenkomstig het huidige gebruik. De aanduiding 'maatschappelijk' is toegevoegd in de regels (zie aanpassing 6 in paragraaf 2.1).

  • 6. Verkeersbestemming Lekdijk 71

In het kader van herstructureringswerkzaamheden aan de openbare weg na de dijkversterking aan de Lekdijk worden extra parkeerplaatsen aangelegd op het perceel Lekdijk 71. De bestemming 'Woongebied' is daarom aangepast in de bestemming 'Verkeer'.

  • 7. Bouwvlak woning Lekdijk 184

Het geldende bestemmingsplan 'Kortland' kent geen bouwvlak voor de woning Lekdijk 184. Dit is een omissie. Daarom is op de verbeelding een bouwvlak opgenomen ten behoeve van de bestaande woning Lekdijk 184.

  • 8. Aanduiding detailhandel Kortlandstraat 2a

Het geldende bestemmingsplan 'Kortland' kent geen aanduiding 'detailhandel' voor pand Kortlandstraat 2/2a. Dit is een omissie. Daarom is op de verbeelding de aanduiding 'detailhandel' opgenomen ten behoeve van het pand Kortlandstraat 2a.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

Voorliggend bestemmingsplan is hoofdzakelijk opgesteld om enkele correcties en verduidelijkingen toe te passen en de bestaande situatie en de planologische situatie op elkaar af te stemmen. Met betrekking tot deze aanpassingen kan voor het beleid daarom worden verwezen naar het vigerende plan.

Voor het overige is de ontwikkelingsruimte in dit bestemmingsplan dermate beperkt dat rijks- en provinciale belangen niet worden geschaad. De uitgangspunten van het oorspronkelijke plan, het moederplan, blijven overeind. Daarnaast is het plan door het kleinschalige karakter niet in strijd met gemeentelijk beleid.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

In het kader van een goede ruimtelijke ordening mag een bestemmingsplan niet in strijd zijn met een aantal milieuaspecten. Dit betreft de milieuaspecten water, bodem, archeologie, cultuurhistorie, luchtkwaliteit, bedrijven en milieuzonering, externe veiligheid, kabels en leidingen en ecologie.

Voorliggend bestemmingsplan heeft als doel een aantal kleinschalige omissies uit het vigerende plan te herstellen. Daarnaast worden er een aantal vergunde en feitelijke situaties bestemd. Dit bestemmingsplan maakt dus geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Het vigerende bestemmingsplan 'Kortland' is nog voldoende actueel. In dit plan is reeds onderzoek gedaan naar de milieuaspecten.

Gezien het bovenstaande en de aard, schaal en inhoud van de wijzigingen, kan afgezien worden van onderzoek in dit bestemmingsplan en volstaat een verwijzing naar de betreffende onderzoeken in het moederplan.

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving

De regels in dit veeg-bestemmingsplan zijn van toepassing en aanvullend op het bestemmingsplan 'Kortland', vastgesteld op 13 juni 2013. In hoofdstuk 2 is aangegeven op welke manier bestemmingsplan 'Kortland' is aangepast. Voor het overige blijven de regels van bestemmingsplan 'Kortland' onverminderd van kracht.

Vanwege de aanpassing van verschillende (algemene) regels is op de verbeelding een 'lege' plancontour opgenomen die overeenkomt met de begrenzing van bestemmingsplan 'Kortland'. Binnen deze plancontour zijn ook een aantal locaties opgenomen waarvoor de verbeelding wijzigt.

Voor dit veeg-bestemmingsplan wordt aangesloten bij de actuele juridische en planologische situatie en voldoet aan de vormvereisten van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012).

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid

Dit veegplan dient hoofdzakelijk om onvolkomenheden en onduidelijkheden te herstellen en beleidsaanpassingen in de regels op te nemen. Hieraan zitten geen financiële consequenties.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Inspraak en vooroverleg

Op grond van de gemeentelijke inspraakverordening zijn ingezetenen en belanghebbenden in de gelegenheid gesteld een inspraakreactie in te dienen op het voorontwerpbestemmingsplan 'Veeg-bestemmingsplan Kortland'. Het voorontwerpbestemmingsplan is gedurende zes weken ter inzage gelegd. Daarnaast is op grond van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) het voorontwerpbestemmingsplan voor vooroverleg toegezonden aan diverse overleginstanties.

Binnen de gestelde termijn zijn vijf reacties ontvangen. De beantwoording van de inspraak- en vooroverlegreacties is opgenomen in het 'Eindverslag inspraak'. Dit verslag is bijgevoegd als bijlage 1. In dit verslag is aangegeven op welke wijze het bestemmingsplan naar aanleiding van de ingediende reacties is gewijzigd. Ook bevat de nota enkele ambtshalve aanpassingen.

Ontwerpbestemmingsplan

Het ontwerpbestemmingsplan is vervolgens op grond van artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening en afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht gedurende zes weken ter inzage gelegd, waarop alle belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld een zienswijze in te dienen op het plan.

Binnen de gestelde termijn zijn drie zienswijzen ontvangen. De beantwoording van de zienswijzen is opgenomen in de 'Nota van zienswijzen'. Deze nota is bijgevoegd als bijlage 2. In dit verslag is aangegeven op welke wijze het bestemmingsplan naar aanleiding van de ingediende reacties is gewijzigd. De ambtshalve aanpassingen zijn opgenomen in de 'Nota van aanpassingen'. Deze nota is bijgevoegd als bijlage 3.