direct naar inhoud van 2.2 Ontstaansgeschiedenis
Plan: Willem Dreespark e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0256ZDreespark-50VA

2.2 Ontstaansgeschiedenis

Tot halverwege de negentiende eeuw had dit bestemmingsplangebied een landelijke uitstraling. De hier gesitueerde landbouwgronden waren onderdeel van de Noordpolder. Na 1850 vindt er een aantal interventies plaats die het gebied definitief veranderen. Allereerst wordt halverwege de negentiende eeuw het spoor aangelegd. Het tracé ligt in een ruime bocht door de polder. Aan het begin van de twintigste eeuw wordt ten zuiden van het spoor begonnen met de aanleg van een nieuwe binnenhaven, de Laakhavens. Deze havens dienen voor de opvang van bedrijven die in de binnenstad geen plek meer kunnen vinden. Het Laakkanaal wordt pas in 1928-1932 gegraven als een goede vaarverbinding tussen deze havens en Loosduinen.

Aan het eind van de jaren twintig werd het groente- en fruitmarktgebied ontwikkeld. Dit terrein lag minder in het centrum van de stad dan de oude groothandelsmarkt aan de Veenkade. De groothandelsmarkt werd opgezet rond een insteekhaven die in verbinding stond met het Laakkanaal en lag dicht bij de dagelijkse groente en fruitmarkt aan de Herman Costerstraat (de Haagse Markt).

Het Laakkanaal werd gegraven om een snelle verbinding met het Westland mogelijk te maken. Op 30 december 1932 werd de 'Groothandelsmarkt voor groente en fruit' officieel door burgemeester De Monchy geopend.

Het terrein tussen de Fruitweg, de Viaductweg en het Laakkanaal, vanwege z'n vorm ook wel de 'Banaan' genoemd, was al vanaf ca. 1930 bebouwd met bedrijven. Het is het oudste deel van het bedrijventerrein Fruitweg. Dit gebied had destijds de grootste potentie vanwege de tweezijdige ontsluiting: via de weg en via het brede Laakkanaal.

De eerste bebouwing op de kavel van het huidige Willem Dreespark stamt uit 1923 en bestaat uit de Zomerhof, een ommuurd stervormig woningbouwcomplex met gemeenschappelijke voorzieningen. Het is een bijzonder experiment uit de jaren twintig met zogenaamde controlewoningen. Hierin worden tot 1938 asociale gezinnen onder toezicht geplaatst om heropgevoed te worden. Dit complex ligt vlak na de oplevering nog geïsoleerd: buiten de stad in de polder. Al vrij snel verrijzen rond de Laakhavens nieuwe woonwijken: het Laakkwartier en Spoorwijk. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog wordt langs het Laakkanaal een begin gemaakt met de aanleg van Moerwijk, dat na 1945 als onderdeel van Den Haag Zuid-West wordt afgemaakt. Hiemee kwam de Zomerhof wel in de stad te liggen maar een onderdeel van één van de nieuwe wijken is het nooit geworden. Het bleef een min of meer geïsoleerd terrein tussen spoorlijn, het Laakanaal en de brede Troelstrakade. In 1964 wordt het complex van de Zomerhof gesloopt met uitzondering van het schoolgebouw (nu Willem Dreespark 306 en 307). Om het nog altijd grote tekort aan woningen op te vangen is aan het eind van de jaren zestig een stedenbouwkundig plan gerealiseerd op het vrijgekomen terrein dat in de kern bestaat uit drie in het groen gesitueerde torenflats. De stedenbouwkundige opzet van vrij gepositioneerde torenflats in een van oorsprong groene parkachtige omgeving is typerend voor de wederopbouw uit de tweede helft van de jaren zestig. Ook de architectuur, gekenmerkt door strakke herhaling is het product van de rationalisatie en standaardisatie van de woningbouw uit die tijd. Tot de oorspronkelijke opzet behoort ook een tankstation op de plek van het huidige station. Ten noorden van de torenflats blijft het scholencomplex van de voormalige Zomerhof gehandhaafd. De kavel wordt hier langs het water wel opgevuld met bedrijfsbebouwing.