Plan: | Zeeweg 82b en Zuidstraat 65 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.bpKATzeewg82b-va01 |
De gemeente is verantwoordelijk voor stedelijk water. De afspraken uit het Waterplan zijn leidend voor de planvorming. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) zijn vervolgens afspraken gemaakt aangaande de zorgplicht van grondwater, hemelwater en afvalwater.
Beoogde ontwikkeling in relatie tot milieu
Het plan omvat een functiewisseling zonder ruimtelijke gevolgen in de vorm nieuwe verharding of bebouwing. Er zijn derhalve geen gevolgen voor de waterhuishouding. Wel zal het gebruik moeten voldoen aan de regels die zijn gesteld m.b.t. afvalwater e.d.
Waterneutraal bouwen
De drie trapsstrategie uit WB21 (Waterbeheer in de 21e eeuw) vasthouden- bergen- afvoeren is uitgangspunt bij waterneutraal bouwen. Om uitvoering te geven aan WB21 is het Nationaal Bestuursakkoord Water afgesloten tussen rijk, provincies, gemeenten en waterschappen.
Voor maatregelen dient de volgende volgorde te worden aangehouden:
Voorbeelden van bovengenoemde maatregelen zijn:
Indien moet worden afgevoerd naar het oppervlaktewater treedt de 15 % regel in werking.
Dit betekent dat van het toegenomen verhard (met een ondergrens van 500 m2) oppervlak 15 % aan extra wateroppervlak moet worden gerealiseerd. In dit plan vindt geen toevoeging van verharding of bebouwing plaats.
Grondwater
In de Wet gemeentelijke watertaken zijn regels opgenomen voor grondwater. De eigenaar van het perceel is zelf verantwoordelijk voor het grondwater. Daarbij heeft de gemeente een zorgplicht maar kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor grondwateroverlast.
Duurzaam bouwen
De toepassing van uitloogbare bouwmetalen zoals koper, zink en lood voor dakbedekking, gevelbekleding, regenwaterafvoer, drinkwaterleidingen of straatmeubilair moet zo veel mogelijk worden voorkomen zodat minder verontreinigende stoffen in het watersysteem terecht komen.
Conclusie
Vanuit waterhuishouding zijn er geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling. Dit neemt niet weg dat een watertoets op grond van het Besluit ruimtelijke ordening nodig is. Hiervoor zal overleg met de waterbeheerder (Hoogheemraadschap van Rijnland) worden gevoerd. De uitkomsten van dit overleg zal worden opgenomen in de plantoelichting.