Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Frederikslaan
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0534.BPfrederikslaan2-VA01

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Provinciale Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland'
Op 2 juli 2010 heeft de provincie Zuid-Holland de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte vastgesteld. De provincie Zuid-Holland heeft ervoor gekozen een integrale ruimtelijke structuurvisie [1] voor haar hele grondgebied op te stellen. Deze vervangt het streekplan Zuid-Holland West. De invoering van de Wet ruimtelijke ordening was aanleiding voor aanpassing van haar ruimtelijk beleid. Deze structuurvisie bevat de ambities van provinciaal belang voor de periode 2020 met een doorkijk naar 2040. Ook de aanpak om samen met andere partijen de doelen te bereiken wordt in de structuurvisie beschreven. Het accent daarbij ligt op sturing vooraf en sturing op kwaliteit. Om hier meer grip op te krijgen, heeft de provincie een kwaliteitskaart en functiekaart opgesteld. Onderstaande afbeelding toont een uitsnede van de functiekaart met het betreffende plangebied in geel gemarkeerd.
     
ligging gebied
Uitsnede functiekaart
 
Uitsnede kwaliteits 
Uitsnede kwaliteitskaart
 
De functiekaart geeft de gewenste en mogelijke ruimtelijke functies weer die in de structuurvisie zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot 2020. Zo biedt de kaart ruimte aan de diverse belangen in Zuid-Holland. De functiekaart is vergelijkbaar met de voormalige streekplankaarten.
 
Terwijl de functiekaart stuurt op het ‘wat en waar’ stuurt de kwaliteitskaart op het ‘waar en hoe’. Op de kaart zijn zowel de bestaande als de gewenste kwaliteiten benoemd op een globale, regionale schaal. De kwaliteitskaart toont de diversiteit van Zuid-Holland en brengt de ruimtelijke kwaliteiten van provinciaal belang in beeld. De kaart geeft vanuit een kwalitatieve invalshoek richting en randvoorwaarden aan de ordening en ontwikkeling van de ruimte in Zuid-Holland.
 
De locatie valt in de structuurvisie binnen de aanduiding agrarisch landschap - bollenteelt (functiekaart) en bollenteelt-zanderijenlandschap (kwaliteitskaart). 
 
Het plangebied maakt onderdeel uit van de Duin- en Bollenstreek. Voor dit gebied gelden volgens de structuurvisie een aantal gebiedsopgaven. Relevant voor onderhavig plan is de gebiedsopgave ten aanzien van de landschappelijke kwaliteiten van het gebied. Ruimtelijke ontwikkelingen mogen in geen enkel geval afbreuk doen aan de aanwezige natuurwaarden.
 
Conclusie
Onderhavig plangebied is gelegen in het agrarisch bollenteeltgebied. Ten behoeve van de herontwikkeling van de kassen wordt er geen bebouwing toegevoegd, per saldo neemt de hoeveelheid bebouwing af. Geconcludeerd kan worden dat de er vanuit het beleid conform de provinciale structuurvisie geen bezwaar bestaat tegen het toepassen van de ‘Gom-regeling’.
3.2.2 Provinciale verordening Ruimte (herziening 23 februari 2011)
Op 23 februari 2011 heeft de provincie Zuid-Holland de Verordening Ruimte (1e herziening) vastgesteld. De verordening draagt bij aan het realiseren van de provinciaal ruimtelijke belangen en doelen zoals die benoemd zijn in de structuurvisie Ruimtelijke Ordening en bevat hiertoe instructieregels die van belang zijn voor gemeenten bij het opstellen van hun bestemmingsplannen. Een verordening omvat in aanvulling op de structuurvisie toetsbare criteria, van provinciaal belang, waaraan planvorming moet voldoen.
In dit geval draagt de Verordening Ruimte Zuid-Holland bij aan de ruimtelijke doelen en belangen van de provinciale structuurvisie 'ontwikkelen met schaarse ruimte'. In deze verordening zijn regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de inhoud van de toelichting van bestemmingsplannen. De verordening heeft slechts betrekking op een beperkt aantal onderwerpen.
 
Kaart 1 van de verordening toont de bebouwingscontouren van de provincie Zuid-Holland. Onderhavig plangebied is gelegen buiten de bebouwingscontour. Volgens kaart 2 van de verordening is de locatie aangeduid als als bollenteeltgebied.  
 
Het plangebied heeft momenteel een agrarische functie. In het kader van de voorgenomen ontwikkeling zal de agrarische functie deels komen te vervallen.
 
In de Verordening ruimte is bepaald dat bestemmingsplannen voor gronden buiten de bebouwingscontouren bestemmingen uitsluiten die nieuwvestiging of uitbreiding van stedelijke functies mogelijk maken. In afwijking hiervan is in artikel 2 lid 2 onder l van de Verordening ruimte van de provincie Zuid-Holland bepaald dat in de duin- en bollenstreek 600 greenport woningen zijn toegestaan.
 
Specifiek is geregeld dat:
 
6oo nieuwe woningen zoals bedoeld in de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer Bollenstreek (Gedeputeerde Staten, 16 mei 2006) onder de volgende voorwaarden zijn toegestaan:
  1. de openheid van het landschap en de zichtlijnen worden niet significant aangetast;
  2. de woningen worden niet opgericht binnen het Kroonjuweel Landgoed Keukenhof zoals opgenomen in de provinciale structuurvisie;
  3. de bouw van de woningen mag niet ten koste gaan van de zichtbaarheid en ervaarbaarheid van het gebied in het OV-panorama langs het spoor, zoals opgenomen in de provinciale structuurvisie en
  4. de opbrengst van de bouw van de woningen wordt afgedragen aan de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij ten behoeve van de projecten uit het meerjarenprogramma. 
Conclusie
Er is dan ook vanuit het beleid van de provinciale verordening geen belemmering voor het beoogde initiatief.
3.2.3 Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer - Bollenstreek
De Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer – Bollenstreek is op 16 mei 2006 vastgesteld door Provinciale staten. In de Gebiedsuitwerking worden belangrijke keuzes en hoofdprincipes vastgelegd om te komen tot verdere ontwikkeling van het gebied. Het is een samenhangend pakket van voorstellen waarvoor nadere afspraken nodig zijn. De Gebiedsuitwerking draagt bij aan een evenwichtige en geleidelijke ontwikkeling van de gebieden, passend in de ontwikkeling in het grotere perspectief van de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad. Gezamenlijk wordt gewerkt aan een economisch sterke regio waar het aantrekkelijk is om te werken, te wonen en te recreëren.
 
De toekomstige ontwikkelingen zijn in een ruimtelijke strategiekaart opgenomen, welke is verdeeld in 7 zones. Onderhavig plangebied is gelegen in de zone Greenport Bollenstreek. Het beleid binnen deze zone is erop gericht grootschalige verstedelijking tegen te gaan. Naast het streven naar behoud en ontwikkeling van het bollencomplex is versterking van het toerisme in dit gebied een van de uitgangspunten. 
 
Conclusie
De sloop van kassen en de bouw van woningen is in overeenstemming met de gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek.
3.2.4 Beleidsplan Groen, Water en Milieu (Provincie Zuid-Holland 2005)
Vanuit het perspectief van de stedelijke regio is een schaalsprong nodig, vooral om de concurrentiekracht te vergroten. Eén van de centrale opgaven is dat de kernkwaliteiten van de Randstad worden versterkt, met name die van de provincie Zuid-Holland. Wat de Randstad zo bijzonder maakt, is de ligging in de delta en de structuur waarbij de steden rondom het Groene Hart liggen. Behalve dat de stedelijke netwerken versterkt moeten worden, is het ook heel belangrijk om de waterrijke cultuur- en natuurlandschappen mee te ontwikkelen. Een aantrekkelijk woon-, leef- en vestigingsmilieu is een voorwaarde om de provincie volwaardig en duurzaam te ontwikkelen. Groen en water vormen daarvoor essentiële dragers. Water, natuur, recreatie en agrarische bedrijvigheid moeten beter met elkaar in balans worden gebracht. Het Groenbeleid van de provincie Zuid-Holland wordt ontwikkeld aan de hand van de kernopgaven uit de PRSV. Verder pakt de provincie de groenopgave op aan de hand van de lagenbenadering en kiest ze er bewust voor gebieden integraal te ontwikkelen.
 
Ecologische hoofdstructuur
In de jaren tachtig van de vorige eeuw is een concept voor een Zuid-Hollandse ecologische infrastructuur ontwikkeld. In 1989 heeft het Rijk dit concept overgenomen in het Natuurbeleidsplan. De Ecologische Hoofdstructuur die daarin wordt gepresenteerd, kunnen we beschouwen als het grootste infrastructurele project van Nederland. Het streven was de EHS te realiseren in dertig jaar tijd. De aanleiding voor dit project was destijds te voorkomen dat natuur- en landschapwaarden verloren gaan, door een ruimtelijk stabiele en samenhangende EHS te realiseren. Provincies spelen een belangrijke rol bij de realisatie van de EHS. Het EHS-beleid heeft in Zuid-Holland, in de vorm van de provinciale EHS, zijn beslag gekregen in het Beleidsplan Natuur en Landschap uit 1991. De provincie neemt zich voor de EHS gereed te hebben in 2013. De rijksoverheid wil de EHS gereed hebben in 2018. In de loop van de tijd heeft de provincie het concept van de EHS op enkele aspecten aangepast. Zo zijn er nieuwe gebiedscategorieën toegevoegd en is er specifieke Zuid-Hollandse inbreng. Hoofddoel van het natuurbeleid is de biodiversiteit te behouden en te ontwikkelen, die voor Zuid-Holland zo kenmerkend is. Deze doelstelling vloeit voort uit internationale verdragen en regelgeving (onder andere het Biodiversiteitsverdrag en diverse EU-richtlijnen). De biodiversiteit in Zuid-Holland is over het algemeen sterk afgenomen ten opzichte van de referentiesituatie in 1980 (Staat van de Natuur). Deze achteruitgang komt ook uit landelijke analyses naar voren (Natuurbalans). De laatste jaren is de biodiversiteit op sommige punten hersteld. Voornaamste oorzaken hiervan zijn dat het natuurbeleid – in de vorm van nieuwe natuurgebieden - gestaag verder wordt uitgevoerd en dat de milieuomstandigheden in het landelijke gebied verbeteren.
 
Om het hoofddoel (biodiversiteit behouden en ontwikkelen) te bereiken, zijn de voornaamste middelen:
  • De EHS tot stand brengen;
  • Bijzondere natuurkwaliteit realiseren in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden;
  • Een basisnatuurkwaliteit realiseren in het landelijk gebied;
  • Ontsnipperingsmaatregelen nemen ten behoeven van de westelijke Natte As.
Ligging plangebied irt EHS
Uitsnede EHS kaart Zuid-Holland
 
Uit raadpleging van de EHS-kaart van de provincie Zuid-Holland volgt dat onderhavig plangebied op circa 650 meter het het EHS gebied Kleine Looster is gelegen. Het natuurgebied  is gelegen ten zuid westen van het plangebied. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkeling is het van belang dat er geen afbreuk plaatsvindt van de aanwezige natuurwaarden. De ontwikkeling voorziet in een afname van bebouwing. Hiermee is er geen sprake van een afbreuk aan de bestaande natuurwaarden.
 
Conclusie
Gelet op de aard en omvang van de voorgenomen ontwikkeling is het plan in overeenstemming met het Beleidsplan Groen, Water en Milieu (2005). Het plangebied is gelegen op circa 650 meter van de ecologische hoofdstructuur. De ontwikkeling tast de bestaande structuur niet aan en vormt derhalve geen belemmering voor onderhavig plan.