In het kader van de bestemmingsplanprocedure dient aangetoond te worden dat de kwaliteit van de bodem en het grondwater van het plangebied in overeenstemming zijn met het beoogde gebruik. Dit is geregeld in de Wet Bodembescherming (2009). De bodemkwaliteit kan namelijk van invloed zijn op de beoogde functie van het plangebied.
In het kader van de beoordeling van de ruimtelijke onderbouwing heeft de Milieudienst het bodeminformatiesysteem geraadpleegd. Hieruit is de volgende informatie gehaald:
- In 1993 is ten behoeve van de aanvraag van een bouwvergunning van de bollenschuur (die nu in zijn geheel tot tennishal/paintball ruimte wordt omgevormd) een NVN verkennend onderzoek uitgevoerd. Er zijn toen uitsluitend lichte verontreinigingen aangetroffen;
- In 2005 is in het kader van de Wet milieubeheer bij olieopslag/tankplaats/opslag bestrijdingsmiddelen bodemonderzoek verricht. Er zijn toen lichte verontreinigingen in de bodem aangetroffen.
Gelet op bovenstaande bodeminfo, het feit dat sinds 2005 geen bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden en sprake is van een inpandige verbouwing acht de Milieudienst verder bodemonderzoek niet noodzakelijk. Indien er bij de uitvoering om welke reden dan ook alsnog grond wordt aan- of afgevoerd, dan dient dit volgens de door de overheid gestelde regels te gebeuren. In het bijzonder wordt gewezen op het Besluit bodemkwaliteit.