Het Europees verdrag van Malta werd in 1992 ondertekend door een groot aantal EU-landen, waaronder Nederland. Doelstelling van het verdrag is de veiligstelling van het (Europees) archeologisch erfgoed. De Monumentenwet verplicht gemeenten bij het opstellen van ruimtelijke plannen, rekening te houden met de in hun bodem aanwezige archeologische (verwachtings)waarden.
In mei 2007 is in opdracht van de gemeente Hillegom de Nota Archeologie Hillegom ‘Naar een realistische en duurzame omgang met het archeologisch erfgoed in de gemeente Hillegom’ door RAAP opgesteld. Deze nota dient een eerste aanzet te geven voor het formuleren van het gemeentelijk archeologisch beleid, en te inventariseren wat er in deze ‘overgangsfase’ door de gemeente Hillegom op het gebied van de archeologische monumentenzorg geregeld dient te worden, uitgaande van de aanstaande wettelijke verplichting hiertoe. Tegelijk met de Nota Archeologie Hillegom heeft de gemeente Hillegom RAAP verzocht een archeologische vindplaats- en verwachtingskaart voor het gemeentelijk grondgebied te vervaardigen (‘beleidskaart’). Aan de vindplaats- en verwachtingskaart zijn voorschriften voor in ruimtelijke plannen gekoppeld. Om die reden wordt gesproken van een archeologische beleidskaart, zie onderstaande afbeelding.
Afbeelding 13 – uitsnede archeologische beleidskaart
Uit de beleidskaart blijkt dat onderhavig plangebied is aangemerkt als ‘ingesloten strandvlakte, mogelijk overgang naar strandwal’. Volgens de nota geldt voor deze gronden een lage archeologische verwachtingswaarde. Verkennend archeologisch onderzoek is pas nodig bij bodemingrepen dieper dan 30 cm –Mv en groter dan 100 m2. In onderhavig plan is hiervan geen sprake. Het uitvoeren van een archeologie onderzoek is derhalve niet noodzakelijk.
Ten behoeve van de herontwikkeling van de bollenschuur is het uitvoeren van een archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. Het aspect archeologie vormt daarmee geen belemmering voor onderhavig plan.