direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum - 1
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0534.BPCentrum-VA01

Artikel 5 Centrum - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen;
  • b. detailhandelsbedrijven, uitsluitend op de begane grond;
  • c. detailhandelverwante bedrijven, uitsluitend op de begane grond;
  • d. horecabedrijven uit categorie 1, uitsluitend op de begane grond;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie' tevens een horecabedrijf van de aangegeven categorie, op de begane grond en de verdiepingen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ondergeschikt' tevens ondergeschikte horeca op de (tussen)verdiepingen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'dansschool' tevens voor een dansschool;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' tevens voor dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' tevens een supermarkt, uitsluitend op de begane grond;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - ontmoetingscentrum' tevens een ontmoetingscentrum op de begane grond;
  • k. aan-huis-verbonden beroepen;
  • l. bij de bestemming behorende voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, groen, water, erven, tuinen en paden.
5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.

5.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag voor 100 % worden bebouwd;
  • c. de voorgevels van hoofdgebouwen mogen uitsluitend in de voorgevelbouwgrens worden gebouwd, zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mag de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven;
  • f. de breedte van de gezamenlijke dakkapellen op het dakvlak van de voorgevel van een gebouw bedraagt maximaal 50% van de breedte van het dakvlak;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - passage' is een (overdekte) passage toegestaan;
  • h. het winkelfront van detailhandelsbedrijven en detailhandelverwante bedrijven is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' of ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - passage';
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeergarage ondergronds' is een ondergronds parkeergarage toegestaan;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument 1' geldt dat de rijksmonumentale panden in stand dienen te worden gehouden.
5.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en op het achtererfgebied worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • c. de bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw.
5.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. andere bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 6 m voor lichtmasten;
    • 2. 2 m voor van erf- en terreinafscheidingen;
    • 3. 3 m voor overige andere bouwwerken.
5.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder d en e voor het vergroten van de toegestane goot- en bouwhoogte tot maximaal 9,5 m respectievelijk 12,5 m, mits de stedenbouwkundige belangen zich daartegen niet verzetten waarbij in elk geval geldt dat voldaan moet worden aan de eisen van het voor het centrumgebied geldende beeldkwaliteitsplan.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik van de in lid 5.1 bedoelde gronden geldt dat:

  • a. het aantal woningen in een bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan het aantal bestaande woningen;
  • b. maximaal 500 m2 van de bedrijfsvloeroppervlakte per vestiging ten behoeve van detailhandel in voedselwaren mag worden gebruikt;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie ...' mag de bedrijfsvloeroppervlakte per vestiging maximaal de bestaande bedrijfsvloeroppervlakte bedragen;
  • d. een gebruik op de verdieping(en) ten behoeve van detailhandelsbedrijven, detailhandelverwante bedrijven, horecabedrijven uit categorie 1, en horecabedrijven met de aanduiding 'horeca van categorie', is toegestaan voor zover dit de bestaande situatie betreft;
  • e. binnen deze bestemming is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
    • 1. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 25% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woonbebouwing tot een maximum van 40 m2;
    • 2. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
    • 3. detailhandel is niet toegestaan, behoudens productiegebonden detailhandel;
    • 4. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
5.5 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen, in die zin dat de aanduiding 'dienstverlening' wordt verwijderd, onder de voorwaarde dat de bestaande dienstverlenende functie is beƫindigd.