direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Katwijk Midden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpKATkatwijkmidden-va01

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening als bedoeld in artikel 1.84, zoals bibliotheken, gezondheidszorg, jeugd-/kinder-/naschoolse opvang, onderwijs, openbare dienstverlening, religie, verenigingsleven, zorg en welzijnsinstelling;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is een bedrijfswoning toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bos': bos;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': nutsvoorzieningen;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen-, parkeer-, nutsvoorzieningen en water.
10.2 Bouwregels

Op de gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

10.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' een percentage is aangegeven, in welk geval dit percentage geldt;
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van de gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven hoogte, met uitzondering van:
    • 1. een toren ten behoeve van religieuze voorzieningen met een maximale bouwhoogte van 20 m;
    • 2. de maximale oppervlakte van een toren ten behoeve van religieuze voorzieningen bedraagt 16 m²;
  • d. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringaanduiding aangegeven bebouwingsoppervlakte van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100 voor het bouwperceel;
  • e. het gezamenlijk oppervlak van de bijgebouwen mag ten hoogste 50 m² bedragen met een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3,25 en 4,5 m;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang': dient een vrije doorgang te worden gegarandeerd met een minimale doorganghoogte van 3 m.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor of ten hoogste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m, waarbij geldt dat per bouwperceel ten hoogste 3 vlaggenmasten worden geplaatst;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste 4 m.