direct naar inhoud van 4.6 Groen
Plan: Zorgvliet (Eurojust)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0249DZorgvltEur-50VA

4.6 Groen

Groen kleurt de stad

De nota 'Groen kleurt de stad' - beleidsplan voor het Haagse groen 2005-2015 (2005) verwoordt het groenbeleid van Den Haag in twee doelstellingen:

  • het beleidsplan biedt een kader voor duurzaamheid bij inrichting, beheer en gebruik van groen waarbij steeds meer sprake zal zijn van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van beheerder en gebruiker;
  • het beleidsplan biedt een raamwerk waarbinnen keuzes kunnen worden gemaakt bij ruimtelijke ingrepen die van invloed zijn op het groen in de stad en bij veranderende maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de functies van het groen.

Deze doelstellingen zijn vertaald in vier ambities:

  • ruimte voor groen in en om de stad;
  • aandacht voor toegankelijkheid, gebruik en beleving van het groen;
  • duurzaamheid in inrichting, beheer en onderhoud van het groen;
  • samen het groen beheren.

Op grond van de aanwezige waarden zijn grote delen van het groen in Den Haag van bijzonder belang voor de kwaliteit, de identiteit en de belevingswaarde van de stad alsmede voor de kwaliteit en de verspreidingsmogelijkheden van planten en dieren. Deze vormen gezamenlijk de Stedelijke Groene Hoofdstructuur. Inzet is deze stedelijke groenstructuur duurzaam in stand te houden en waar mogelijk te versterken.

Een groot deel van het groen in Den Haag is in eigendom en of in beheer van de gemeente. Verspreid over de gemeente zijn groenarealen die in eigendom zijn en of in beheer bij derden. Het beleidsplan richt zich specifiek op het groen dat eigendom is van de gemeente, maar de ambities en de beleidkeuzes houden daar niet op. Bij de totstandkoming van deze nota zijn ook de niet-gemeentelijke groenbeheerders betrokken. Gezamenlijk met inbreng van belanghebbenden is gewerkt aan het opstellen van ambities en beleidskeuzen. De sterdelijke groene hoofdstructuur wordt waar mogelijk versterkt.

Het plangebied ligt aan één zijde in de stedelijke groene hoofdstructuur (kaart op blz. 28 en 29 van de nota). Aan haar noordwestelijke zijde herbergt zij de bomenrij ten zuiden van de Johan de Wittlaan. Aan haar oostelijke zijde flankeert het plangebied de hoofdstructuur: de groenvoorziening aan de Scheveningseweg tot aan de Verlengde Tolweg/de Jan Willem Frisolaan.

De nota kent verder zones waar de ambitie 'versterking van de stedelijke groene hoofdstructuur' is aangegeven, onder andere de verbinding tussen West- en Oostduinen. Dit dient gerealiseerd te worden “door bij herontwikkeling en herstructurering ruimte te reserveren ten behoeve van deze verbinding en waar mogelijk het duinkarakter van bestaande groenvoorzieningen te versterken.” Binnen de stedelijke groene hoofdstructuur is het beleid gericht op verbeteren van de natuurwaarde van het wijk- en buurtgroen en het semi-openbaar groen. Beide zijn niet in het plangebied gelegen.

Nota Ecologische Verbindingszones 2008-2018

Op 15 januari 2009 heeft de Gemeenteraad de nota 'Ecologische verbindingszones in Den Haag' vastgesteld. Deze nota geeft een tussenbalans op het stedelijke ecologische beleid voor de periode 2008-2015 en het beleid ten aanzien van de ecologische verbindingszones voor dezelfde periode. Onder andere vanwege de nota 'Groen kleurt de stad '2005, de Structuurvisie Den Haag 2020 en het door de raad beschikbaar stellen van extra middelen is een uitvoeringsprogramma vastgesteld voor inrichting en beheer en het oplossen van knelpunten. De nota stelt dat in dat verband de kansen in Kijkduin gelegen zijn in investeringen in de landschappelijke onderlegger en versterking van de groene structuur.'

De aan oostelijke zijde gelegen groenvoorziening tussen de Scheveningseweg en Verlengde Tolweg/ Jan Willem Frisolaan is in de nota als ' verbindingszone' aangeduid. De aan de noordwestelijk grens gelegen bomenrij ten zuiden van de Johan de Wittlaan kent de aanduiding 'bomenrij'.

Agenda voor de Haagse Verdichting

De 'Agenda voor de Haagse Verdichting' is op 28 mei 2009 door de gemeenteraad (gewijzigd) vastgesteld. De Agenda voor de Haagse Verdichting wordt operationeel gemaakt in vijftien gebieden, waaronder de Internationale Zone, waar dit bestemmingsplan in valt.

Bij de behandeling van de nota in de gemeenteraad zijn een motie en een amendement aangenomen.

Allereerst de 'motie Stedebouwkundige context' waarmee het college wordt verzocht: 'De raad in een vroegtijdig stadium te informeren en de gelegenheid te bieden te adviseren over nadere eisen ter bevordering van de inpasbaarheid in de aanwezige stedenbouwkundige context in de situatie dat bij bouwprojecten in en aan de randen van groengebieden die behoren tot de stedelijke groene hoofdstructuur en/of ecologische verbindingszones, met een bouwhoogte van 25 meter of hoger.' Het plangebied grenst aan een zijde aan de stedelijke groene hoofdstructuur.

Met de bespreking in de raadscommissie en in de gemeenteraad van het collegebesluit omtrent de vaststelling van de 'Nota van Uitgangspunten Huisvesting Eurojust' , waarin de opname van het gazon in de bouwkavel is bepaald, is vroegtijdig geïnformeerd en daarmee aan de motie voldaan.

Daarnaast het amendement 'Zicht op groen' dat luidt: 'om het groene karakter van Den Haag te bevestigen en te versterken zal bij bebouwing rondom of in de buurt van groen altijd het zicht op groen gegarandeerd worden. 'Het – nu openbare – groen zal openbaar toegankelijk blijven en niet door ondoorzichtige hekken of bebouwing aan het zicht onttrokken worden voor de passanten.' In het plangebied wordt een gazon vóór de Zweedse ambassade betrokken in het bouwproject, voor een tamelijk deel als groenvoorziening rond het Eurojustgebouw, het andere deel in de bestemming 'Verkeer – straat'.

Flora- en Faunawet

De op 1 april 2002 in werking getreden Flora- en Faunawet regelt de bescherming van planten- en diersoorten. De Flora- en Faunawet legt een zorgplicht op voor alle dieren en planten in Nederland, bijvoorbeeld door de wijze en het tijdstip van uitvoering van bouwplannen waarbij men rekening houdt met het voortplantingsseizoen en met winterverblijfplaatsen en waardoor dieren niet onnodig worden verontrust. Ook legt de Flora- en Faunawet een beschermingsplicht op voor een groot aantal met name genoemde soorten. De wet bevat verbodsbepalingen voor het verwijderen van beschermde plantensoorten van hun groeiplaats, het beschadigen, vernielen, wegnemen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde diersoorten en het opzettelijk verontrusten van een beschermde diersoort. Voor de algemene beschermde soorten geldt sinds februari 2005 bij ruimtelijke ontwikkelingen een algemene vrijstelling, voor andere soorten die strenger zijn beschermd (vleermuizen, vogels, eekhoorns) kan onder voorwaarden een ontheffing worden aangevraagd.

De Eco-effectscan en nader vleermuizenonderzoek (bijlage 2) hebben aangetoond dat er dwergvleermuizen huizen in het schoolgebouw aan de Jan Willem Frisolaan. Ten behoeve van de sloop en de realisatie van het nieuwe gebouw van Eurojust dient een ontheffing aangevraagd te worden van de Flora- en Faunawet.

De gemeente Den Haag draagt zorg voor tijdelijke voorzieningen voorafgaand en tijdens de sloop van het schoolgebouw en tijdens de realisatie van de nieuwbouw van Eurojust. Deze tijdelijke voorzieningen betreffen het ophangen van tijdelijk kraam- en balts/zomer verblijven in de nabijheid van het schoolgebouw. Het rijk wordt opgedragen voorzieningen ten behoeve van de vleermuizen op te nemen in de nieuwbouw.

Kapvergunningen

Volgens de Algemene plaatselijke verordening (APV) van Den Haag, artikel 2.80 e.v., is voor het kappen van bomen een omgevingsvergunning nodig (RIS 174540_100914). Door deze verordening kunnen belangen zorgvuldig worden afgewogen voordat een kapvergunning wordt afgegeven dan wel geweigerd. Ook geldt de voorwaarde dat te kappen bomen elders gecompenseerd moeten worden.