Plan: | Zeeheldenkwartier 1e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0374EZeeheld1Her-50VA |
Het bestemmingsplan Zeeheldenkwartier 2010, zoals vastgesteld bij raadsbesluit op 8 september 2011, en bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0518.BP0227EZeeheldenkw-70OH met de bijbehorende regels en bijlagen, is onverminderd van toepassing, met dien verstande dat de navolgende artikelen en de verbeelding worden gewijzigd.
A. Aan artikel 1 (Begrippen) van het moederplan worden de volgende begrippen toegevoegd direct na artikel 1.1 (begrip "plan") onder vernummering van alle overige begrippen in artikel 1, als:
1.2 planherziening:
de bestemmingsplanherziening Zeeheldenkwartier 1e herziening van de gemeente 's-Gravenhage.
1.3 moederplan:
het bestemmingsplan Zeeheldenkwartier 2010 van de gemeente 's-Gravenhage, meer specifiek de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0518.BP0227EZeeheldenkw-70OH met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.4 (plan)herziening:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0518.BP0374EZeeheld1Her-50VA met de bijbehorende regels.
1.5 verbeelding:
de volledige verzameling van geometrisch bepaalde vlakken, omgeven door een plangrens, behorende bij het bestemmingsplan Zeeheldenkwartier 1e herziening.
B. Onder vernummering van alle overige daarop volgende artikelen wordt aan het moederplan als artikel 8 de bestemming "Gemengd - 5" toegevoegd. Dit artikel luidt als volgt:
Artikel 8 Gemengd - 5
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ter plaatse van de functieaanduiding:
en ter plaatse van:
één en ander zoals nader bepaald in artikel 8.4 (Specifieke gebruiksregels) en met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen, water, groenvoorzieningen en binnen het bouwvlak gebouwde parkeervoorzieningen.
De gronden in deze bestemming aangeduid met 'Waarde - Cultuurhistorie' zijn tevens bestemd voor de bescherming van het Rijksbeschermd stadsgezicht als bedoeld in de besluiten met de daarbij behorende toelichtingen, genoemd in het artikel van de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' in het moederplan.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
8.2.2 Bouwwerken geen gebouw zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
8.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan, ingeval de aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten dienste staan van de in de onderbouw toegestane van het wonen afwijkende functies, worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2.1 onder f, en een groter bebouwingsoppervlak worden toegestaan. Onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 8.1 is deze afwijking niet toegestaan wanneer ter plaatse sprake is van de functie horeca.
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot wijziging van het bestemmingsplan, in die zin dat een functieaanduiding van de kaart kan worden verwijderd, indien:
Bij toepassing van de onder artikel 8.6 bedoelde wijzigingsbevoegdheid, dienen de in het moederplan opgenomen procedureregels ('Algemene procedureregels bij wijziging en/of uitwerking') gevolgd te worden.
C. Regels met betrekking tot (Fiets)parkeren
1 In artikel 22 (Algemene bouwregels) van het moederplan worden onder doorhaling van lid l aan artikel 22 de volgende leden toegevoegd:
l. Indien de ligging, de omvang of de bestemming van een gebouw of functie daartoe aanleiding geeft, mag een gebouw of functie alleen worden bebouwd of gebruikt onder de voorwaarde dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid ten behoeve van het parkeren van voertuigen en (brom)fietsen, met dien verstande dat voldoende ruimte moet zijn aangebracht in, op of onder de bebouwing, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij de bebouwing of functie behoort;
m. of sprake is van voldoende (fiets)parkeergelegenheid, zoals genoemd onder l wordt bepaald op basis van de (fiets)parkeernormen, (fiets)parkeereisen en berekeningsmethode, zoals opgenomen in:
1. voor motorvoertuigen: de Nota parkeernormen Den Haag, met dien verstande dat indien voornoemde nota gedurende de planperiode wordt gewijzigd, rekening wordt gehouden met die wijziging;
2. voor fietsen: de beleidsregel Fietsparkeernormen Den Haag 2016, met dien verstande dat indien voornoemde nota gedurende de planperiode wordt gewijzigd, rekening wordt gehouden met die wijziging;
n. burgemeester en wethouders passen de Nota parkeernormen Den Haag en beleidsregel Fietsparkeernormen Den Haag 2016 toe zoals deze geldt op het moment van indiening van de aanvraag om omgevingsvergunning;
o. Een ruimte voor het parkeren van personenauto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:
p. Indien de afmetingen van een voor een gehandicapte gereserveerde parkeerruimte, bij haaks parkeren ten minste 3.50 meter bij 5.00 meter bedraagt;
q. Indien de afmetingen van een parkeerruimte uitgaande van langsparkeren, voor een personenauto ten minste 1.80 meter bij 5.50 meter en ten hoogste 3.25 bij 6.00 meter bedraagt, en in geval van haaks parkeren, ten minste 2.50 bij 5.00 meter bedraagt.
2. In artikel 23 (Algemene gebruiksregels) van het moederplan worden onder doorhaling van lid f en lid g de volgende leden toegevoegd:
f. Indien de ligging, de omvang of de bestemming van een gebouw of functie daartoe aanleiding geeft, mag een gebouw of functie alleen worden bebouwd of gebruikt onder de voorwaarde dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid ten behoeve van het parkeren van voertuigen en (brom)fietsen, met dien verstande dat voldoende ruimte moet zijn aangebracht in, op of onder de bebouwing, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij de bebouwing of functie behoort;
g. of sprake is van voldoende (fiets)parkeergelegenheid, zoals genoemd onder f wordt bepaald op basis van de (fiets)parkeernormen, (fiets)parkeereisen en berekeningsmethode, zoals opgenomen in:
1. voor motorvoertuigen: de Nota parkeernormen Den Haag, met dien verstande dat indien voornoemde nota gedurende de planperiode wordt gewijzigd, rekening wordt gehouden met die wijziging;
2. voor fietsen: de beleidsregel Fietsparkeernormen Den Haag 2016, met dien verstande dat indien voornoemde nota gedurende de planperiode wordt gewijzigd, rekening wordt gehouden met die wijziging;
h. burgemeester en wethouders passen de Nota parkeernormen Den Haag en beleidsregel Fietsparkeernormen Den Haag 2016 toe zoals deze geldt op het moment van indiening van de aanvraag om omgevingsvergunning.
3. In artikel 25 (Algemene afwijkingsregels) van het moederplan wordt onder doorhaling van lid k aan artikel 25 het volgende lid toegevoegd:
k. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de (fiets)parkeernormen als bedoeld in artikel 22 onder m en 23 onder g die worden gehanteerd voor het parkeren van voertuigen, fietsen en bromfietsen alsmede de bepaling dat voldoende ruimte moet zijn aangebracht in, op of onder de bebouwing, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij de bebouwing of functie behoort de indien:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Zeeheldenkwartier 1e herziening.