Plan: | Bedrijventerrein 't Heen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.bpKATbttheen-va01 |
Waterbeheer en watertoets
De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijk planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer te realiseren (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europees:
Nationaal:
Provinciaal:
Kaderrichtlijn Water (KRW)
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is sinds 2000 van kracht. De KRW verplicht waterbeheerders tot actie om voor 2015 het watersysteem chemisch en ecologisch gezond te hebben. Sinds 2003 is het Hoogheemraadschap van Rijnland actief bezig om de KRW uit te werken. De maatregelen, programmering en kosten zijn opgenomen in de Nota Schoon Water Rijnland die bestuurlijk is vastgesteld op 30 januari 2008.
Jaarlijks rapporteert het Hoogheemraadschap van Rijnland over de toestand van de waterkwaliteit in de KRW waterlichamen. De rapportage daarvan is terug te vinden op http://www.rijnland.net/regels/kaderrichtlijn_water
Waterwet
De Waterwet stelt de watersysteembenadering centraal en integreert acht bestaande wetten voor waterbeheer. De wet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater en regelt de juridische implementatie van Europese richtlijnen (o.a. Kaderrichtlijn Water en de Richtlijn Overstromingsrisico's).
De Waterwet kent één watervergunning. Met het wegvallen van vergunningen treedt een belangrijke wijziging op in de samenwerkingsrelatie tussen de gemeente en de waterbeheerder (Rijkswaterstaat of waterschap). Diverse activiteiten zoals bouwen en gebruik van de gronden zijn in, op grond van het waterbeleid, beschermde gebieden aan een watervergunning gebonden.
Formeel gezien staan vergunningen en andere besluiten volledig los van de watertoets. Het kan voorkomen dat regels uit het bestemmingsplan, zoals gebruiksregels, aanlegregels of bebouwingsregels, hetzelfde luiden en dezelfde belangen beschermen als watervergunningsregels op grond van de keur. Deze samenloop van regelgeving is in beginsel alleen toelaatbaar als de bestemmingsplanregels een ruimer belang dienen dan alleen het waterstaatkundig belang.
Waterbeheerplan 2010-2015
Voor de planperiode 2010-2015 zal het Waterbeheerplan (WBP) van Rijnland van toepassing zijn. In dit plan geeft Rijnland aan wat haar ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen. Het nieuwe WBP legt meer dan voorheen het accent op de uitvoering. De drie hoofddoelen zijn veiligheid tegen overstromingen, voldoende water en gezond water. Wat betreft veiligheid is cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn én blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijk toekomstige dijkverbeteringen. Wat betreft voldoende water gaat het erom het complete watersysteem goed in te richten, goed te beheren en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem op orde en toekomstvast wordt gemaakt, rekeninghoudend met klimaatverandering. Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzing. Het waterbeheerplan sorteert voor op deze ontwikkelingen. Het Waterbeheerplan 2010-2015 van Rijnland is te vinden op de website: www.rijnland.net/plannen/waterbeheerplan.
Keur en Beleidsregels 2009
Per 22 december 2009 is een nieuwe Keur in werking getreden, alsmede nieuwe Beleidsregels die per 27 mei 2011 geactualiseerd zijn. Een nieuwe Keur is nodig vanwege de totstandkoming van de Waterwet en daarmee verschuivende bevoegdheden in onderdelen van het waterbeheer. Verder zijn aan deze Keur bepalingen toegevoegd over het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem. De 'Keur en Beleidsregels' maken het mogelijk dat het Hoogheemraadschap van Rijnland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. De Keur is een verordening van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod- en verbodsbepalingen) voor:
De Keur bevat verbodsbepalingen voor werken en werkzaamheden in of bij de bovengenoemde waterstaatswerken. Er kan een ontheffing worden aangevraagd om een bepaalde activiteit wel te mogen uitvoeren. Rijnland kan een dergelijke ontheffing verlenen. De Keur is daarmee een belangrijk middel om via ontheffingverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen. In de Beleidsregels, die bij de Keur horen, is het beleid van Rijnland nader uitgewerkt. De Keur en Beleidsregels van Rijnland zijn te vinden op de website: www.rijnland.net/regels/keur_algemene.
Gemeentelijk beleid
De gemeente Katwijk heeft in samenwerking met het Hoogheemraadschap van Rijnland het waterplan Katwijk opgesteld. Met het Waterplan Katwijk wordt gewerkt aan een gezond en veerkrachtig watersysteem. In het plan zijn concrete afspraken gemaakt over wat er moet gebeuren en in welke hoeveelheid, en over wie wat doet.
Oplossingen worden gezocht in het vergroten van het wateroppervlak, het vergroten van duikers ten behoeve van de doorstroming, onderzoek naar de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Om de grondwateroverlast aan te pakken en het grondwater sneller af te kunnen voeren, worden nieuwe drainagesystemen aangelegd. Ook wordt het peilbuizennet om het grondwater te monitoren uitgebreid. De ambitie van de gemeente is om in 2015 twintig procent van het regenwater afgekoppeld te hebben van het gemengde rioolstelsel: dit gaat om 20% van het verhard oppervlak. Het schone regenwater komt dan direct in het oppervlaktewater terecht. Daarnaast draagt het vergroten van oppervlaktewater ook bij aan het makkelijker kunnen afvoeren van hemelwater. Het gebruik van chemievrije onkruidbestrijding wordt gestimuleerd en watergangen worden onderhouden door ze te baggeren.
Huidige situatie
Algemeen
Het plangebied bestaat uit het bedrijventerrein 't Heen ten noordoosten van Katwijk.
Bodem en grondwater
Volgens de bodemkaart van Nederland (www.bodemdata.nl) bestaat de bodem ter plaatse van het plangebied voor het grootste deel uit rivierkleigrond. In het midden van het plangebied komt tevens zandgrond voor. In het grootste deel van het plangebied is sprake van grondwatertrap IV. Dit houdt in dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand op meer dan 0,4 m beneden maaiveld ligt en dat de gemiddelde laagste grondwaterstand varieert tussen 0,8 en 1,2 m beneden maaiveld. Tevens komt in het plangebied grondwatertrap II voor. Hier ligt de gemiddelde hoogste grondwaterstand op minder dan 0,4 m beneden maaiveld en varieert de gemiddelde laagste grondwaterstand tussen 0,5 en 0,8 m beneden maaiveld. De maaiveldhoogte varieert in het plangebied tussen circa NAP +0,5 en +1,4 m.
Figuur 5.6 Bodem en grondwater in het plangebied (www.bodemdata.nl)
Waterkwantiteit en -kwaliteit
In het plangebied is vrijwel geen oppervlaktewater aanwezig. Wel wordt het plangebied omgrensd door de Noordwijkervaart (ook wel de Maandagse Wetering genoemd), een primair boezemwater, aan de noord en oostzijde van het plangebied en het Uitwateringskanaal, ook een primair boezemwater, aan de zuidwestzijde van het plangebied (http://rijnland.esri.nl/legger/).
Twee KRW-lichamen liggen deels binnen het plangebied van 't Heen, dit betreft:
Beide waterlichamen zijn geen geprioriteerde waterlichamen. Uit de factsheets blijkt dat er voor de gedeelten van de waterlichamen in dit plangebied geen voorgenomen maatregelen zijn bepaald.
Veiligheid en waterkeringen
Het plangebied ligt niet binnen de kern-/beschermingszone van een waterkering (http://rijnland.esri.nl/keringen/).
Afvalwaterketen en riolering
In 't Heen ligt een gescheiden rioolstelsel voorzien van zwevende stofafscheiders. De toevoer van rioolwater uit Katwijk naar de rioolwaterzuivering in 't Heen (Lageweg) loopt via een transportriool in de Nijverheidstraat en de Weverstraat. Deze transportriolen zijn gedimensioneerd op de DWA (droogweerafvoer) en RWA (regenwaterafvoer) van heel Katwijk. De DWA-afvoeren van de diverse straten in 't Heen zijn aangesloten op deze transportriolen. Gedacht wordt om de persleiding Rijnstraat via het Laage Mallegatpad door te trekken via de AW21.
Toekomstige situatie
Algemeen
Binnen het bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Dit betekent dat geen grootschalige functieveranderingen en/of herinrichtingen zijn gepland. Binnen de vigerende bestemmingen bestaat wel de mogelijkheid tot kleinschalige ontwikkelingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het bouwen van aan- of bijgebouwen (al of niet omgevingsvergunningplichtig) of het aanleggen van paden of verhardingen. Vanwege de consoliderende aard biedt het bestemmingsplan weinig of geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren.
Als in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van schoon verhard oppervlak, hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dit betekent ook dat toename van het verharde oppervlak en/of dempingen binnen het gebied moeten worden gecompenseerd. Daarnaast is het van belang om bij eventuele ontwikkeling diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.
Conclusie
De in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakte ontwikkelingen hebben geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.