Plan: | Doublet- en Geleenstraat 1e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0340EDoub1eHerz-50VA |
Op 24 januari 2017 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (201701736/1/R3) uitspraak gedaan inzake het bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat.
Daarbij is het raadsbesluit van 15 december 2016 tot vaststelling vernietigd, voor zover dit betrekking heeft op de adressen Geleenstraat 23-33/ Hunsestraat 51. Deze 7 huisnummers (een hoekpand en voormalig portiek) zien tezamen op één seksinrichting. Voor het overige is het bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat als geheel onherroepelijk. De Afdeling heeft de raad opgedragen om binnen 26 weken met inachtneming van de overwegingen in de uitspraak een nieuw besluit te nemen ten aanzien van deze seksinrichting. De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak is integraal opgenomen als Bijlage 1 van de toelichting.
Voor informatie over de achtergrond en reikwijdte wordt verwezen naar de hiervoor opgenomen Samenvatting. Het voorliggende bestemmingsplan geeft uitvoering aan de uitspraak.
Het plangebied ligt in de wijk Rivierenbuurt, op de hoek Geleenstraat/Hunsestraat.
Het bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening vervangt (gedeeltelijk) de volgende bestemmingsplannen:
bestemmingsplan | vastgesteld | |||
Doublet- en Geleenstraat | 15 december 2016 |
De bestaande situatie is reeds beschreven in de toelichting van het bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat, vastgesteld op 15 december 2016. Kortheidshalve wordt verwezen naar de toelichting van dat bestemmingsplan. De omgeving Geleenstraat/Hunsestraat maakt (in tegenstelling tot de omgeving Doubletstraat) geen deel uit van een rijksbeschermd stadsgezicht.
Het bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening vindt zijn basis in ruimtelijk beleid zoals dat in nota's en plannen van het rijk, provincie, stadsgewest en gemeente is vastgelegd. Dit ruimtelijk beleid, is reeds beschreven in de toelichting van het bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat, vastgesteld op 15 december 2016.
Met uitzondering van de geactualiseerde tekst inzake de Kadernota Prostitutiebeleid 2015-2018 wordt kortheidshalve verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat.
Het te voeren beleid is verwoord in de Kadernota Prostitutiebeleid 2015 – 2018 (RIS 283710), welke eveneens is vastgesteld door de raad op 15 december 2016.
Den Haag blijft de komende jaren met kracht inzetten op een prostitutiebeleid waarin de veiligheid en de gezondheid van sekswerkers en klanten, een harde aanpak van misstanden en de leefbaarheid van de omgeving van prostitutiebedrijven centraal staan. Met de opheffing van het bordeelverbod heeft het Rijk in het jaar 2000 ingezet op een beleid gericht op normalisering en decriminalisering van de prostitutiebranche. Echter in Den Haag, net als in de rest van het land, is nog geen sprake van volledige normalisatie. Er bestaat nog steeds een verhoogd risico op criminaliteit en uitbuiting. Dit betekent onder meer dat de handhaving en het toezicht verder geïntensiveerd wordt en met volle kracht ingezet blijft worden op het doorbreken van onderliggende criminele structuren. De inzet kenmerkt zich door een optimale samenwerking tussen de partners, integrale handhaving en efficiënt gebruik van bestuursrechtelijke maatregelen in combinatie met strafrechtelijke sancties.
Een beschrijving van de toepasselijke wet- en regelgeving is reeds beschreven in de toelichting van het bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat, vastgesteld op 15 december 2016. Kortheidshalve wordt verwezen naar de toelichting van dat bestemmingsplan.
Inleidende regels
De inleidende regels (1 en 2) lichten de begrippen toe die in de regels voorkomen en ook de wijze van meten (hoogte, diepte etc.) welke moet worden gehanteerd.
Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd: deze bestemming correspondeert qua mogelijkheden met de mogelijkheden uit het voorgaande plan (bestemming Gemengd-1).
De bestemming is gekoppeld aan de inventarisatiestaat, welke als bijlage 1 bij de regels is opgenomen. In de inventarisatiestaat zijn de mogelijkheden voor werkkamers en vitrines per adres benoemd.
Een hernieuwde indeling in 2 bestemmingen (Gemengd-1 en Gemengd-2), zoals in het voorgaande bestemmingsplan het geval was, is, nu het louter dit hoekperceel betreft, niet (meer) noodzakelijk. De voorheen geldende bestemming Gemengd-2 gold voor het achtererfgebied met bouwhoogte 3 meter. De nuance van deze bestemming lag in het onderscheid tussen de mogelijkheden van de begane grond en de (hier niet aanwezige) verdiepingen, en een hernieuwe indeling in twee bestemmingen is om die reden overbodig.
Het plan kent daarnaast een dubbelbestemming:
Artikel 4 Waarde - Archeologie: In het plan is het archeologisch waardevolle gebied beschermd door middel van een dubbelbestemming Waarde - Archeologie. Daarnaast zijn er bouwregels gesteld, die in het kader van het bouwen van bouwwerken met grondroering van toepassing zijn.
Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel: Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene bouwregels: De opgenomen algemene bouwregels gelden voor alle bestemmingen.
Artikel 7 Algemene gebruiksregels: In dit artikel is met name een algemeen gebruiksverbod opgenomen: het is verboden de in het plan begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming of met de regels van het plan. Er is daarbij expliciet aangegeven wat onder zulk gebruik wordt begrepen.
In Artikel 8 zijn enkele specifieke afwijkingsmogelijkheden van de Algemene afwijkingsregels opgenomen.
Overgangs- en slotregels
De overgangsregels hebben als doel tijdens de overgang naar een nieuw bestemmingsplan de rechtstoestand vast te leggen van bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan zijn gebouwd of nog gebouwd kunnen worden - dat wil zeggen waarvoor vergunning is verleend of nog te verlenen is - en die afwijken van de bouwregels in dit plan. Het tweede lid van dit artikel heeft betrekking op het gebruik van gronden en bouwwerken, voor zover dit gebruik op het tijdstip van rechtskracht verkrijgen van dit bestemmingsplan afwijkt van dit plan.
Dit artikel geeft aan onder welke naam de regels van het bestemmingsplan moeten worden aangehaald: 'Regels bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening'.
Een belangrijk onderdeel van Wet ruimtelijke ordening (Wro) vormt de digitaliseringsverplichting. De Wro bepaalt dat een bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar en uitwisselbaar moet zijn. Dit heeft onder meer geleid tot de introductie van twee nieuwe begrippen: 'analoge verbeelding' en 'digitale verbeelding'.
Het bestemmingsplan bestaat uit een digitale verbeelding (plankaart), regels en een toelichting. De eerste twee onderdelen zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de kaart en de regels. De analoge plankaart is, gelet op de aard en omvang van het plangebied, afgedrukt op een topografische ondergrond met een schaal van 1:2000.
De 'digitale verbeelding' is een interactieve raadpleegomgeving via het internet (www.ruimtelijkeplannen.nl) die de gehele inhoud van het bestemmingsplan ontsluit overeenkomstig de SVBP2012: Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 'van de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. . Door een muisklik op een bepaalde plek verschijnen de bijbehorende regels voor die plek in beeld. Onder de term digitale verbeelding wordt dan ook niet alleen het ruimtelijk beeld, maar ook de daarbij behorende juridische informatie (regels) verstaan. Indien de digitale en de analoge verbeelding tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale verbeelding beslissend.
Onder analoge verbeelding wordt verstaan: alle te verbeelden informatie van een ruimtelijk plan op papier. De term analoge verbeelding is dus een synoniem voor de tot nu toe altijd gebruikte term plankaart.
Op de bij het onderhavige bestemmingsplan behorende verbeelding zijn alle noodzakelijke en op grond van het Besluit ruimtelijke ordening vereiste gegevens ingetekend. Er is daarbij onderscheid gemaakt in bestemmingen en aanduidingen op de verbeelding. De bestemmingen zijn de belangrijkste elementen. Elk stuk grond van het plangebied heeft een bestemming. Deze wordt zichtbaar gemaakt door middel van een kleur, op de digitale verbeelding wordt de informatie in een aparte deel van het scherm zichtbaar, op de analoge verbeelding al dan niet in combinatie met een letter, ter aanduiding van de bestemming en een getal dat de maximale toegestane (goot- en nok)hoogte en/of bebouwingspercentage aangeeft. Op deze wijze is het mogelijk om te zien welke bestemmingen zijn gegeven aan de gronden en opstallen binnen het plangebied. Elke op de verbeelding aangegeven bestemming is gekoppeld aan een bestemmingsartikel in de regels. De regels laten vervolgens bij elke bestemming zien op welke wijze gronden binnen de desbetreffende bestemming gebruikt mogen worden. Daarbij wordt onder meer verwezen naar aanduidingen op de plankaart. Aanduidingen geven dientengevolge, in samenhang met de regels, duidelijkheid over wat binnen een bestemmingsvlak al dan niet is toegestaan.
Op de digitale en analoge verbeelding van de plankaart zijn bouwhoogten aangegeven. Gekoppeld aan bouwvlakken is een maatvoering voor (goot- en nok)hoogte, afgerond in meters en conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012, opgenomen. De waarde op de plankaart geeft de maximaal toegelaten (goot- en nok)hoogte van een gebouw aan. Daarnaast wordt ook in de bouwregels van het bestemmingsplan een en ander bepaald over bouwhoogten.
Bij het bepalen van de daadwerkelijke hoogte van gebouwen is gebruik gemaakt van stereokartering met behulp van luchtfoto's. De maximaal toegelaten bouwhoogte kan afwijken van de daadwerkelijke hoogte van een gebouw: aan het vaststellen van een maximale bouwhoogte liggen stedenbouwkundige overwegingen ten grondslag.
Het voorliggende bestemmingsplan vormt in hoofdzaak een nieuw juridisch-planologische kader voor een bestaande situatie. Deze regeling gaat uit van consolidatie van de bestaande situatie. Er is geen sprake van een plan dat nog dient te worden verwezenlijkt, zodat het aspect van de economische uitvoerbaarheid in die zin niet speelt.
Uit voorgaande overwegingen volgt, dat afdeling 6.4 van de Wro niet aan de orde is en dat de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in principe is verzekerd. Ten behoeve van dit bestemmingsplan zal derhalve geen exploitatieplan worden vastgesteld.