direct naar inhoud van 4.3 Externe veiligheid
Plan: Ravense Hoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0530.BPRavenseHoek2012-vg01

4.3 Externe veiligheid

Algemeen

Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beheersen van risico's bij industriële activiteiten en het realiseren van een veilige woon- en leefomgeving. Het betreft risico's die verbonden zijn met onder meer de productie, de opslag, het gebruik en het transport van gevaarlijke stoffen.

De nadruk van het veiligheidsbeleid ligt op een kwalitatieve benadering en heeft tot doel om het risico van (grote) ongevallen met gevaarlijke stoffen bij bedrijven zo klein mogelijk te maken. Enerzijds door de kans dat dergelijke ongevallen plaatsvinden te verkleinen (preventie), anderzijds door de gevolgen van een eventueel ongeval te verkleinen (repressie). Externe veiligheid raakt vele beleidsvelden. Milieu, ruimtelijke ordening en openbare veiligheid zijn hierbij hoofdrolspelers.

Wettelijk kader

Landelijk is een uitgebreid (wettelijk) ontwikkeld voor de beoordeling van de externe veiligheid. Het betreft hier ondermeer:

  • Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen;
  • Besluit externe veiligheid buisleidingen.

In de wetgeving wordt onderscheid gemaakt in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico kent harde, door het Rijk vastgestelde normen, het groepsrisico dient locatiespecifiek beschouwd te worden.

Besluit externe veiligheid inrichtingen

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid inrichtingen (hierna: Revi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het besluit heeft tot doel de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Om dit doel te bereiken verplicht het besluit het bevoegd gezag afstand te houden tussen kwetsbare objecten en risicovolle bedrijven. In het besluit wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Op het gebied van externe veiligheid is op provinciaal niveau de nota 'Risico's in Balans' vastgesteld.

In de nota staan de volgende kernpunten:

  • 1. ontstaan van nieuwe knelpunten tegengaan;
  • 2. stimuleren van eigen verantwoordelijkheid van inrichtingen;
  • 3. bestaande knelpunten saneren;
  • 4. zorgvuldige risicocommunicatie;
  • 5. hulpverlening: bevorderen van de samenwerking en kwaliteit van de uitvoering en organisatorische versterking richtinggevend.

Signaleringskaart Externe veiligheid

Een overzicht van de externe veiligheidssituatie is weergegeven in een signaleringskaart externe veiligheid die onderdeel uitmaakt van de gemeentelijke Visie Externe Veiligheid 2008-2017. Hierop zijn voor alle risicovolle activiteiten, plaatsgebonden risicocontouren en invloedsgebieden voor het groepsrisico (1% letaliteitsgrens) aangegeven. Zie figuur 4.2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0530.BPRavenseHoek2012-vg01_0009.png"

Figuur 4.2. Signaleringskaart Externe Veiligheid Hellevoetsluis

Inrichtingen

Het plangebied valt niet binnen de PR 10-6-contour van een inrichting die onder de werking van het Bevi valt. In het bestemmingsplan is de vestiging van nieuwe Bevi-inrichtingen uitgesloten.

Ten zuiden van het plangebied is verder de inrichting CZAV aanwezig. Op de opslagactiviteiten is de PGS - 15 richtlijn van toepassing. Er is geen sprake van een PR 10-6 contour buiten de inrichting. Gelet op de hoeveelheid gevaarlijke stoffen en de opslagvoorziening is op de activiteiten een 1% letaliteiteffectafstand van 35 m van toepassing. Deze afstand hangt samen met het maatgevend ongevalscenario dat bestaat uit een loodsbrand met een toxische scenario. De 1% letaliteiteffectafstand vormt tevens de begrenzing van het invloedsgebied voor het groepsrisico. Het invloedsgebied reikt niet tot het plangebied, binnen het invloedsgebied zijn kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten aanwezig.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

Over de Nieuweweg, ten oosten van het plangebied, vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Deze maakt deel uit van de gemeentelijke routering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Er zijn geen telgegevens voor deze weg. Het aantal transporten met stoffen uit categorie GF3 (o.a. LPG) bedraagt in ieder geval niet meer dan het aantal transporten met deze stoffen op de N57 tussen traject Zwartewaal en Nieuwenhoorn. Uit het advies van DCMR Milieudienst Rijnmond, dat is opgenomen in Bijlage 1, blijkt dat buiten de weg geen plaatsgebonden risico van meer dan 10-6 voorkomt. Voor het groepsrisico geldt dat op basis van de vuistregels uit PGS-3 geen overschrijding van de oriënterende waarde voor het groepsrisico plaatsvindt. Het invloedsgebied voor het groepsrisico bedraagt 250 m aan weerszijden van de weg, gebaseerd op een incident met het vervoer van brandbare gassen (GF-3). De vervoersaantallen waarbij een dreigende overschrijding plaatsvindt, rekening houdend met de personendichtheid langs de Nieuweweg, worden bij lange na niet gehaald. Voor meer informatie over het PR en het GR en over de toepassing van de vuistregels wordt verwezen naar het advies van DCMR Milieudienst Rijnmond.

In het plangebied en omgeving zijn geen leidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen aanwezig.

Verantwoording groepsrisico

Op grond van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (rvgs) dient ook bij consoliderende bestemmingsplannen het groepsrisico te worden verantwoord. Daarbij moet in ieder geval worden ingegaan op de aspecten 'zelfredzaamheid' en 'bestrijdbaarheid'. In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) om advies gevraagd waarin is ingegaan op beide genoemde aspecten. Het advies, dat in de verantwoording is verwerkt, is opgenomen in 2.

Hoogte van het groepsrisico

In de voorgaande paragraaf is ingegaan op de risicobronnen binnen het plangebied en in de directe omgeving daarvan:

  • in de externe veiligheidsvisie van de gemeente Hellevoetsluis wordt inzicht gegeven in het GR rondom de inrichtingen. Uit de visie blijkt dat in het plangebied en omgeving geen risicorelevante inrichtingen aanwezig zijn waarvan de risico's reiken tot het plangebied;
  • de Nieuweweg is aangewezen als gemeentelijke route voor gevaarlijke stoffen. Dat geldt ook voor de N57 die is gelegen buiten het plangebied. Gezien de bebouwingsdichtheden langs de route en de vervoersaantallen ligt het GR naar verwachting ruimschoots onder de oriënterende waarde.

Gevolgen bestemmingsplan voor het GR

Het bestemmingsplan Ravense Hoek maakt ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk en heeft daarmee geen gevolgen voor de hoogte van het GR.

Maatregelen ter beperking van het GR

Bronmaatregelen om het GR rondom de bovengenoemde risicobronnen te beperken zijn niet te treffen in het kader van de ruimtelijke procedure waarmee voorliggend bestemmingsplan wordt vastgesteld. In het bestemmingsplan zijn ten opzichte van de vigerende planologische situatie ook geen effectmaatregelen te treffen om risico's te beperken, er is immers sprake van een bestaand woongebied. De toename van het groepsrisico is wel beperkt omdat met het plan geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden mogelijk gemaakt binnen het invloedsgebied van de Nieuweweg.

Bestrijdbaarheid

er zijn geen bijzondere omstandigheden die van invloed zijn op de bereikbaarheid voor hulpdiensten en de bluswatervoorziening, er zijn derhalve geen maatregelen nodig.

Zelfredzaamheid

De VRR adviseert om binnen een afstand van 230 m van de Nieuwe weg (nood)uitgangen zodanig te situeren dat aanwezige personen veilig in tegengestelde richting van de risicobron kunnen vluchten. Deze (nood)uitgangen dienen in voldoende mate aan te sluiten op de bestaande infrastructuur binnen en buiten het plangebied.

Van belang is dat met het voorliggende plan in planologische zin geen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Het bestaande woongebied is zodanig ingericht dat vluchten van de bron af mogelijk is.

Afweging

Het bestemmingsplan Ravense Hoek is consoliderend van aard. De uitvoering van het bestemmingsplan leidt niet tot een verslechterde situatie ten aanzien van externe veiligheid, het plan heeft geen gevolgen voor de hoogte van het groepsrisico van de Nieuweweg.

De zelfredzaamheid van de personen binnen het plangebied is over het algemeen voldoende, er is geen sprake van de aanwezigheid van doelgroepen met een verminderde zelfredzaamheid.

Conclusie

Het plan voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het plan niet in de weg.