direct naar inhoud van Regels
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Verlegging aardgastransportleidingen Rijnlandroute knooppunt 5 en 6 met identificatienummer NL.IMRO.0537.bpVLK5en6RLRoute-va01 van de gemeente Katwijk;

1.2 bestemmingsplan:

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aanduiding:

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 aanduidingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak waarop een aanduiding betrekking heeft;

1.6 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.7 bestaand (in relatie tot bebouwing):

bebouwing aanwezig ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan;

1.8 bestaand (in relatie tot gebruik):

gebruik dat bestaat ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan;

1.9 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.10 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.11 peil:
  • a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein ter plaatse van de voorgevel;
  • c. voor bouwwerken geen gebouw zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte terrein.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Toepassingsbereik

  • a. Met dit plan wordt de verbeeldingen behorende bij de bestemmingsplannen c.q. inpassingsplannen aangepast in die zin dat de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' wordt toegevoegd. Het gaat om de volgende plannen:
    • 1. Landelijk Gebied 1994 (planstatus: onherroepelijk 1995-10-18);
    • 2. Bestemmingsplan Archeologie gemeente Katwijk (planstatus: onherroepelijk 2009-10-29);
    • 3. Valkenburg Dorp (planstatus: vastgesteld 2012-11-29)
    • 4. RijnlandRoute (planstatus: vastgesteld 2014-12-10);
    • 5. RijnlandRoute (nieuw besluit) (planstatus: vastgesteld 2016-03-23)
  • b. De overige regels van de in lid a genoemde bestemmingsplannen en inpassingsplannen zijn onverminderd van toepassing, waarbij ter plaatse van de op de op de verbeelding bij onderhavig bestemmingsplan opgenomen dubbbelbestemming 'Leiding - Gas' tevens de regels van onderhavig bestemmingsplan van toepassing worden verklaard. Daarbij hebben de in onderhavig bestemmingsplan opgenomen bestemming voorrang op de andere daar voorkomende bestemmingen.

Artikel 2 Leiding - Gas

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een:

  • a. aardgastransportleiding met een diameter van ten hoogste 12 inch en een druk van ten hoogste 40 bar, met daarbij behorende:
  • 1. belemmeringenstrook;
  • 2. bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van een aardgastransportleiding.
2.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. in afwijking van het bepaalde bij de andere aldaar voorkomende bestemming(en) mogen op of in deze gronden, binnen een bebouwingsvrije zone van 4 m. aan weerszijden van de leidingen, geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, anders dan bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van een aardgastransportleiding;
  • b. in afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden, geen risicogevoelige bouwwerken worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van een aardgastransportleiding bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
2.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 2.2 onder a en d, indien:

  • a. de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en;
  • b. de veiligheid met betrekking tot de aardgasleiding niet wordt geschaad en;
  • c. geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

Alvorens te beslissen op een aanvraag, wint het college van burgemeester en wethouders advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.

2.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

2.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' en de bijbehorende belemmeringenstrook van 4 m. ter weerszijden van de hartlijn van de leidingen, onderstaande werkzaamheden uit te voeren zonder een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden:

  • a. het aanleggen van wegen of het aanleggen van paden en andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • c. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en daarmee verband houdende constructies, installlaties of apparatuur aan te brengen;
  • d. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • g. het permanent opslaan van goederen.
2.4.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 2.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor wordt afgeweken van de regels, zoals bedoeld in lid 2.3, of;
  • b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen of;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.
2.4.3 Voorwaarden

De werken en werkzaamheden, als bedoeld in sublid 2.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.

Alvorens te beslissen op een aanvraag voor het aanleggen, wint het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • a. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Verlegging aardgastransportleidingen Rijnlandroute knooppunt 5 en 6