Vanuit het perspectief van de stedelijke regio is een schaalsprong nodig, vooral om de concurrentiekracht te vergroten. Eén van de centrale opgaven is dat de kernkwaliteiten van de Randstad worden versterkt, met name die van de provincie Zuid-Holland. Wat de Randstad zo bijzonder maakt, is de ligging in de delta en de structuur waarbij de steden rondom het Groene Hart liggen. Behalve dat de stedelijke netwerken versterkt moeten worden, is het ook heel belangrijk om de waterrijke cultuur- en natuurlandschappen mee te ontwikkelen. Een aantrekkelijk woon-, leef- en vestigingsmilieu is een voorwaarde om de provincie volwaardig en duurzaam te ontwikkelen. Groen en water vormen daarvoor essentiële dragers. Water, natuur, recreatie en agrarische bedrijvigheid moeten beter met elkaar in balans worden gebracht. Het Groenbeleid van de provincie Zuid-Holland wordt ontwikkeld aan de hand van de kernopgaven uit de PRSV. Verder pakt de provincie de groenopgave op aan de hand van de lagenbenadering en kiest ze er bewust voor gebieden integraal te ontwikkelen.
Ecologische hoofdstructuur
In de jaren tachtig van de vorige eeuw is een concept voor een Zuid-Hollandse ecologische infrastructuur ontwikkeld. In 1989 heeft het Rijk dit concept overgenomen in het Natuurbeleidsplan. De Ecologische Hoofdstructuur die daarin wordt gepresenteerd, kunnen we beschouwen als het grootste infrastructurele project van Nederland. Het streven was de EHS te realiseren in dertig jaar tijd. De aanleiding voor dit project was destijds te voorkomen dat natuur- en landschapwaarden verloren gaan, door een ruimtelijk stabiele en samenhangende EHS te realiseren. Provincies spelen een belangrijke rol bij de realisatie van de EHS. Het EHS-beleid heeft in Zuid-Holland, in de vorm van de provinciale EHS, zijn beslag gekregen in het Beleidsplan Natuur en Landschap uit 1991. De provincie neemt zich voor de EHS gereed te hebben in 2013. De rijksoverheid wil de EHS gereed hebben in 2018. In de loop van de tijd heeft de provincie het concept van de EHS op enkele aspecten aangepast. Zo zijn er nieuwe gebiedscategorieën toegevoegd en is er specifieke Zuid-Hollandse inbreng. Hoofddoel van het natuurbeleid is de biodiversiteit te behouden en te ontwikkelen, die voor Zuid-Holland zo kenmerkend is. Deze doelstelling vloeit voort uit internationale verdragen en regelgeving (onder andere het Biodiversiteitsverdrag en diverse EU-richtlijnen). De biodiversiteit in Zuid-Holland is over het algemeen sterk afgenomen ten opzichte van de referentiesituatie in 1980 (Staat van de Natuur). Deze achteruitgang komt ook uit landelijke analyses naar voren (Natuurbalans). De laatste jaren is de biodiversiteit op sommige punten hersteld. Voornaamste oorzaken hiervan zijn dat het natuurbeleid – in de vorm van nieuwe natuurgebieden - gestaag verder wordt uitgevoerd en dat de milieuomstandigheden in het landelijke gebied verbeteren.
Om het hoofddoel (biodiversiteit behouden en ontwikkelen) te bereiken, zijn de voornaamste middelen:
- De EHS tot stand brengen;
- Bijzondere natuurkwaliteit realiseren in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden;
- Een basisnatuurkwaliteit realiseren in het landelijk gebied;
- Ontsnipperingsmaatregelen nemen ten behoeven van de westelijke Natte As.
Uitsnede EHS kaart Zuid-Holland
Uit raadpleging van de EHS-kaart van de provincie Zuid-Holland volgt dat onderhavig plangebied op circa 650 meter het het EHS gebied Kleine Looster is gelegen. Het natuurgebied is gelegen ten zuid westen van het plangebied. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkeling is het van belang dat er geen afbreuk plaatsvindt van de aanwezige natuurwaarden. De ontwikkeling voorziet in een afname van bebouwing. Hiermee is er geen sprake van een afbreuk aan de bestaande natuurwaarden.
Conclusie
Gelet op de aard en omvang van de voorgenomen ontwikkeling is het plan in overeenstemming met het Beleidsplan Groen, Water en Milieu (2005). Het plangebied is gelegen op circa 650 meter van de ecologische hoofdstructuur. De ontwikkeling tast de bestaande structuur niet aan en vormt derhalve geen belemmering voor onderhavig plan.