direct naar inhoud van Artikel 15 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bedrijventerrein 't Heen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpKATbttheen-va02

Artikel 15 Algemene aanduidingsregels

15.1 beeldkwaliteitsgebied - 1
15.1.1 Gebiedsregeling

Ter plaatse van de aanduiding beeldkwaliteitsgebied - 1 gelden in aanvulling op en (indien van toepassing) in afwijking van hoofdstuk 2 de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen worden voor minimaal 80% in de voorgevelrooilijn gebouwd;
  • b. per bouwperceel zijn ten hoogste 3 vlaggenmasten toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedraagt;
  • c. per bouwperceel is ten hoogste één reclamezuil toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedraagt en de oppervlakte ten hoogste 3 m² bedraagt;
  • d. buitenopslag van goederen in het zicht van de openbare ruimte is niet toegestaan;
  • e. een loadingdock aan de openbare weg is niet toegestaan.

15.1.2 Afwijken van het bebouwingspercentage in de voorgevelrooilijn

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 15.1.1 onder a om om hoofdgebouwen toe te staan die voor minder dan 80% in de voorgevelrooilijn gebouwd zijn, met dien verstande dat:

  • a. het bestaande percentage waarmee gebouwen in de voorgevelrooilijn gebouwd zijn niet afneemt;
  • b. de noodzaak om gebouwen met een afwijkend percentage in de rooilijn te bouwen blijkt uit een door initiatiefnemer ingediend bedrijfsplan;
  • c. de afwijkende maten ter plaatse stedenbouwkundig acceptabel zijn.

15.2 beeldkwaliteitsgebied - 2
15.2.1 Gebiedsregeling

Ter plaatse van de aanduiding beeldkwaliteitsgebied - 2 gelden in aanvulling op en (indien van toepassing) in afwijking van hoofdstuk 2 de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen worden voor minimaal 80% in de voorgevelrooilijn gebouwd;
  • b. per bouwperceel zijn ten hoogste 3 vlaggenmasten toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedraagt;
  • c. per bouwperceel is ten hoogste één reclamezuil toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedraagt en de oppervlakte ten hoogste 3 m² bedraagt;
  • d. buitenopslag van goederen in het zicht van de openbare ruimte is niet toegestaan;
  • e. een loadingdock aan de openbare weg is niet toegestaan.

15.2.2 Afwijken van het bebouwingspercentage in de voorgevelrooilijn

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 15.2.1 onder a om om hoofdgebouwen toe te staan die voor minder dan 80% in de voorgevelrooilijn gebouwd zijn, met dien verstande dat:

  • a. het bestaande percentage waarmee gebouwen in de voorgevelrooilijn gebouwd zijn niet afneemt;
  • b. de noodzaak om gebouwen met een afwijkend percentage in de rooilijn te bouwen blijkt uit een door initiatiefnemer ingediend bedrijfsplan;
  • c. de afwijkende maten ter plaatse stedenbouwkundig acceptabel zijn.

15.3 beeldkwaliteitsgebied - 3
15.3.1 Gebiedsregeling

Ter plaatse van de aanduiding beeldkwaliteitsgebied - 3 gelden in aanvulling op en (indien van toepassing) in afwijking van hoofdstuk 2 de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen worden voor minimaal 80% in de voorgevelrooilijn gebouwd;
  • b. erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn zijn niet toegestaan;
  • c. reclame-uitingen anders dan geïntegreerd in het hoofdgebouw zijn niet toegestaan;
  • d. een loadingdock aan de openbare weg is niet toegestaan.

15.3.2 Afwijken van het bebouwingspercentage in de voorgevelrooilijn

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 15.3.1 onder a om om hoofdgebouwen toe te staan die voor minder dan 80% in de voorgevelrooilijn gebouwd zijn, met dien verstande dat:

  • a. het bestaande percentage waarmee gebouwen in de voorgevelrooilijn gebouwd zijn niet afneemt;
  • b. de noodzaak om gebouwen met een afwijkend percentage in de rooilijn te bouwen blijkt uit een door initiatiefnemer ingediend bedrijfsplan;
  • c. de afwijkende maten ter plaatse stedenbouwkundig acceptabel zijn.

15.4 beeldkwaliteitsgebied - 4
15.4.1 Gebiedsregeling

Ter plaatse van de aanduiding beeldkwaliteitsgebied - 4 gelden in aanvulling op en (indien van toepassing) in afwijking van hoofdstuk 2 de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen worden voor minimaal 80% in de voorgevelrooilijn gebouwd;
  • b. erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn zijn niet toegestaan;
  • c. reclame-uitingen anders dan geïntegreerd in het hoofdgebouw zijn niet toegestaan;
  • d. buitenopslag van goederen in het zicht vanaf de N206 is niet toegestaan.
  • e. een loadingdock aan de openbare weg is niet toegestaan.

15.4.2 Afwijken van het bebouwingspercentage in de voorgevelrooilijn

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 15.4.1 onder a om om hoofdgebouwen toe te staan die voor minder dan 80% in de voorgevelrooilijn gebouwd zijn, met dien verstande dat:

  • a. het bestaande percentage waarmee gebouwen in de voorgevelrooilijn gebouwd zijn niet afneemt;
  • b. de noodzaak om gebouwen met een afwijkend percentage in de rooilijn te bouwen blijkt uit een door initiatiefnemer ingediend bedrijfsplan;
  • c. de afwijkende maten ter plaatse stedenbouwkundig acceptabel zijn.

15.5 beeldkwaliteitsgebied - 5
15.5.1 Gebiedsregeling

Ter plaatse van de aanduiding beeldkwaliteitsgebied - 5 gelden in aanvulling op en (indien van toepassing) in afwijking van hoofdstuk 2 de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen worden voor minimaal 80% in de voorgevelrooilijn gebouwd;
  • b. per bouwperceel zijn ten hoogste 3 vlaggenmasten toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedraagt;
  • c. per bouwperceel is ten hoogste één reclamezuil toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedraagt en de oppervlakte ten hoogste 3 m² bedraagt.

15.5.2 Afwijken van de gebiedsregeling

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.5.1 onder a, om hoofdgebouwen toe te staan die voor minimaal 40% in de voorgevelrooilijn zijn gebouwd.

15.6 beeldkwaliteitsgebied - 6
15.6.1 Gebiedsregeling

Ter plaatse van de aanduiding beeldkwaliteitsgebied - 6 gelden in aanvulling op en (indien van toepassing) in afwijking van hoofdstuk 2 de volgende regels:

  • a. per bouwperceel zijn ten hoogste 3 vlaggenmasten toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedraagt;
  • b. per bouwperceel is ten hoogste één reclamezuil toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedraagt en de oppervlakte ten hoogste 3 m² bedraagt.

15.6.2 Afwijken van het bebouwingspercentage in de voorgevelrooilijn

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 15.6.1 onder a om om hoofdgebouwen toe te staan die voor minder dan 80% in de voorgevelrooilijn gebouwd zijn, met dien verstande dat:

  • a. het bestaande percentage waarmee gebouwen in de voorgevelrooilijn gebouwd zijn niet afneemt;
  • b. de noodzaak om gebouwen met een afwijkend percentage in de rooilijn te bouwen blijkt uit een door initiatiefnemer ingediend bedrijfsplan;
  • c. de afwijkende maten ter plaatse stedenbouwkundig acceptabel zijn.

15.7 beeldkwaliteitsgebied - 7
15.7.1 Gebiedsregeling

Ter plaatse van de aanduiding beeldkwaliteitsgebied - 7 gelden in aanvulling op en (indien van toepassing) in afwijking van hoofdstuk 2 de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen worden voor minimaal 80% in de voorgevelrooilijn gebouwd;
  • b. per bouwperceel zijn ten hoogste 3 vlaggenmasten toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedraagt;
  • c. per bouwperceel is ten hoogste één reclamezuil toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedraagt en de oppervlakte ten hoogste 3 m² bedraagt.

15.7.2 Afwijken van het bebouwingspercentage in de voorgevelrooilijn

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 15.7.1 onder a om om hoofdgebouwen toe te staan die voor minder dan 80% in de voorgevelrooilijn gebouwd zijn, met dien verstande dat:

  • a. het bestaande percentage waarmee gebouwen in de voorgevelrooilijn gebouwd zijn niet afneemt;
  • b. de noodzaak om gebouwen met een afwijkend percentage in de rooilijn te bouwen blijkt uit een door initiatiefnemer ingediend bedrijfsplan;
  • c. de afwijkende maten ter plaatse stedenbouwkundig acceptabel zijn.