direct naar inhoud van 5.4 Bodem
Plan: Katwijk aan den Rijn 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpKATRijn2012-va01

5.4 Bodem

Beoogde ontwikkeling in relatie tot milieu

Het plangebied is overwegend in gebruik als woongebied. Op enkele plaatsen zijn bedrijven dan wel maatschappelijke voorzieningen (kerk, school, bibliotheek, wijkgebouw) aanwezig. Binnen het plangebied wordt de bouw van 4 woningen aan de Commandeurslaan mogelijk gemaakt.

Toetsingskader

Het Besluit ruimtelijke ordening stelt eisen aan de uitvoerbaarheid van plannen. Daarom is kennis van de bodem van belang voor het leggen van de bestemmingen. De Wet bodembescherming bevat kaders voor (het saneren van) ernstige verontreinigingen. De Woningwet en de Wet milieubeheer bevatten kaders omtrent het gebruik. Of een verontreiniging moet worden gesaneerd hangt af van de ernst en omvang. Uiteraard speelt het toekomstig gebruik ook een belangrijke rol.

Onderzoek

Op basis van de databank bodeminformatie en de bodemkwaliteitskaart van gemeente Katwijk blijkt dat binnen het plangebied enkele locaties bekend zijn waar (potentieel) verontreinigende activiteiten plaatsvonden en (mogelijkerwijs) een verontreiniging van de bodem is ontstaan. Echter, ten aanzien van het gebruik van deze locaties zijn bij gelijkblijvende gebruiksbestemming vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen aanwezig en bestaat vanuit de Wet bodembescherming, dan wel overige milieuwetgeving, geen directe saneringsnoodzaak.

Gebieden die onze aandacht hebben zijn Overrijn 20-25, De Schaape Wei, Asterstraat 2-28 waar op basis van de beschikbare bodemonderzoeksrapporten blijkt dat diverse verontreinigingen in de bodem aanwezig zijn.  Indien ter plaatse van deze percelen in de toekomst herontwikkeling (bijvoorbeeld: woningbouw) plaatsvindt, dient sanering van de verontreinigde bodem plaats te vinden, waarbij de saneringsdoelstelling wordt afgestemd op het toekomstige gebruik.

Ontwikkellocatie Commandeurslaan

In 2004 heeft een verkennend bodemonderzoek door IDDS plaatsgevonden in het kader van de aanvraag van een bouwvergunning. Het gaat hierbij om een klein gedeelte van de locatie, te weten: het noordoostelijk deel. Hieruit bleek dat de bovengrond (0-0,5 meter minus maaiveld) hooguit licht verontreinigd is. In de ondergrond is een sterke verontreiniging met lood aangetroffen op een diepte van 1,5-2,0 meter minus maaiveld. Hier is nader onderzoek nodig om de omvang van de verontreiniging in beeld te brengen. Op basis van de diepte van de verontreiniging wordt er geen belemmering verwacht bij de aanvraag van een bouwvergunning. Het grondwater was eveneens hooguit licht verontreinigd.

In 2011 heeft een verkennend bodemonderzoek door IDDS plaatsgevonden ter plaatse van de uitpandige terreindelen op de gehele projectlocatie. Hieruit bleek dat de bovengrond hooguit licht verontreinigd is. De ondergrond is plaatselijk sterk verontreinigd met lood en zink (noordoostelijk terreindeel). Mogelijk is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging en een saneringsnoodzaak. In dat geval kan worden gesaneerd door een isolatievoorziening (verharding) of een leeflaag (1 meter schone grond) aan te leggen. Echter, na sloop van de bebouwing zal nader bodemonderzoek moeten plaatsvinden ter plaatse van de inpandige terreindelen en zal de omvang en ernst van de bodemverontreiniging verder in kaart moeten worden gebracht.

Ontwikkellocatie Schulpeinde

In 2011 is door van Dijk geo- & milieutechniek een bodemonderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek is gebleken dat er gezien de geringe mate van verontreiniging er milieuhygiënisch geen bezwaar is voor de beoogde nieuwbouw.

Conclusie

Binnen het plangebied zijn geen ernstige verontreinigingen bekend en naar de aard van het gebied worden die ook niet verwacht. Deze hypothese zal in voorkomende gevallen in de praktijk worden getoetst op grond van de bouwverordening, de Wet milieubeheer als ook in het kader van grondtransacties.

Ter plaatse van de projectlocatie praktijkschool is mogelijk sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Na sloop van de bebouwing zal nader bodemonderzoek moeten plaatsvinden om de omvang en ernst van de bodemverontreiniging verder in kaart te brengen. (zie bijlagen: bodemonderzoek Commandeurslaan 29 en bodemonderzoek Schulpeinde)