Ypenburg Warmtekrachtcentrale

4.4 Geluid

De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen met betrekking tot de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten. Als geluidsgevoelige gebouwen dan wel terreinen zijn aangewezen:

• woningen
• onderwijsgebouwen m.u.v. gymnastieklokalen;
• ziekenhuizen en verpleeghuizen;
• verzorgingstehuizen;
• psychiatrische inrichtingen;
• medisch centra;
• poliklinieken;
• medische kleuterdagverblijven;
• terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg;
• woonwagenstandplaatsen.

De Wgh onderscheidt drie verschillende geluidsbronnen: industrie, spoorwegverkeer en wegverkeer:

4.4.1 Industrielawaai

4.4.1.1 Wettelijk kader

Ingevolge artikel 41, derde lid, van de Wet geluidhinder dient voor industrieterreinen die de vestiging mogelijk maken van inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken een geluidzone te worden vastgesteld. Het vaststellen van een geluidzone betekent dat er rond een industrieterrein een gebied wordt aangegeven waarbuiten de geluidbelasting ten gevolge van de op het terrein gevestigde inrichting(en) de waarde van 50 dB(A) niet mag overschrijden. De zonegrens wordt hierbij minimaal gebaseerd op de geluidcontour van 50 dB(A) (als etmaalwaarde) op 5 meter hoogte conform de voorwaarden van de Wet geluidhinder. De zonegrens dient in het bestemmingsplan te worden vastgelegd.

De inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken zijn benoemd in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht d.d. 25 maart 2010 (Bor). In voorliggende situatie geldt dat voor het industrieterrein WKC Ypenburg een geluidzone dient te worden vastgesteld indien wordt toegestaan dat:

• het totaal opgestelde thermische vermogen meer dan 75 MWth bedraagt en/of
• het totaal geïnstalleerd motorisch vermogen meer dan 15 MW bedraagt.

4.4.1.2 Beoordeling

In de huidige situatie is WKC Ypenburg op zich niet zoneringsplichtig (thermisch vermogen < 75 MWth, motorisch vermogen (thans circa 12 MW) < 15 MW).

Het voorliggende bestemmingsplan staat echter een totaal opgesteld thermisch vermogen van 85 MWth toe. Hiermee wordt het industrieterrein WKC Ypenburg zoneringsplichtig.

Op 16 februari 2012 zijn door middel van (bron)gerichte geluidmetingen de relevante geluidbronnen van WKC Ypenburg geïnventariseerd en is in overleg met Eneco de representatieve bedrijfssituatie vastgesteld. In de representatie bedrijfssituatie zijn alle ketelinstallaties en WKK's gedurende het gehele etmaal continu in bedrijf. Aan de hand van de vastgestelde geluidproductie is een akoestisch rekenmodel opgesteld. Ten behoeve van de nieuw vast te stellen geluidzone is een geluidreservering op genomen. Op grond van het beoogde thermisch vermogen van maximaal 85 MWth in relatie tot het thans opgestelde vermogen (circa 69 MWth) en de daaraan gerelateerde totale bronsterkte (98 dB(A)) wordt ten behoeve van de vervangingsruimte een geluidreservering van circa 92 dB(A) als immissierelevante bronsterkte aangehouden.

Met behulp van het akoestisch rekenmodel is vervolgens de 50 dB(A)-etmaalwaardecontour berekend voor een opgesteld thermisch vermogen van 85 MWth. Gerekend is met een standaard bodemfactor van 0,5 en rekenhoogten van respectievelijk 5 en 10 meter.

De ligging van de 50 dB(A)-etmaalwaardecontour op een rekenhoogte van 10 meter is weergegeven in figuur 8. De contour op 5 meter hoogte is een fractie kleiner. De 50 dB(A)-etmaalwaardecontour kan worden gehanteerd als basis voor een nieuw vast te stellen zonegrens. Thans bevinden zich geen geluidgevoelige bestemmingen binnen de 50 dB(A)-etmaalwaardecontour.

Figuur 8: 50 dB(A)- en 55 dB(A)-etmaalwaardecountour (rekenmodel 10 meter) bij een opgesteld thermisch vermogen van 85 MWth

Woningbouw binnen de zonegrens is onder bepaalde voorwaarden mogelijk. Voor deze woningen dient door de gemeente een hogere grenswaarde te worden verleend. De geluidbelasting op de gevel van deze woningen (ten gevolge van WKC Ypenburg) mag daardoor meer bedragen dan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). De maximaal te verlenen hogere grenswaarde voor geprojecteerde woningen bedraagt 55 dB(A) (als etmaalwaarde). In figuur 8 is tevens de ligging van de 55 dB(A)-etmaalwaardecontour weergegeven.

De meest nabijgelegen woning bevindt zich op een afstand van circa 650 meter. Uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening is gekeken naar de geluidbelasting ter hoogte van deze woning als gevolg van WKC Ypenburg, uitgaande van een opgesteld thermisch vermogen van 85 MWth. Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau ter hoogte van deze meest nabij gelegen woning bedraagt maximaal circa 29 dB(A) in zowel de dag-, avond- en nachtperiode. Zonder verdere berekening kan gesteld worden dat indien wordt voldaan aan de voorgestelde grenswaarden ten aanzien van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau tevens wordt voldaan aan de voorgestelde grenswaarden ten aanzien van het maximale geluidniveau, zie ook bijlage 3.

4.4.1.3 Conclusie

Volledigheidshalve kan worden vermeld de situatie met een opgesteld thermisch inputvermogen van 85 MWth vanwege het reeds opgestelde geluidvermogen ten gevolge van de bestaande installaties, een relatief gering effect heeft op de ligging van de 50 dB(A)-etmaalwaardecontour. Daarnaast wordt ter hoogte van de nabijgelegen woning ruimschoots voldaan aan de geldende grenswaarden.

4.4.2 Wegverkeerslawaai

Het plangebied omvat geen geluidgevoelige objecten zoals gedefinieerd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het plangebied grenst aan de nabijgelegen A4. Op deze weg is conform de Wet geluidhinder een (geluid)zone van 600 meter van toepassing. Binnen deze zone dienen alle woningen en alle geluidgevoelige gebouwen te worden onderzocht. Aangezien geen sprake is van geluidgevoelige gebouwen als onderdeel van de WKC wordt dit aspect niet nader beschouwd.

4.4.3 Indirecte hinder

De verkeersgeneratie van WKC Ypenburg wordt verwaarloosbaar geacht. In totaal zal gemiddeld sprake zijn van drie verkeersbewegingen per dag ten behoeve van controle, onderhoud en aanvoer van goederen. Het aspect indirecte hinder (hinder ten gevolge van het af- en aanrijden van motorvoertuigen van en naar het plangebied) speelt derhalve geen verdere rol.