direct naar inhoud van 5.3 Keuze en verantwoording van bestemmingen
Plan: Zorgvliet (Eurojust)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0249DZorgvltEur-50VA

5.3 Keuze en verantwoording van bestemmingen

Verantwoording van de bestemmingen

De inhoud van van het bestemmingsplan is een vertaling van de relevante beleidskaders en omgevingsfactoren. In onderstaande tabellen is aangegeven op welke onderdelen de in dit bestemmingsplan beschreven beleidskaders en milieukwaliteitseisen hun vertaling hebben gevonden in het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Deze paragraaf vormt dan ook als het ware de schakel tussen de toelichting bij het bestemmingsplan eenerzijds n de digitale verbeelding - de plankaart - en regels anderzijds.

Beleidskaders  
1) Ruimtelijk beleid rijk, provincie en stadsgewest   Vertaling in het bestemmingsplan  
1.1) Den Haag wordt aangemerkt in de Nota Ruimte als stad van vrede en recht   Eurojust werd in februari 202 door de raad van de Europese Unie opgericht om de strijd tegen de grote misdaad te verbeteren door het zorgdragen voor de coördinatie van werkzaamheden voor onderzoek en vervolging van grote misdaad met een grensoverschrijdend karakter tussen landen binnen de Unie. Ze past als zodanig binnen de omschrijving. Vanwege haar betekenis dient de vestiging een bepaald beschermingsniveau te kennen, waarbij in afwijking van de gebruikelijke bestemming voor kantoren, zij een bebouwingsvrije zone daaromheen moet kennen.  
1.2) De Provinciale Structuurvisie "Visie op Zuid-Holland" acht Den Haag een internationale stad van vrede, recht en veiligheid die een belangrijke vestigingsplaats voor diverse bedrijven en organisaties met een internationaal karakter is.   Eurojust past als zodanig binnen de omschrijving, met dien verstande dat ze van een andere locatie in Den Haag naar het plangebied zal verhuizen en daarin een beschermingszone zal gaan kennen.  
I.3) In de kwaliteitskaart bij de Visie is daarnaast het plangebied aangemerkt als geschikt voor multifunctionele ontwikkeling die wordt gekenmerkt door intensief ruimtegebruik en een hoogstedelijk karakter, waarbij het cultureel erfgoed is in grote mate bepalend voor het karakter en de ruimtelijke kwaliteit.   Het bestemmingsplan behelst globaal de vervanging van een onderwijs-, een woon- en een groenbestemming met een extensief ruimtegebruik door een kantoor- en tuinbestemming met een intensief ruimtegebruik. Dit temidden van een variatie aan woon- en kantoorbestemmingen die niet gewijzigd wordt en een hoogstedelijk karakter kent. Het cultureel erfgoed bestaat uit zowel archeologische waarden, die het karakter van een verwachting hebben, en de waarden die in het verlengde liggen van de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht. Deze laatste nopen tot aanpassing aan het hoogstedelijk karakter en hantering van een vrijstaand bouwblok.  
1.4) In het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 moet de centrale as binnen Den Haag met als belangrijkste locaties de internationale zone en het World forum gebied e.o. zich ontwikkelen tot dé vestigingslocaties voor (inter)nationale voorzieningen.   Met dit bestemmingsplan wordt deze geëiste ontwikkeling op één locatie ingepast in het bestaande stedenbouwkundige en functionele kader.  

2) Ruimtelijk beleid gemeente   Vertaling in het bestemmingsplan  
2.1) In de Structuurvisie Den Haag 2020 wordt de Wéreldstad aan Zee vorm gegeven door ontwikkelingen in het ontwikkelingsgebied Kijkduin-Westbroekpark, dat het kloppend hart is van Den Haag internationale stad van Vrede en Recht.   In de omgeving van het plangebied bevinden zich instellingen voor transnationale rechtspraak, recherche en vervolging. De vestiging van Eurojust vult dat cluster aan.  
2.2) De Visie stelt verder dat als locaties de vrijkomende schoolgebouwen en overheidsgebouwen, zoals de Johanna Westermanschool zullen worden benut.   Met het bestemmingsplan wordt een vrijkomende schoollocatie - en een villa - aangewend voor de projectie van een kantoor. In vergelijking met de bestaande bebouwing neemt de bebouwde grondoppervlakte met 400 tot 500 m2 toe. Deze oppervlakte ligt op grotere afstand van de omliggende bebouwing dan de huidige bebouwing.  
2.3) De Visie staat op daarvoor geschikte plekken hoogbouw toe.   Als gevolg van de hantering van de stand-off zone is deze grote nagenoeg onbebouwde ruimte geschikt om hoogbouw toe te staan.  

3) Ruimtelijk beleid gemeente op locatie   Vertaling in het bestemmingsplan  
3.1) In Nota van Uitgangspunten Internationale Zone is het toe te voegen kantorenprogramma voor de huisvesting van internationale organisaties voor het kerngebied World Forum e.o. vastgesteld op circa 50.000 m².   Het bestemmingsplan laat in de kantoorbestemming voor Eurojust maximaal 18.000 m² aan vloeroppervlak toe. Dit aantal past binnen de toevoeging en staat in een redelijke verhouding voor projectie op één locatie.  
3.2) In de 'Nota van uitgangspunten Huisvesting Eurojust' worden globaal 11 stedenbouwkundige uitgangspunten geformuleerd.   In het bestemmingsplan zijn negen uitgangspunten verwerkt. De twee andere – de uitbreiding van het kantoorgebouw met een vloeroppervlak van 7.000 m² en de projectie van deze uitbreiding aan de zijde van het appartementcomplex aan de Jan Willem Frisohof – zijn buiten beschouwing gelaten. Het derde uitgangspunt, de bouwhoogte aan de zijde van de Willem Lodewijklaan is uitgewerkt in de stdenbouwkundige randvoorwaarden van het Projectdocument.  
3.3) Het Projectdocument Huisvesting Eurojust Jan Willem Frisolaan gaat van een vrijstaand samengesteld volume voor Eurojust uit.   In de bestemming 'Kantoor - 1' is dit volume opgenomen en in een bouwvlak ondergebracht, waarbij het aan de zijde van de Johan de Wittlaan een maximale bouwhoogte van 50 meter zal kennen en aan de zijde van de Willem Lodewijklaan van 22 meter. Verder kent de bestemming een onbebouwd erf, waarin geen bouwvlak is ingetekend.  
3.4) De in het Projectdocument vermelde stand off-zone zal met veel groen worden ingericht.   De stand off-zone is voor het grootste deel ondergebracht in de bestemming 'Tuin'. In voorkomend geval strekt deze zich uit over fiets- en voetpaden en stoepen. De 'resterende insteek van de Jan Willem Frisolaan vóór het appartementencomplex is ook in deze bestemming betrokken. DDeze behoort tot het eigendom van Eurojust en zal door zijn functie niet voor publiek toegankelijk zijn. Het kent beperkte bebouwingsmogelijkheden. Gelet op de aanmerkelijke breedte van de stand-off zone en de wens tot een vanaf de openbare weg zichtbare groene inrichting kan het bouwen van erfscheidingen hoger dan 1 meter slechts na afwijking in het bestemmingsplan plaatsvinden. Een aanlegvergunningsstelsel reguleert het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, teneinde het tuinkarakter te bewaren.  
3.5) De benodigde parkeerplaatsen voor Eurojust dienen op het eigen terrein te worden gerealiseerd. stelt het Projectsocument.
Deze parkeerplaatsen zullen vanwege veiligheidseisen naast het gebouw en ondergrondse op eigen terrein worden gerealiseerd  
In de bestemming 'Tuin' wordt de bouw van een ondergronds gebouw ten behoeve voor overdekte gebouwde parkeerplaatsen toegelaten. De maximale bouwhoogte mag niet minder dan 0.8 meter onder maaiveld bedragen, teneinde het gebruik van het maaiveld als tuin te verzekeren. Het parkeerterrein voor het naastgelegen octrooibureau wordt verplaatst tot buiten de stand-off zone. Ondanks de inkrimping van die zone, als gevolg van de inkrimping van het bouwvlak van Eurojust, waardoor het aantal parkeerplaatsen groter kan worden, zal het aantal parkeerplaatsen afnemen Om het ontstane tekort op te vangen is de projectie van een ondergrondse parkeergarage onder het voorerf, dan wel op de rest van het perceel van het octrooibureau noodzakelijk.
De betekenis van het stand-off zone leidt er tevens toe dat het overgangsrecht van de bestemming 'Kantoor 2' buiten werking moet worden gesteld. Daarom is het voorerf eveneens in de bestemming 'Tuin' betrokken,  
3.6) Om van de parkeernorm af te wijken en maatwerk toe te passen, dient dit nadrukkelijk door de aanvrager van de bouwvergunning afdoende te worden onderbouwd stelt het Projectdocument.   Het minimum aantal overdekte gebouwde parkeerplaatsen is voor de inwerkingtreding van de beleidsregels omtrent parkeernomen in het Collegebesluit over het Projectdocument afgesproken en bedraagt 275. Dit minimum aantal is in de bestemming opgenomen.  
3.7) Volgens het Projectdocument dienen de nieuwe in- en uitritten op voldoende afstand -minimaal 30 meter - vanaf de kruising van de Willem Lodewijklaan met de Johan de Wittlaan te liggen. Dit om de nodige vrije opstelgelegenheid bij verkeerslichten op de kruising met de Johan de Wittlaan te garanderen.   De opstelgelegenheid wordt gerealiseerd door de verruiming met een lus van de S-bocht in de Willem Lodewijklaan. Een deel van het schoolterrein – waarop nu nog bebouwing staat – wordt daartoe in de openbare weg betrokken. De laan krijgt aldaar een lusvorm, rondom een nieuwe groenvoorziening, die de bestemming 'Groen' is aangewezen. De weg is de bestemming 'Verkeer- straat' aangewezen.  
3.8) Er wordt in het Projectdocument gestreefd naar volledige compensatie van het aantal parkeerplaatsen dat vervalt (ca 45 pp). Voor deze parkeerplaatsen wordt binnen de buurt naar een alternatief gezocht in de openbare ruimte.   De vervangende locaties zijn de bestemming 'Verkeer- straat' aangewezen, waarin de aanleg van minimaal 45 parkeerplaatsen veiplicht is gesteld. Parkeerplaatsen in de openbare ruimte dienen niet binnen de stand off-zone gelegen te zijn. Voor dat deel van de openbare ruimte geldt is aan de zijde van de Willem Lodewijlkaan de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen.  
3.9) Een directe aansluiting op de Johan de Wittlaan voor bestemmingsverkeer met de auto en/of bedienend vrachtverkeer van Eurojust, is niet toegestaan stelt het Projectdocument.   Het bestemmingsverkeer zal gebruik maken van de bestaande Willem Lodewijklaan en haar aansluiting op de Johan de Wittlaan. Ook de erfontsluitingswegen van Eurojust mogen alleen op de Willem Lodewijklaan en de Jan Willem Frisolaan worden aangesloten.  

4) Sectoraal beleid - bebouwing   Vertaling in het bestemmingsplan  
4.1) Het plangebied maakt deel uit van het rijksbeschermd stadsgezicht Zorgvliet (31 oktober 1996). De cultuurhistorische waarden die door de aanwijzing worden beschermd zijn verwoord in de toelichting bij de aanwijzing. De stedenbouwkundige opzet van het Wederopbouwplan van de hand van W.M Dudok wordt daarbij gevolgd en wijkt aan de zijde van het Congresgebouw daarvan af.   Het bestemmingsplan sluit aan op de stedenbouwkundige opzet aan de zuidelijke zijde van de Johan de Wittlaan, doordat het onder meer naast de Willem Lodewijklaan geen andere aansluiting op de Johan de Wittlaan toelaat.  
4.2) Uit de toelichting bij de aanwijzing tot rijksbeschermd stadsgezicht blijkt een lacune in de bepaling van cultuurhistorische waarden van het plangebied en haar omgeving. Het rapport 'Den Haag – Vestiging Eurojust - Cultuurhistorisch onderzoek en aanbevelingen' vult die lacune op. Zij beveelt het ritme van terugliggende bebouwing achter een groene rand verkaveld volgens een strak overhoeks patroon aan. Een hoog volume is mogelijk terwijl het bouwdeel aan de Willem Lodewijklaan zich in de schaal en maat als vanzelfsprekend voegt in genoemde sfeer van middelgrote volumes in het groen.   In het bestemmingsplan is de groene scheg in de bestemming 'Tuin' opgenomen en daarmee gewaarborgd. De bebouwing staat in het bouwvlak met de bestemming 'Kantoor 1', op ruime afstand van de Johan de Wittlaan en het bouwvlak biedt de mogelijkheid de voorgevelrooilijnen overhoeks op deze laan te orienteren. Het bouwvlak kent twee maatvoeringsvlakken: het deel aan de Johan de Wittlaan met een maximale bouwhoogte van 50 meter en het bouwdeel dat parallel loopt aan de Willem Lodewijklaan met een maximale bouwhoogte van 22 meter. Vanwege de bescherming van het rijksbeschermd stadsgezicht is het plangebied de dubbelbestemming 'Waarde – Cultuurhistorie' aangewezen  
4.3) Volgens het rapport 'Den Haag – Vestiging Eurojust - Cultuurhistorisch onderzoek en aanbevelingen' betekent dat tevens het intact houden een strak gemaaide gazon langs genoemde laan, met daarachter een wand van beplanting - bijvoorbeeld als veiligheidszone.   De veiligheidszone is daartoe grotendeels de bestemming 'Tuin' aangewezen. De eisen omtrent de waarborging van het rijksbeschermd stadsgezicht leiden tot een vergunningsplicht voor aanleg bij de inrichting van de openbare ruimte en van de tuin rond en van het Eurojustgebouw.  
4.4) Volgens het rapport doet het plaatsen van hekken af aan de groene open uitstraling van het gebied.   De breedte van de veiligheidszone biedt voldoende waarborg voor de veiligheid van het gebouw. Het plaatsen van hogere erfafscheidingen is om deze reden en om redenen van cultuurhistorie alleen mogelijk middels een afwijking in het bestemmingsplan indien dat uit een oogpunt van veiligheid noodzakelijk blijkt. Om alternatieven te bieden is tevens een deel van de omliggende verkeersbestemming en - ook voor de Johan de Wittlaan - in het plan opgenomen, zodat ook daar vervangende veiligheidsvoorzieningen geplaatst dan wel aangebracht kunnen worden. De plaatsing mag het doorgaande langzaamverkeer niet belemmeren.  
4.5) Volgens het rapport kan de veiligheidszone ter plaatse van het bestaande plantsoentje aan het uiteinde van de verlengde Tolweg helpen het nieuwe gebouw te verbinden met de landgoedsfeer, de villaparksfeer en de wederopbouwsfeer.   Het plantsoen is voor een groot deel in het bestemmingsvlak van de bestemming 'Tuin' opgenomen. Deze bestemming loopt door tot aan de Johan de Wittlaan. De tuin laat beplantingen toe. Ze laat wel portiersgebouwen en een expeditiegebouw, erfontsluitingswegen en een ondergrondse parkeergarage toe, maar de gebouwen zijn gelimiteerd in omvang of in het geval van de parkeergarage niet boven het maaiveld zichtbaar. Met deze bestemming worden de drie genoemde sferen met elkaar verbonden.  
4.6) Volgens het rapport dient het geprojecteerde gebouw in materiaal en kleur aan te sluiten op het pallet van de bestaande bebouwing:   Deze aanbeveling betreft redelijke eisen van welstand, waarin een bestemmingsplan niet mag voorzien.  
4.7) De Agenda voor de Haagse Verdichting stelt dat in de Internationale Zone verdichting mogelijk is van bebouwing tot 50 meter in een bijzondere setting. Verdichting dient in harmonie met de bestaande omgeving te gebeuren, door programma, schaal en architectuur te kiezen die aansluiten bij de bestaande kwaliteiten en beleving van het gebied en de aanwezige cultuurhistorie.   In de vertaling van hetgeen omtrent het rijksbeschermde stadsgezicht en de 'Den Haag – Vestiging Eurojust - Cultuurhistorisch onderzoek en aanbevelingen' opgemerkt is hier al op ingegaan.  
4.8) De norm voor windhinder.   Met het bestemmingsplan onstaan geen openbare ruimten, waarin voetgangers langer verblijven dan voor hun verkeersbewegingen noodzakelijk is. De omgeving van het plangebied toont eenzelfde beeld. Daarenboven zijn de geprojecteerde hoogteleelementen op grote afstand van de openbare wegen gelegen. De tussenliggende ruimte is weinig verhard en voorzien van beplantingen. Het hoogste gedeelte ligt het verst van de openbare wegen af. Wel kan bij de entreepartij van het gebouwencomplex de nagestreefde kwalificatie niet bereikt worden Dit kan in het gebouw worden opgelost. Daartoe is een nadere eis opgenomen.  
4.9) De Haagse bezonningsnorm geldt voor de bezonning in de omgeving van een geprojecteerde ontwikkeling.   Uit het onderzoek blijkt dat hieraan wordt. voldaan.  
4.10) De gekozen ontwerpvisie gaf aanleiding tot een aantal aanpassingen:
1) het stallen van fietsen zonder gebruik van gebouwen of overkappingen in de bestemming 'Tuin'


2) het uit het zicht nemen van op de daken van het kantoorgebouw te bouwen ondergeschikte bouwdelen als liftschachten, airco-installaties en telecommunicatie apparatuur door het doortrekken van de voorgevels tot de maximale bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen,






3) het niet ondergronds bouwen van kantoorruimte in de bestemming 'Tuin',
4) de overhoekse voorgevelrooilijnen ten opzichte van de as van de Johan de Wittlaan bij het hoge onderdeel van het kantoorgebouw en het bouwen binnen de bouwgrenzen






















5) de inrichting van de bestemming 'Tuin 'als duinlandschap,
6) het ondergronds bouwen van overdekte gebouwde parkeerplaatsen op kortere afstand van het bouwvlak in de bestemming 'Kantioor 1'

7) het ondergronds bouwen van een deel van het kantoorgebouw in twee bouwlagen waarmee de totale bruto opppervlakte van het kantoorgebouw 18.250 m2 zal bedragen  




leidt tot het invoegen in artikel 7.1.j: 'het stallen van fietsen ten behoeve van de bestemming 'Kantoor 1';






leidt tot het invoegen van artikel '5.2.1 g : 'De buitengevels mogen worden doorgetrokken tot een hoogte niet hoger dan de in de regels bepaalde maximale bouwhoogten voor bedrijfsgebouwen, met dien verstande dat met deze doortrekking geen bouwlaag of bouwlagen ontstaan.'

leidt tot het vervallen van artikel 5.4.ben 7.3.a;




leidt tot vervangen van artikel 5.4.b 'in artikel 5.2.1.b voor het bouwen van bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak beneden peil in niet meer dan 3 lagen, met dien verstande dat: ze niet hoger dan 0,8 meter beneden peil gebouwd mogen worden en dat daarmee de toename van de totale vloeroppervlakte van 18.000 m2 in deze bestemming niet meer dan 900 m2 bedraagt' door:'in artikel 5.2.1.b voor het bouwen van overdekte gebouwde parkeerplaatsen buiten het bouwvlak in aansluiting op het bepaalde in de artikelen 7.2.1.d en 7.2.1 e met dien verstande dat de overdekte gebouwde parkeerplaatsen en de daarbijbehorende verkeersruimten - met uitzondering van de in- en uitritten, toegangsportalen en beluchtingsmiddelen - niet hoger dan 0,8 meter beneden peil en in niet meer dan 3 lagen in aansluiting gebouwd mogen worden' en het vervallen in artikel 7.1.f van 'en uitbreiding'. Verder wordt de plankaart aangepast waarbij de bouwgrens van de bestemming 'Kantoor1' ingekrompen wordt en vervangen door de bestemming 'Tuin';





leidt tot opname van het eerdergenoemde artikel 5.4.b;



leidt tot vervangen van artikel - 5.4.a 'daarmee de toename van de totale bruto vloeroppervlakte van 18.000 m2 in deze bestemming niet meer dan 900 m2 bedraagt' door 'daarmee de totale bruto vloeroppervlakte in deze bestemming niet meer dan 18.900 m2 bedraagt.' en in artikel '5.2.1 b ' tot de toevoeging 'en boven peil'.  
Het aanbrengen van wijzigingen aan het schoolgebouw of het slopen daarvan is vergunningsplichtig op grond van de Monumentenwet. Deze vinden hun grondslag in door M.C. Escher versierde pilaren ter plaatse van de aula.   Het schoolbestuur heeft voorstellen voor verplaatsing van de pilaren naar haar nieuwe gebouw. Daarmee wordt de historische kwaliteit, die deze vergunningsplicht waarborgt, behouden. Door deze verplaatsing, vervalt de verbinding van de pilaren met dit gebouw.'  

5) Sectoraal beleid – verkeer en infrastructuur   Vertaling in het bestemmingsplan  
5.1) De 'Nota Mobiliteit 2006' hanteert voor het plangebied het beleidsdoel dat een goed functionerend systeem voor het vervoer van personen en goederen een essentiële voorwaarde voor economische ontwikkeling is en dat dit systeem past binnen de beleidsmatige kaders van milieu en leefomgeving.   Het bestemmingsplan projecteert een economische ontwikkeling op een locatie die middels verschillende modaliteiten goed bereikbaar is. Zij stelt aan de ontwikkeling bindende eisen omtrent ontsluiting, laden en lossen van goederen en het parkeren op eigen erf waarbij afzuiging van de uitstoot van auto's plaatsvindt.  
5.2) De provinciale 'Verordening Ruimte' hanteert als regel dat kantoren gevestigd moeten worden op locaties die goed ontsloten zijn door het openbaar vervoer.   De locatie voor het in dit bestemmingsplan geprojecteerde kantoor voldoet aan deze regel.  
5.3) In de 'Haagse Nota Mobiliteit' speelt het openbaar vervoer als drager van ruimtelijke ontwikkelingen in de stad en de regio een belangrijke rol in het verkeer en vervoer. De nota hanteert een streefbeeld waarin tramroute op de Scheveningseweg de omschrijving 'RandstadRail regiokwaliteit' kent.   Met deze aanduiding zal het aanbod aan openbaar vervoer binnen afzienbare tijd een verbetering ondergaan, hetgeen het gebruik van het openbaar vervoer zal stimuleren en de locatiekeuze - en daarmee dit bestemmingsplan - bevestigd.  
5.4) De nota ordent en concentreert het gemotoriseerde verkeer zoveel mogelijk op een stelsel van hoofdwegen, de Johan de Wittlaan is daar een van. Een vlotte doorstroming op de hoofdwegen zorgt ervoor dat het verkeer als vanzelf deze hoofdwegen kiest, waardoor de verkeersdruk op de woonwijken minder kan zijn.   Door de op korte afstand gelegen aansluiting op de Johan de Wittlaan ligt het voor de hand dat het bestemmingsverkeer van Eurojust niet van de wegen in de wijk gebruik zal maken. Zij zijn als 'Verkeer- straat' bestemd. De weg die voor de aansluiting op de Johan de Wittlaan zorg draagt ook. In het belang van de vlotte doorstroming en de verkeersveiligheid op deze hoofdontsluitingsweg is geen extra aansluiting op deze weg vanuit het plangebied geprojecteerd.  
5.5) In en direct rond het plangebied maakt de Scheveningseweg onderdeel uit van de sterroutes, een hoofdroute voor doorgaand fietsverkeer.   Teneinde het doorgaand fietsverkeer door de afsluiting van de Jan Willem Frisolaan een alternatief te bieden wordt dit voetpad omgezet in een langzaam verkeersroute en is het daartoe de bestemming 'Verkeer – Verbliujfsgebied' aangewezen.  
5.6) Hoge stedelijke bebouwingsdichtheden leiden zonder adequate parkeervoorzieningen tot een vaak te zware belasting van de openbare ruimte.   De ruimtelijke ingreep neemt parkeerplaatsen in de openbare ruimte weg. In de omgeving is naar alternatieven gezocht en gevonden. In de bestemming 'Verkeer - straat' zijn de vervangende locaties betrokken. Ze is aan de omliggende straten aangewezen. In deze bestemming wordt de aanwezigheid van 116 parkeerplaatsen verplicht gesteld. Voor de eigen parkeerbehoefte van Eurojust is in de bestemming 'Tuin' een ondergrondse parkeergarage met minimaal 275 parkeerplaatsen is verplicht gesteld. Deze parkeereis werd vòòr de inwerkingtreding van de beleidsregels omtrent de parkeernormen in de nota Parkeernormen Den Haag bepaald.  

6) Sectoraal beleid – economie   Vertaling in het bestemmingsplan  
6.1) De Verordeming ruimte stelt verschillende eisen aan de toelating van nieuwe kantoren.   Uit onderzoek iin paragraaf 5.2 is gebleken dat hieraan wordt voldaan.  
6.2) De Kantorenstrategie hanteert als uitgangspunt de ontwikkeling van het internationale kantorencluster waarin het plangebied gelegen is. Die ontwikkeling versterkt het bestaande netwerk aan internationale instellingen en organisaties en maakt het mogelijk om in te zetten op parkmanagement en het waarborgen van de veiligheid. Daarnaast liggen internationale woonmilieus, diverse voorzieningen en een internationale onderwijsinstelling in de nabijheid. Hiermee is het streven vervuld dat de werknemers alles binnen handbereik krijgen.   De waarde die bij de ontwikkeling van genoemd cluster gehecht wordt aan internationale woonmilieus leidt in dit bestemmingsplan tot behoud van de omliggende groepen van woningen en de afstemming van de ruimtelijke ontwikkeling daarop. Het geldt niet voor solitair gelegen woningen. Verder is het waarborgen van de veiligheid als onderdeel van de ruimtelijke ontwikkeling in dit plan aangewend om een landschap in de omgeving van deze groepen van woningen te creëren.  
6.3) De Kantorenstrategie stelt – teneinde een optimaal vestigingsmilieu voor bedrijven te bereiken - het belang van de klanten centraal.   Eurojust heeft voor deze locatie gekozen en heeft bij die keuze haar wensen omtrent veiligheidsmaatregelen (stand-off zone en ondergrondse parkeergarage op afstand van het hoofdgebouw) betrokken. Deze voorwaarden zijn in het bestemmingsplan gewaarborgd  
6.4) De Kantorenstrategie stelt - om te voorkomen dat er voor leegstand wordt ontwikkeld - de voorwaarde dat bij nieuwe kantoorontwikkeling sprake is van een eerste gebruiker.   De maatregelen omtrent het waarborgen van de veiligheid van deze instelling leggen ruimtelijke claims, die andere locaties niet kunnen bieden. Het bestemmingsplan projecteert een kantoorvestiging die claims wel kan inpassen. Door de Rijksoverheid wordt gebouwd ten behoeve van een eerste gebruiker, te weten Eurojust. Dit is contractueel vastgelegd.  

7) Sectoraal beleid – openbare ruimte   Vertaling in het bestemmingsplan  
7.1) De oppervlakte aan openbare ruimte neemt door de afsluiting van een weg, een weggedeelte en een groot deel van plantsoen af. Het vrijkomen van een terrein voor de aanleg van een plein beperkt de afname enigszins. Bij de herinrichting worden der. eze ambities gestalte gegeven. De eisen omtrent de waarborging van het rijksbeschermd stadsgezicht leiden tot een vergunningsplicht voor aanleg bij de inrichting van de openbare ruimte en van de tuin rond het Eurojustgebouw.   De Nota van Uitgangspunten Internationale Zone gaat bij de inrichting van de openbare ruimte in het plangebied uit van de ambitieniveaus 'hofstadkwaliteit' en 'maatwerkkwaliteit' gekoppeld aan zorgvuldig beheer. Op de gronden waaraan verkeersbestemmingen zijn aangewezen, zullen deze ambitieniveaus gestelte gegeven worden.  

8) Milieu   Vertaling in het bestemmingsplan  
8.1) Het Besluit milieueffectrapportage en de milieucomponenten geluid, lucht en milieukwaliteiteisen op grond van het gebiedsgericht milieubeleid werden in hoofdstuk 4 behandeld. Zij behoeven geen verdere behandeling. De component externe veiligheid vanwege van transport gevaarlijke stoffen over de weg toont een toename van het groepsrisico vanwege de ruimtelijke ontwikkeling. De Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen stelt dat een verantwoording nodig is. Bij de ontwikkeling van het kantoorgebouw moeten vluchtwegen gesitueerd worden aan de oostelijke kant van het gebouw teneinde de zelfredzaamheid van haar gebruikers bij een mogelijke calamiteit vanwege transport van gevaarlijke stoffen over de Johan de Wittlaan te waarborgen.   De verantwoording van de omvang van het groepsrisico begint met de betekenis van deze locatie als vestigingsplaats voor Eurojust. Op de betekenis is in de tabellen omtrent het ruimtelijk beleid van de gemeente uitgebreid ingegaan. Wat betreft de bron, overdracht en ontvangen van de milieucomponent zijn maatregelen in het plan genomen.
Ten behoeve van de ruimtelijke ontwikkeling is geen extra ontsluiting voor motorvoertuigen op de Johan de Wittlaan geprojecteerd. Een extra kruispunt of kruising zou het groepsrisco kunnen vergroten.
De stand off-zone van 30 meter legt een grote afstand op tussen rijstrook en gebouw. De overdracht zal langer duren en qua effect een afname vertonen.
Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid in de bestemming 'Kantoor 1' om nadere eisen te stellen teneinde vluchtwegen de oostelijke zijde van het kantoorgebouw te bouwen. De zelfredzaamheid wordt hiermee ondersteund.
Door de inkrimping van de huidige schoolkavel aan haar westzijde, wordt de knik bij de Chinese ambassade uit de Willem Lodewijklaan gehaald. Dit is geregeld in de bestemming 'Verkeer - Straat' .De bereikbaarheid voor de hulpdiensten is daarmee verbeterd. Verder kunnen bluswatervoorzieningen in het plangebied worden gebouwd.  

9) Groen   Vertaling in het bestemmingsplan  
9.1) De nota 'Groen kleurt de stad' hanteert de Stedelijke Groene Hoofdstructuur. Inzet is om deze stedelijke groenstructuur duurzaam in stand te houden en waar mogelijk te versterken. Het plangebied ligt aan één zijde in de stedelijke groene hoofdstructuur. Aan haar noordwestelijke zijde herbergt zij de bomenrij ten zuiden van de Johan de Wittlaan. Aan haar oostelijke zijde flankeert het plangebied deze hoofdstructuur: de groenvoorziening aan de Scheveningseweg tot aan de Verlengde Tolweg/de Jan Willem Frisolaan.   De bomenrij is samen met een deel van de bestemming voor de Johan de Wittlaan in het plan opgenomen, zodat ook daar vervangende veiligheidsvoorzieningen geplaatst dan wel aangebracht kunnen worden. Zij laat beplantingen toe. De belendende gazons, die buiten de hoofdstructuur gelegen zijn, zijn of de bestemming 'Groen' of - rondom het Eurojustgebouw in de bestemming 'Tuin' aangewezen. Daarmee wordt de bomenrij in stand gehouden en tevens in een grotere omgeving met beplantingen geplaatst.  
9.2) Bij de behandeling van de nota 'Agenda voor de Haagse Verdichting' in de gemeenteraad is een amendement 'Zicht op groen' aangenomen dat luidt: 'om het groene karakter van Den Haag te bevestigen en te versterken zal bij bebouwing rondom of in de buurt van groen altijd het zicht op groen gegarandeerd worden. Het – nu openbare – groen zal openbaar toegankelijk blijven en niet door ondoorzichtige hekken of bebouwing aan het zicht onttrokken worden voor de passanten' . In het plangebied wordt een plantsoen vóór de Zweedse ambassade betrokken in de groenvoorziening rond het bouwproject, het andere deel in de bestemming 'Verkeer – straat'.   Gelet op het karakter van de stand-off zone is het in de onderhandelingen niet mogelijk gebleken om dit plantsoen na de herinrichting openbaar toegankelijk te houden. Tegenover het verlies aan gazon staat de aanleg van een nieuw gazon voor de Chinese ambassade. De bestemming 'Groen' is aldaar aangewezen. Daarenboven zal vrij veel verhard oppervlak – die veelal de geldende onderwijs- en verkeersbestemmingen zijn aangewezen – in onverharde staat betrokken zijn in de 'Tuin'- bestemming. Zij waarborgt het onverharde en beplante karakter van deze terreinen. En met een diepte van circa 30 meter.
Wel mag het bouwen van hogere erfscheidingen in de 'Tuin'- bestemming slechts na afwijking in het bestemmingsplan plaatsvinden. Dit gelet op de wens tot een vanaf de openbare weg zichtbare groene inrichting en de aanmerkelijke breedte van de stand-off zone. Een aanlegvergunningsstelsel reguleert het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, teneinde het tuinkarakter te bewaren.  
9.3) Op grond van de Flora- en Faunawet wordt het rijk opgedragen voorzieningen ten behoeve van de vleermuizen op te nemen in de nieuwbouw.   Om deze opdracht een verplichtend karakter te geven is in de bestemmingen 'Tuin' en 'Kantoor 1' in de doeleindenomschrijving 'het herbergen van vleermuizen' opgenomen.  

10) Waterhuishouding   Vertaling in het bestemmingsplan  
10.1) De Europese Kaderrichtlijn heeft, consequenties voor riolering, afkoppelen en toepassing van bouwmaterialen.   Een bestemmingsplan mag hieromtrent geen regels stellen.  
10.2 Nationaal Waterplan 2009-2015 hanteert de drietrapsstrategie vasthouden, bergen en afvoeren als afwegingsprincipe te hanteren. .   Momenteel beslaat het verharde oppervlakte - daken en verharding - in het uit te geven gebied circa 5.250 m2.De dakoppervlakte van de geprojecteerde gebouwen zal ongeveer 2.250 m2 beslaan. Daarmee zaullen meer gronden worden benut voor het vasthouden van hemelwater.  
10.3) Een van de voornemens van het Gemeentelijk Rioleringsplan 2011 - 2015 betreft de vermindering van de inloop van hemelwater in het gemengde riool door het daarvan af te koppelen dan wel de inloop verminderen door de oppervlakte aan verhardingen niet te vergroten. I   Met dit bestemmingsplan zal de oppervlakte aan verhardingen niet worden vergroot.  

11) Archeologie   Vertaling in het bestemmingsplan  
11.1) Voor het hele plangebied geldt een archeologische verwachting.   De Wet op de Archeologische Monumentenzorg legt de verplichting op om bij het vaststellen van bestemmingsplannen met de archeologische waarden rekening te houden. Bestemmingsplannen moeten een juridische regeling bevatten die voldoende bescherming biedt bij bouw- of aanleg werkzaamheden die tot een verstoring van het bodemarchief zouden kunnen leiden. Vanwege deze verwachting is het plangebied de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie' aangewezen. De in het plangebied geldende 'Parapluherziening Archeologie'wordt met de vaststelling van dit bestemmingsplan overgenomen.  

12) Geldende bestemmingsplannen   Vertaling in het bestemmingsplan  
12.1) Parapluherziening Detailhandel Vuurwerk.   In het plangebied zijn geen bestemmingen geprojecteerd die detailhandel en/of opslag van vuurwerk toelaten.  
12.2) Parapluherziening Seksinrichtingen   In het plangebied zijn geen op sexinrichtingen betrekking hebbende bestemmingen geprojecteerd.