direct naar inhoud van 3.3 Sectoraal beleid
Plan: Ypenburg Warmtekrachtcentrale
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0254HYpwarmcntrl-50VA

3.3 Sectoraal beleid

3.3.1 Bebouwing

Rijksbeschermd stadsgezicht

De Monumentenwet 1988 omschrijft een beschermd stadsgezicht als 'groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke en structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke waarde of cultuurhistorische waarde (..)' en dat vanwege dit algemene belang door de minister van OC&W en de minister van VROM als zodanig is aangewezen.

Ypenburg Warmtekrachtcentrale maakt geen deel uit van het rijksbeschermd stadsgezicht

Gemeentelijk beschermd stadsgezicht

Ypenburg Warmtekrachtcentrale maakt geen deel uit van het gemeentelijk beschermd stadsgezicht.

Monumentale gebouwen

Binnen het plangebied bevinden zich geen monumentale gebouwen.

3.3.2 Economie
3.3.2.1 Bedrijven

Regionaal en provinciaal bedrijventerreinenbeleid

Het provinciale beleid (Verordening Ruimte) heeft een bedrijventerreinkaart vastgesteld met aangewezen gebieden voor bedrijventerreinen. Hier gelden de volgende spelregels voor:

  • nieuwe bestemmingen voor bedrijventerreinen zijn pas mogelijk als aangetoond is dat er behoefte is;
  • nieuwe bestemmingen voor (bedrijfs)woningen op bedrijventerreinen zijn niet mogelijk. Woonwerkeenheden mogen alleen onder strenge voorwaarden op delen van bedrijventerreinen;
  • de hoogst mogelijk milieucategorie uit de Staat van bedrijfsactiviteiten moet mogelijk zijn op bestemmingen voor bedrijventerreinen. Alleen onder voorwaarden kan hiervan afgeweken worden.

Voor de genoemde voorwaarden wordt verwezen naar de Verordening Ruimte.

Zoals al aangegeven in paragraaf 3.2.2 ligt het plangebied binnen een gebied dat in de Verordening Ruimte van de provincie is aangeduid als bedrijventerrein.

Stedelijk bedrijventerreinenbeleid

In de nota Bedrijventerreinenstrategie Den Haag 2005 -2020 en Update bedrijventerreinenstrategie Den Haag 2005-2020 (rv 19, 2007) wordt aangegeven hoeveel hectare bedrijventerrein op welk moment en van welke kwaliteit op de markt aanwezig moet zijn om de economische structuur te versterken voor de periode tot 2020. Tevens zijn in de nota maatregelen en voorstellen opgenomen over het toekomstperspectief van de meer dan vijftien bedrijventerreinen in Den Haag. Deze maatregelen zijn onder te verdelen in drie categorieën:

  • 1. aanleg nieuwe bedrijfslocaties;
  • 2. herstructurering ten behoeve van het behoud van de bedrijvenbestemming;
  • 3. transformatie van verouderde bedrijfslocaties naar andere bestemmingen of meer gemengde gebieden

Overwegingen van behoud van werkgelegenheid in de stad en het versterken van de ruimtelijk-economische structuur liggen daaraan ten grondslag. Het beleid van de gemeente Den Haag is erop gericht om de ondernemers, die gebonden zijn aan de stad, in de stad zelf te faciliteren. Hiervoor zijn de bedrijventerreinen Uitenhagestraat, Fruitweg, Laakhaven-Centraal, en een gedeelte van Binckhorst (tot 2020) aangewezen.

Voor de niet direct aan de stad gebonden bedrijvigheid zijn de bedrijventerreinen Forepark-Middenweg, de bedrijfslocaties in de wijk Ypenburg, Westvlietweg I, II en III, Zichtenburg-Kerketuinen-Dekkershoek en Scheveningen Haven aangewezen. Deze gebieden fungeren als opvang voor bedrijven, die niet gemakkelijk zijn te mengen met de woonfunctie.

De Warmtekrachtcentrale betreft een bedrijf dat niet makkelijk te mengen is met woningen in verband met de geluidszone rondom het bedrijf.

3.3.2.2 Horeca

Toekomstvisie Horeca 2010-2015

Op 4 februari 2010 heeft de gemeenteraad de Toekomstvisie Horeca 2010-2015 vastgesteld. Den Haag als internationale stad van vrede en recht hoort ook dat men kan genieten van culinaire voorzieningen. Dit vraagt om toekomstgericht beleid, dat beschreven is in de Toekomstvisie Horeca. Het gaat in deze visie niet alleen om het vastleggen van een nieuwe horecastructuur. Deze toekomstvisie geeft ook de gewenste ontwikkeling van het horeca-aanbod aan: hoe zorgt Den Haag voor nieuwe impulsen, waar ziet Den Haag kansen (segmenten, concepten, trekkers, locaties)? Horeca is een dynamische sector, dus hoe zorgt Den Haag op dit gebied voor flexibiliteit.

De Toekomstvisie Horeca bestaat uit vier delen, te weten:

  • visie en uitgangspunten;
  • gebiedsgericht beleid;
  • instrumentarium;
  • handhavingsprotocol horeca.

Binnen de bestemming "Gemengd - uit te werken" wordt, conform het huidige bestemmingsplan Ypenburg-Nootdorp, horeca t/m categorie zwaar toegestaan.

3.3.2.3 Kantoren

Op 18 februari 2010 heeft de gemeenteraad de 'Kantorenstrategie Den Haag 2010-2030, de gebruiker centraal' vastgesteld. Met de kantorenstrategie wil de gemeente regie voeren over de dynamische ontwikkelingen in de kantoormarkt en de positie van Den Haag Kantorenstad verder uitbouwen. Deze kantorenstrategie wordt elk jaar (op delen) middels het IpSO (Investeringsprogramma Stedelijke Ontwikkeling) herzien. In de kantorenstrategie staat aangegeven waar nieuwbouw van kantoren mogelijk is en welke kantoorgebieden voor toevoeging van voorzieningen in aanmerking komen. Deze voorzieningen zijn per gebied verschillend en afhankelijk van de aard en omvang van het gebied en de bestaande voorzieningensituatie. De kantorenprogrammering is per gebied voor de komende jaren gepresenteerd. Daarnaast is het stedelijke kantorenbeleid er ook opgericht om het overaanbod in Den Haag en de regio te verminderen. Daarom wordt transformatie van kantoren naar ander vastgoed gestimuleerd.

Op 28 november 2012 is de nieuwe Kantorenstrategie Haaglanden 2012-2020 door het algemeen bestuur vastgesteld. Doelstelling van deze strategie is een evenwichtige afstemming van vraag en aanbod van kantoorruimte naar soort, periode en locatie. De strategie limiteert en faseert ontwikkelingsmogelijkheden binnen een stringent afsprakenkader, op regionale schaal geformuleerd, rekening houdend met belangen van afzonderlijke gemeenten in Haaglanden. Ruimtelijk wordt ingezet op concentratie op (uit te bouwen) bestaande en een zeer beperkt aantal nieuwe kantorenlocaties, met toenemende aandacht voor een goede bereikbaarheid. Gezien het huidige overaanbod zal er ingezet moeten worden op een zo groot mogelijke reductie van het planaanbod. Hierbij wordt de planvoorraad opgedeeld in 5 categorieën. Binnen de bestemming "Gemengd - uit te werken" worden, conform het huidige bestemmingsplan Ypenburg-Nootdorp, kantoren toegestaan. Hiermee valt deze planvoorraad onder categorie 4: gemeente is geen grondeigenaar, vigerend bestemmingsplan staat kantoorontwikkeling toe, er is geen plan.

Een afweging over het wel of niet handhaven van de kantorenbestemming dient in een breder kader plaats te vinden (bij volledige actualisatie van het vigerende bestemmingsplan).

Volgens het provinciale beleid (AmvB Ruimte) is voor elke afwijking van het bestaande bestemmingsplan van meer dan 1000 m² bvo toevoeging aan kantoren een zogenoemde SER-laddertoets vereist. Deze toets vereist een aparte onderbouwing die het bouwplan ondersteunt en moet aan het bestemmingsplan c.q. bouwvergunning worden toegevoegd.

3.3.3 Cultuur en ontspanning
3.3.3.1 Cultuur

Gemeente Den Haag zet zich in voor een gevarieerd en breed cultureel aanbod, het ondersteunen van kwetsbare vormen van kunst en cultuur en het professioneel beheer van gemeentelijke collecties. Den Haag beschikt over een gevarieerd aanbod aan culturele voorzieningen, zoals podia en gezelschappen, filmtheaters, musea, instellingen voor beeldende kunst, instellingen gericht op kunst als vrijetijdsbeoefening en cultuureducatie en culturele festivals. Deze voorzieningen zijn grotendeels (boven)stedelijk georiënteerd en ruimtelijk vooral geconcentreerd in de stadsdelen Centrum en Scheveningen.

Binnen de bestemming "Gemengd - uit te werken" worden, conform het huidige bestemmingsplan Ypenburg-Nootdorp, culturele voorzieningen mogelijk gemaakt.

3.3.3.2 Leisure

Den Haag streeft met de nota Leisurenota Den Haag 2005-2010 naar een optimaal en onderscheidend ontspanningspakket, zowel op stedelijk als nationaal en zelfs internationaal niveau. Een goed aanbod is van belang voor het vestigings-, bezoek- en woonklimaat. Op dit moment is er voor de meeste deelbranches nog volop ruimte in de markt aanwezig. Voor nieuwe initiatieven wordt concentratie binnen de leisurestructuur voorgestaan. Belangrijkste leisurelocaties zijn de kuststrook en de binnenstad. Qua versterking van het aanbod ligt de prioriteit bij de congressector, de evenementenmarkt, cultuur, attracties en nieuwe trekkers. Daarnaast wordt gestreefd naar uitbreiding van het basisaanbod voor de doelgroepen kinderen, jongeren, 'nieuwe' ouderen en niet-westerse bevolkingsgroepen.

Binnen de bestemming "Gemengd - uit te werken" worden, conform het huidige bestemmingsplan Ypenburg-Nootdorp, leisurevoorzieningen mogelijk gemaakt.

3.3.4 Sport en recreatie
3.3.4.1 Sport

Het gemeentelijke sportbeleid is gericht op het creëren van een optimaal sportklimaat, zodat zoveel mogelijk Hagenaars regelmatig, intensief, verantwoord, en op een prettige manier kunnen sporten. De voorkeur van de gemeente gaat daarbij uit naar sportbeoefening in georganiseerd verband.

De gemeente wil de kwaliteit van het sportaanbod verhogen door:

  • voldoende goede sportaccommodaties te realiseren die betaalbaar, toegankelijk, bereikbaar en voor sportdoeleinden geschikt zijn;
  • een kwaliteitsimpuls te geven aan het sportaanbod door een sportief recreatieve inrichting van openbare ruimten;
  • herkenbare topsport te faciliteren;
  • maatschappelijk sterke sportverenigingen te ontwikkelen;
  • sportverenigingen te ondersteunen;
  • kinderopvang bij sportaccommodaties mogelijk maken.

De gemeente wil de bestaande sportvoorzieningen in de wijk behouden. Haar sportbeleid overlapt het groenbeleid daar waar sport buiten plaatsvindt. Het gaat dan niet alleen om sportvelden en buitensportaccommodaties maar ook om parken, pleinen en straten en grote groengebieden en water.

Binnen de bestemming "Gemengd - uit te werken" worden, conform het huidige bestemmingsplan Ypenburg-Nootdorp, sportvoorzieningen mogelijk gemaakt.

3.3.4.2 Spelen

In 2008 heeft de gemeenteraad de nota Spelen in de Stad vastgesteld. Het vertolkt de ambitie van de gemeente om in de stad een goed aanbod te bieden aan speellocaties voor kinderen en jongeren van verschillende leeftijden. Zowel kwantiteit als kwaliteit speelt daarbij een rol.

Landelijk is het gebruikelijk om bij speelbeleid uit te gaan van een driedeling: kinderen van 0 tot 6 jaar, jeugd van 7 tot 12 jaar, en jongeren van 13 tot 18 jaar. De actieradius van deze leeftijdscategorieën verschilt. Jongere kinderen worden geacht zich zelfstandig minder ver te kunnen verplaatsen dan oudere.

Onderstaande tabel geeft invulling aan de nieuwe richtlijn:

leeftijdscategorie   aantal kinderen per speelplek   actieradius   speeloppervlakte  
0 tot 6 jaar   50 tot 75 kinderen   150 meter   200 m²  
7 tot 12 jaar   75 tot 100 kinderen   500 meter   500 m²  
13 tot 18 jaar   100 tot 125 kinderen   1.000 meter   750 m²  

Bij nieuwe woningbouwlocaties dient in principe de richtlijn van 3% aan openbare speelruimte te worden gehanteerd in relatie tot het 'uitgeefbaar' gebied. Groenvoorzieningen die ook als informele speel- en/of recreatie ruimte kunnen fungeren, worden hierin meegeteld.

In dit bestemmingsplan worden in de bestemmingen Gemengd - uit te werken en Groen speelvoorzieningen toegestaan.