direct naar inhoud van 5.1 Milieueffectrapportage
Plan: Bedrijventerrein 't Heen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpKATbttheen-va02

5.1 Milieueffectrapportage

Beleid en Normstelling

In onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van de omgevingsvergunning planmer-plichtig, projectmer-plichtig of mer-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Daarnaast dient het bevoegd gezag bij de betreffende activiteiten die niet aan de bijbehorende drempelwaarden voldoen, na te gaan of sprake kan zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen:

  • de kenmerken van de projecten;
  • de plaats van de projecten;
  • de kenmerken van de potentiële effecten.

Onderzoek en conclusies

De wijziging of uitbreiding van een bedrijventerrein met een omvang van 75 hectare of meer is mer-beoordelingsplichtig. Dit blijkt uit onderdeel D 11.3 van de bijlage bij het Besluit m.e.r, ‘de aanleg, wijziging of uitbreiding van een industrieterrein’. De revitalisering die is beoogd voor het bedrijventerrein ’t Heen heeft betrekking op het gehele bedrijventerrein van circa 85 hectare. Er worden onder andere zichtlocaties ontwikkeld, de beeldkwaliteit van gebouwen wordt verbeterd, het terrein wordt heringericht en plaatselijk worden functies aangepast. Doordat het te revitaliseren gebied groter is dan 75 hectare geldt de mer-beoordelingsplicht.

In bijlage 1 is de rapportage van de m.e.r-beoordeling, inclusief voortoets voor effecten op Natura-2000 gebieden, opgenomen.

Samenvattend wordt geconcludeerd dat de uitvoer van het revitaliseringsplan voor het bedrijventerrein ’t Heen te Katwijk geen belangrijke negatieve milieueffecten zal veroorzaken die een volwaardige m.e.r.-procedure wenselijk of noodzakelijk maakt.

De geconstateerde negatieve effecten betreffen geen onevenredige knelpunten of dermate belangrijke negatieve milieueffecten die noodzaken tot het doorlopen van een volledige m.e.r.-procedure. Wel zijn per thema (voor zover aan de orde) aandachtspunten geformuleerd voor het vervolgtraject, die kunnen bijdragen aan een verdere optimalisering van het plan.

De m.e.r.-beoordeling staat de uitvoering van het bestemmingsplan zodoende niet in de weg.