Plan: | Koestraat 7 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.bpRBGkoestraat7-va01 |
De rijksoverheid kan algemene regels vaststellen ter bescherming van nationale ruimtelijke belangen, die vragen om een landelijke regeling omdat ze gemeente en regio overstijgend zijn. Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) in werking getreden. Voortaan moeten gemeenten bij het vaststellen van bestemmingsplannen, wijzigings- of uitwijkingsplannen maar ook bij projectuitvoeringsbesluiten (Crisis- en herstelwet) rekening houden met het Barro.
In het Barro wordt een aantal projecten die van rijksbelang zijn, met name genoemd en met behulp van digitale kaartbestanden exact ingekaderd. Per project worden vervolgens regels gegeven, waaraan bestemmingsplannen zullen moeten voldoen. En nieuwe of gewijzigde regels moeten binnen 3 jaar in de bestaande bestemmingsplannen worden verwerkt. In het Barro zijn voorlopig zes "projecten" beschreven:
Binnenkort zullen nog volgen:
Op termijn volgt dan nog, blijkens publicaties van de rijksoverheid, een onderwerp "duurzame verstedelijking".
Van deze onderwerpen is voor Katwijk een tweetal relevant te weten het Kustfundament en de Limes, als onderdeel van Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde. De laatste zal pas concreet in de bestemmingsplannen kunnen worden vertaald wanneer de provincies deze hebben uitgewerkt en begrensd.
De Barro is vooral van belang voor ontwikkel-bestemmingsplannen en bestemmingsplannen voor het landelijk gebied. De AMvB heeft minder betekenis voor de wettelijke herziening van bestemmingsplannen voor bestaand stedelijk gebied. Dit bestemmingsplan is geen ontwikkelbestemmingsplan en daarom heeft de Barro geen consequenties voor dit bestemmingsplan.
Het belangrijkste ruimtelijke beleidskader op rijksniveau wordt gevormd door de Nota Ruimte. Op grond van art. 9.1.2 lid 1 van het overgangsrecht bij de Wet ruimtelijke ordening (Wro) wordt deze planologische kernbeslissing aangemerkt als Rijksstructuurvisie. In de Nota Ruimte gaat het om inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030.
Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat Nederland ter beschikking staat.
Het rijk wil zich niet meer met alles bemoeien en wil strategisch op hoofdlijnen sturen. De Nota Ruimte kenmerkt zich dan ook door ontwikkelingsplanologie, decentralisatie en deregulering.
De Nota ruimte heeft geen consequenties voor dit bestemmingsplan.
In de Structuurvisie Randstad 2040 zet het kabinet de koers uit om de Randstad integraal te ontwikkelen tot een duurzame en concurrerende topregio in 2040. Lopende en nieuwe ontwikkelingen en opgaven vragen om een visionair en samenhangend antwoord. Klimaatverandering, internationale arbeidsmigratie, bereikbaarheidsproblemen, vergrijzing van de bevolking en toenemende internationale concurrentie brengen kansen en risico's met zich mee voor de toekomstige concurrentiepositie in de Randstad.
De unieke ligging in de delta, de diversiteit en onderlinge nabijheid van steden en landschappen zijn kwaliteiten die de Randstad onderscheidt van andere Europese stedelijke regio's. De leidende principes zijn:
De Structuurvisie Randstad 2040 heeft geen consequenties voor dit bestemmingsplan.
Het rijksbeleid heeft voor het bestemmingsplan geen consequenties.