Plan: | Zorgvliet (Eurojust) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0249DZorgvltEur-50VA |
Op 1 januari 2006 is de wijziging van de Wet bodembescherming (Wbb) in werking getreden. Vertrekpunt van de nieuwe Wbb is dat in het merendeel van de gevallen van bodemverontreiniging, de daadwerkelijke bodemsanering wordt meegenomen in de ontwikkeling dan wel herontwikkeling van plangebied of projectlocatie.
De wettelijke doelstelling is voortaan functiegericht. Vroeger moesten alle functies van de bodem worden hersteld maar dit bleek in de praktijk lastig haalbaar. Hoge kosten en langdurige saneringen zorgden van stagnatie. De gewijzigde wet houdt rekening met het gebruik van de bodem en de (im)mobiliteit van de verontreiniging. De volgende uitgangspunten overheersen:
Saneringsverplichtingen zijn gekoppeld aan ontoelaatbare risico's die samenhangen met het huidige en toekomstige gebruik van de bodem. De uitvoering van deze verplichte saneringen wordt een stuk flexibeler. Het is niet meer altijd nodig de hele locatie aan te pakken. Er kan ook sprake zijn van deelsaneringen of een gefaseerde aanpak.
Wanneer economische of maatschappelijke omstandigheden rond de vervuilde locatie uitstel vragen, kunnen tijdelijke maatregelen worden genomen, op voorwaarde dat risico's voldoende worden beheerst.
Het plangebied is gelegen in de gelijknamige wijk en buurt Zorgvliet. Het gebied betreft een deel van de wijk/buurt en wordt grofweg begrensd door Johan de Wittlaan, Jan Willen Frisohof, Jan Willem Frisolaan en Willem Lodewijklaan en omvat tevens de openbare weg van de Verlengde Tolweg.
Ter plaatse van het plangebied zijn geen bedrijven met bodembedreigende activiteiten bekend. Wel zijn bij verscheidene panden é é n of meer ondergrondse olietanks aanwezig geweest. Deze zijn allen reeds verwijderd.
In en in de directe omgeving van het plangebied zijn bodemonderzoeken uitgevoerd in verband met aangetroffen verontreinigingen, herinrichting en/of bouwplannen. Binnen het plangebied zijn er geen gevallen van ernstige bodemverontreiniging bekend. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreining bij een gemiddelde overschrijding van de interventiewaarde in meer dan 25 m3 vaste bodem en/of 100 m3 grondwater (bodemvolume).
Voor de delen van het plangebied waar herinrichting en/of nieuwbouw plaatsvindt en waar nog geen onderzoek en/of sanering heeft plaatsgevonden, zal bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd en eventueel gesaneerd moeten worden. Naast het feit dat nog niet overal binnen het plangebied bodemonderzoek heeft plaatsgevonden, zijn er ook locaties waar het uitgevoerde bodemonderzoek sterk verouderd is (ouder dan vijf jaar). Indien voor deze locaties bouwplannen/herinrichtingsplannen zijn zullen de bodemonderzoeken geactualiseerd moeten worden.
Uit de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Den Haag blijkt dat het plangebied is gelegen in bodemkwaliteitskaartzone 7. De bovengrond (0,0-0,5 m-mv) in dit gebied is licht verontreinigd met cadmium, kwik, lood, zink en PAK (teerachtige stoffen). De ondergrond (0,5-2,0 m-mv) is licht verontreinigd met PAK.