Plan: | Woonzorgzone fase 2 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0534.bpwoonzorgzonefa2-0002 |
het bestemmingsplan 'Woonzorgzone fase 2' van de gemeente Hillegom.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO-0534.bpwoonzorgzonefa2-0002 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, ontwerptechnisch, kunstzinnig,
juridisch, medisch, paramedisch of daarmee naar de aard gelijk te stellen gebied, dat
ondergeschikt aan de woonfunctie kan plaatsvinden.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar
ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het
bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant,
op meer dan 1 meter van de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geen overkappingen zijnde.
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken.
het in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het
bouwperceel aangeeft, dat ten hoogste bebouwd mag worden met gebouwen.
bij bouwwerken en gebruik bestaand ten tijde van de terinzagelegging van het
ontwerpbestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel
bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond
staand gebouw of ander bouwwerk, met een dak en ondergeschikt aan het hoofdgebouw.
een woonvorm waar bewoners nagenoeg zelfstandig wonen met (voorzieningen) voor verzorging en begeleiding (ook 24-uur begeleiding).
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het
vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen
of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering
gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van de begane
grond. Hieronder wordt niet begrepen:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar
behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de
regels bepaalde gebouwen en andere bouwwerken, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij
direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op
de grond.
een op een schuin dakvlak uitgebouwde uitstulping met een eigen dak, met dien
verstande dat de onderzijde van de dakkapel ten minste 0,5 meter boven de dakvoet is
gelegen.
hoogste punt van een schuin dak.
de ophoging van de goothoogte en/of bouwhoogte en/of de dakhelling.
het laagste punt van een schuin dak.
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke
deskundige of commissie van deskundigen inzake een bepaalde vakdiscipline.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen
en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik,
verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of
bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, niet zijnde detailhandel of kantoren.
de bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de
buitenlucht (daaronder begrepen het dak) waarin alleen bij uitzondering te openen delen
aanwezig zijn, mits deze niet grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte (bijvoorbeeld een
nooduitgang).
zie achtererfgebied en voorerfgebied.
uitbouw in één bouwlaag aan de voor en/of zijgevel van een woning die ondergeschikt is
aan het hoofdgebouw.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een
omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in
de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met
wanden omsloten ruimte vormt.
een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning is gelegen.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de
geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het
perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
zelfstandige bewoning door een persoon of een groep personen, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
een dragende bouwconstructie in op of over een weg, spoorlijn of watergang, waaronder
begrepen zijn viaducten, bruggen, tunnels alsmede hiermee vergelijkbare bouwwerken.
Vliesconstructies en duikers daaronder niet begrepen. Niet te verwarren met voorwerp
van beeldende kunst.
zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak en op vrijwillige basis.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes,
gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes,
telefooncellen, elektrische oplaadpunten, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse)
afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie al dan niet ondergronds.
een buiten de gevel of dakvlak uitstekend ondergeschikt deel van een bouwwerk met
uitzondering van een uitgebouwd gedeelte van een gebouw dat dient ter uitbreiding van
het oppervlak.
een bijbehorend bouwwerk, geen gebouw zijnde, losstaand of aangebouwd aan het
hoofdgebouw voor het stallen van voertuigen of goederen en/of schuilen van personen
tegen weersomstandigheden.
detailhandel in goederen die ter plaatste worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van
een ander tegen vergoeding.
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prositué tracht
de aandacht van passanten op zich te vestigen.
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in de omvang
alsof zijn bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van
erotische/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval
verstaan: een prostitutiebedrijf, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of
parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op
uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de grens van een bouwvlak aan de zijde(n) vanwaar een gebouw of ander bouwwerk hoofdzakelijk toegankelijk is en/of aan de zijde(n) die op openbaar gebied georiënteerd is (zijn).
een hoofdgebouw dat opgericht is op een bouwperceel waarvan de bestemming wonen
van kracht is en dat bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
een woning bestemd voor niet-zelfstandige huisvesting van bejaarden, jongeren, zieken of gehandicapten.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot
perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen
gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals
schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts
geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van
het bouwwerk.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een
daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het
hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts
geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van
het bouwwerk.
De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
Voor het bouwen van gebouwen geldt dat uitsluitend nutsvoorzieningen mogen worden
gebouwd, waarbij:
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt dat de bouwhoogte niet meer mag
bedragen dan:
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de
bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Voor het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 4.1 en toe te staan dat een deel van de woning of bijbehorend bouwwerk bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning) wordt gebruikt, met dien verstande, dat:
a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
b. op het perceel al een wooneenheid aanwezig is;
c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
d. per wooneenheid maximaal één situatie van inwoning ten behoeve van mantelzorg is toegestaan;
e. inwoning in beginsel dient plaats te vinden bij, in of direct aansluitend aan de wooneenheid, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de wooneenheid dient te hebben;
f. het gebruik van een bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan de wooneenheid voor de inwoner of andere bewoner(s) onredelijk bezwarend is;
g. maximaal 80 m2 van het hoofdgebouw en/of bijbehorend bouwwerk mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning;
h. na de beëindiging van de mantelzorgsituatie de wooneenheid weer in oorspronkelijke vorm wordt teruggebracht.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, uitsluitend worden overschreden door:
Het is verboden de gronden en/of bouwwerken zoals bedoeld in hoofdstuk 2 opgenomen regels te gebruiken ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een omgevingsvergunning af te wijken van:
Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerking aan een omgevingsvergunning voor het afwijken mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op het toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van liftkokers van
de woonzorgzone mag worden vergroot, mits:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 10.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 31.1.1 met maximaal 10%.
Lid 10.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding
van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 10.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in het lid 10.2.1 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 10.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Woonzorgzone fase 2'.