direct naar inhoud van 3.2 Ruimtelijk beleid
Plan: Zorgvliet (Eurojust)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0249DZorgvltEur-50VA

3.2 Ruimtelijk beleid

3.2.1 Rijksbeleid

Nota Ruimte

In de Nota Ruimte is het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd tot 2020 met een doorkijk naar de periode 2020-2030. Met deze nota tracht het kabinet bij te dragen aan een versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, de bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, de borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden, en de borging van de veiligheid. Een belangrijke beleidslijn is 'de versterking van de internationale concurrentiepositie van de Randstad Holland als geheel'. Daarbinnen wordt Den Haag aangemerkt als centrum van vrede en recht en als Nederlandse regeringsstad, die (samen met Rotterdam binnen de Zuidvleugel) de verbinding zijn met Europa en de wereld.

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

Op 14 juni 2011 heeft het kabinet het ontwerp van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) aan de Tweede Kamer gestuurd met daarbij een ontwerp Algemene maatregel van bestuur (Amvb) Ruimte (Barro). De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is op 22 november 2011 onder aanvaarding van een aantal moties door de Tweede Kamer aangenomen en deze treedt begin 2012- de datum is nog niet bekend gemaakt - in werking. Bij de inwerkingtreding van de SVIR en het Barro zullen de Nota Ruimte en de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid komen te vervallen.

Op 30 december 2011 is het Barro in werking getreden.

In de structuurvisie is aangegeven dat het Rijk drie hoofddoelen heeft:

- Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;

- Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zeker stellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;

- Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Uit deze drie hoofddoelen komen onderwerpen voort die van nationaal belang zijn. Structuurvisies echter hebben geen bindende werking voor andere overheden dan de overheid die de visie heeft vastgesteld. De nationale belangen uit de structuurvisie, die juridische borging vragen, worden daarom geborgd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Deze Amvb is gericht op doorwerking van nationale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen en zorgt voor sturing en helderheid van deze belangen vooraf. In het Barro zullen bepalingen opgenomen worden ten aanzien van onder meer 'Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde'. Tot die tijd is dit rijksbelang geborgd via de aanwijzing tot Rijksbeschermd stadsgezicht op grond van de Monumentenwet 1988.

Crisis- en herstelwet

De Crisis- en herstelwet is gericht op versnelling van procedures voor de uitvoering van ruimtelijke projecten om de economische crisis en haar gevolgen te bestrijden en om een goed en duurzaam herstel van de economische structuur van Nederland te bevorderen. De wet behelst maatregelen voor een aantal projecten die vermeld zijn in bijlage II bij de wet. Een van deze projecten luidt: 'Den Haag Internationale Stad onderdeel Worldforum als vestigingsplaats voor internationale bedrijven en bereikbaarheid'.

3.2.2 Provinciaal beleid

Provinciale Structuurvisie

De Provinciale Structuurvisie "Visie op Zuid-Holland" en de provinciale "Verordening Ruimte" zijn op 2 juli 2010 vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland. De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie.

Het provinciale beleid is erop gericht om ook in 2040 een aantrekkelijk, internationaal concurrerend profiel te hebben. Dit betekent het behouden en aantrekken van bedrijvigheid, instellingen en werkgelegenheid met het accent op kennisontwikkeling en handel. Den Haag, internationale stad van vrede, recht en veiligheid is in de visie van de provincie een belangrijke vestigingsplaats voor diverse bedrijven en organisaties met een internationaal karakter.

Ook de instrumenten die de provincie inzet, komen in de structuurvisie aan de orde. De provincie ordent met de Functiekaart en Kwaliteitskaart. In de functiekaart is het plangebied aangewezen als 'Stads- en dorpsgebied met hoogwaardig openbaar vervoer'. In de kwaliteitskaart is daarnaast te zien dat het plangebied is aangemerkt als hoogstedelijk (centrum)gebied (het gaat hier om multifunctionele ontwikkeling die wordt gekenmerkt door intensief ruimtegebruik en een hoogstedelijk karakter) en een topgebied cultureel erfgoed (cultureel erfgoed is in grote mate bepalend voor het karakter en de ruimtelijke kwaliteit).

Verordening Ruimte

In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is geregeld dat Provinciale Staten regels kunnen stellen over de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen. De provinciale 'Verordening Ruimte' voorziet hierin. Doel van de verordening is om een aantal provinciale belangen te laten doorwerken naar het gemeentelijke niveau.

3.2.3 Regionaal beleid

Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP)

Op 16 april 2008 heeft het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (hierna: RSP) vastgesteld. Het RSP is een integraal plan voor de ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden en het ruimtelijk kader voor het regionale beleid op het gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie en voor lokale plannen, zoals bestemmingsplannen. In het RSP zijn vier pijlers van de concurrentiepositie van Haaglanden benoemd. Eén daarvan is 'de internationale stad van vrede, recht en veiligheid'. Een belangrijke richtinggevende uitspraak in het RSP is dat het Stadsgewest Haaglanden voldoende ruimte biedt voor internationale topmilieus voor vrede, recht en veiligheid. De centrale as binnen Den Haag met als belangrijkste locaties de internationale zone en het World forum gebied e.o. moet zich ontwikkelen tot dé vestigingslocaties voor (inter)nationale voorzieningen.

3.2.4 Gemeentelijk beleid
3.2.4.1 Structuurvisie Den Haag 2020

Op 17 november 2005 heeft de gemeenteraad van Den Haag de Structuurvisie Den Haag 2020 vastgesteld. De ambitie is om van Den Haag een 'Wereldstad aan Zee' te maken door de sterke kwaliteiten van Den Haag te benutten: een internationale stad, een stad aan zee, een multiculturele stad en een monumentale residentie.

De Wéreldstad aan Zee krijgt vorm door ontwikkelingen in vijf kansenzones (het Centrum, de Lijn 11-zone, de Internationale Kustzone, de Vliet/A4-zone en de Schakelzone Lozerlaan). In de kansenzones liggen ontwikkelingsgebieden waarin de ambitie van de structuurvisie het sterkst tot haar recht komt. De kansenzones en ontwikkelingsgebieden worden uitgewerkt in masterplannen.

De Structuurvisie werkt ook rechtstreeks door. Langs doorgaande wegen en groen zal bij herstructurering in principe worden uitgegaan van een bouwhoogte van minimaal vijf lagen.

Kansenzone Internationale kustzone

Het bestemmingsplan Eurojust ligt in de kansenzone Internationale kustzone, ontwikkelingsgebied Kijkduin-Westbroekpark, het kloppend hart van Den Haag internationale stad van Vrede en Recht. In deze zone wordt de aantrekkelijkheid van Den Haag internationale stad vergroot en wordt bewust ruimte gereserveerd voor internationale instellingen. Bestaande clusters als het World Forum e.o. worden versterkt. Als locaties zullen de vrijkomende schoolgebouwen en overheidsgebouwen, zoals de Johanna Westermanschool worden benut. De plaatsing van Eurojust in dit gebied en op deze specifieke locatie ligt in de lijn met de gedachte, ambitie en visie geformuleerd in de structuurvisie. In het ontwikkleingsgebied is op daarvoor geschikte plekken hoogbouw toegestaan.

3.2.4.2 Nota van Uitgangspunten Internationale Zone

Op 28 mei 2009 is de 'Nota van uitgangspunten Internationale Zone' door de gemeenteraad vastgesteld. De nota is een uitwerking van de 'Structuurvisie Den Haag 2020', ontwikkelingsgebied Kijkduin-Westbroekpark. Het geeft een nadere invulling aan de wens van de gemeente om de stad Den Haag van meer internationale aantrekkingskracht en allure te voorzien en een goede gaststad te zijn voor internationale instellingen.

Met de vaststelling van de nota is ervoor gekozen om bewust ruimte te maken voor internationale instellingen op het gebied van vrede en recht en deze te clusteren in vijf kerngebieden binnen de Internationale Zone: het World Forumgebied e.o., Haagse Beek, Hubertusviaduct, Kazernegebied e.o. en Vredespaleis e.o. In de nota is het toe te voegen kantorenprogramma voor de huisvesting van internationale organisaties voor het kerngebied World Forum e.o. vastgesteld op circa 50.000 m².

3.2.4.3 Nota van Uitgangspunten Huisvesting Eurojust

Op 14 december 2010 stelde het college de 'Nota van uitgangspunten Huisvesting Eurojust' vast. De nota wijst de gronden tussen de Willem Lodewijklaan, de Jan Willem Frisohof en Johan de Wittlaan als nieuwe locatie voor de kantoren van Eurojust aan. Daarin is ook een groot deel van de Jan Willem Frisolaan begrepen. Op 14 april 2011 stemde de gemeenteraad daarmee in en met de uitwerking naar een projectdocument met stedenbouwkundige randvoorwaarden.

De stedenbouwkundige uitgangspunten in deze nota luiden in het kort:

  • 1. een vloeroppervlak van maximaal 18.000 m2;
  • 2. een bouwhoogte van maximaal 50 meter aan de zijde van de Johan de Wittlaan in verband met het aan de overzijde gelegen Churchillplein;
  • 3. een bouwhoogte van 15 tot 20 meter aan de zijde van de Willem Lodewijklaan in verband met de aan de overzijde gelegen villa's; verhoging tot 25 meter mogelijk;
  • 4. een bouwhoogte van 15 tot 20 meter aan de zijde van de appartementen aan de Jan Willem Frisohof; verhoging tot 25 meter mogelijk;
  • 5. het aanhouden van een strook in de breedte van 30 meter, de zgn. stand off-zone;
  • 6. groene inrichting van de stand off-zone;
  • 7. uitstraling van het Eurojustgebouw op de Johan de Wittlaan;
  • 8. parkeerbehoefte van Eurojust in ondergrondse parkeergarage, die los van de gebouwen staat;
  • 9. compensatie openbare parkeerplaatsen door nieuwe openbare parkeerplaatsen;
  • 10. afstemming op de wensen van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE) voortvloeiend uit de aanwijzing van de locatie tot Rijksbeschermd stadsgezicht;
  • 11. uitbreiding tot een vloeroppervlak van tot 25.000 m2 op het terrein Jan Willem Frisolaan 13
3.2.4.4 Projectdocument Huisvesting Eurojust Jan Willem Frisolaan

Het op 22 november 2011 door het College vastgestelde projectdocument is een uitwerking van de nota van uitgangspunten Huisvesting Eurojust en geeft de kaders en randvoorwaarden aan waarbinnen een nieuw kantoor voor Eurojust aan de Jan Willem Frisolaan kan worden gerealiseerd. Op 14 april 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met het uitwerken van de nota van uitgangspunten naar een projectdocument. Met de realisatie wordt gevolg gegeven aan de door de raad vastgestelde Nota van Uitgangspunten Internationale Zone.Eurojust draagt bij aan de werkgelegenheid in Den Haag. In het nieuwe gebouw zullen straks 500 mensen werkzaam zijn. Uit onderzoek blijkt dat elke baan bij een internationale organisatie één lokale, Haagse baan creëert.

Eurojust is sinds 2002 op tijdelijke basis, verdeeld over twee gebouwen, gevestigd in de Binckhorst. De gemeente Den Haag wil internationale instellingen voor vrede en recht zoveel mogelijk concentreren in het World Forum gebied. In maart 2007 heeft het college het manifest Huisvesting Eurojust vastgesteld, waarin afspraken zijn vastgelegd tussen de gemeente en het rijk die moeten leiden tot permanente huisvesting voor Eurojust in het World Forum gebied in de Internationale Zone van Den Haag. In vervolg op de afspraken uit het manifest is in oktober 2009 aan Eurojust een bidbook overhandigd met drie mogelijke vestigingslocaties. Eurojust heeft de voorkeur uitgesproken voor de Jan Willem Frisolaan.

  • 1. Het nieuwe kantoor voor Eurojust zal een bruto vloer oppervlak van ca 18.000 m2 krijgen, inclusief conferentiezalen en andere voorzieningen. Er zullen circa 500 medewerkers in het gebouw werkzaam zijn.
  • 2. De stedenbouwkundige randvoorwaarden bieden de mogelijkheid om een vrijstaand samengesteld volume voor Eurojust te ontwikkelen. Het samengestelde volume kan daarmee een intermediair vormen tussen twee verschillende bouwperioden, tussen die van het World Forumgebied en die van het Rijksbeschermd Stadsgezicht Zorgvliet. De stand off-zone rond het gebouw zal met veel groen worden ingericht.
  • 3. Om een nieuw kantoor voor Eurojust zo zorgvuldig mogelijk in te passen is, in overleg met de Rijksdienst Cultureel Erfgoed, besloten om een cultuurhistorische analyse te laten uitvoeren.
  • 4. De openbare ruimte rond het terrein van Eurojust zal aansluiten op de sfeer van de groene inrichting van de veiligheidszone. Hierbij worden delen van de openbare ruimte in hofstadkwaliteit - zoals bedoeld in de Kadernota Openbare Ruimte - aangelegd.
  • 5. De benodigde parkeerplaatsen voor Eurojust dienen op het eigen terrein te worden gerealiseerd. Hierbij geldt voor werknemers: 1 parkeerplaats per 2 werknemers, dat wil zeggen 250 parkeerplaatsen, en voor bezoekers: 1 parkeerplaats per 20 werknemers, dat wil zeggen 25 parkeerplaatsen, samen 275 parkeerplaatsen.
  • 6. Deze parkeerplaatsen zullen vanwege veiligheidseisen naast het gebouw en ondergronds op eigen terrein worden gerealiseerd.
  • 7. Indien de parkeerbehoefte afwijkt van het getal dat door hantering van de parkeernorm als minimumaantal van het parkeerplaatsen afwijkt en maatwerk toe te passen, dient de afwijking nadrukkelijk door de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen afdoende te worden onderbouwd.
  • 8. De parkeergarage op het terrein van Eurojust is bereikbaar via de Willem Lodewijklaan vanaf de Johan de Wittlaan. De nieuwe in-uitritten dienen op voldoende afstand -minimaal 30 meter- vanaf de kruising van de Willem Lodewijklaan met de Johan de Wittlaan te liggen. Dit om de nodige vrije opstelgelegenheid bij verkeerslichten op de kruising met de Johan de Wittlaan te garanderen.
  • 9. De hellingbanen dienen op meer dan 40 tot 60 meter vanaf deze kruising te liggen met aan de bovenzijde van de helling een horizontale rechtstand van minimaal 5 meter tussen de hellingbaan en de aansluiting op het openbaar gebied/trottoir.
  • 10. Omdat een groot deel van de automobilisten die in het gebied parkeren, ook een directe bestemming in de omgeving heeft, wordt gestreefd naar volledige compensatie van het aantal parkeerplaatsen dat vervalt (ca 45 pp). Voor deze parkeerplaatsen wordt binnen de buurt naar een alternatief gezocht in de openbare ruimte.
  • 11. Een directe aansluiting op de Johan de Wittlaan voor bestemmingsverkeer met de auto en/of bedienend vrachtverkeer van Eurojust, is niet toegestaan.
  • 12. Het laden lossen en de toegangscontrole dienen geheel op het eigen terrein plaats te vinden, inclusief een eventuele toegangssluis.
  • 13. Voetgangers vanuit dit gebied richting het Statenkwartier en de Prins Mauritslaan/Frederik Hendriklaan kunnen gebruik maken van de bestaande verbinding langs het Octrooibureau naar de Johan de Wittlaan. Bij de verkeerslichten ter plaatse van de kruising Willem Lodewijklaan-Johan de Wittlaan kunnen zij oversteken.
  • 14. Fietsers naar de Johan de Wittlaan kunnen via de Willem Lodewijklaan fietsen of via de Verlengde Tolweg en de Adriaan Goedkooplaan.
  • 15. De stedenbouwkundige uitgangspunten uit de Nota van uitgangspunten zijn in het projectdocument uitgewerkt in de stedenbouwkundige randvoorwaarden.
  • 16. De locatie is gelegen aan de Jan Willem Frisolaan, in het kerngebied van de Internationale Zone, en bevat een schoolgebouw ( met dienstwoning) een appartementenvilla (gesplitst in woonappartementen), een gazon en een straat .Ten behoeve van de ontwikkeling moeten de school en de appartementenvilla worden gesloopt
  • 17. De school met dienstwoning wordt, conform afspraak met de Stichting VO Haaglanden, in juni 2012 eigendom van de gemeente.
  • 18. Ten behoeve van de aankoop door de gemeente is op 10 maart 2011 de Wet Voorkeursrecht Gemeenten op de appartementen gevestigd. Voor de noodzakelijke verwerving van de appartementen start de gemeente na vaststelling van het projectdocument de onderhandelingen met de eigenaren. Indien minnelijk niet tot overeenstemming kan worden gekomen zal de gemeente het onteigeningsinstrument inzetten.

Samen met het projectdocument stelde het College ook de grondexploitatie vast.

3.2.4.5 Ontwerpvisie

In april is een keuze gemaakt uit de ontwerpvisies. De gekozen ontwerpvisie gaf aanleiding tot een aantal aanpassingen:

  • 1. het stallen van fietsen zonder gebruik van gebouwen of overkappingen in de bestemming 'Tuin'
  • 2. het uit het zicht nemen van op de daken van het kantoorgebouw te bouwen ondergeschikte bouwdelen als liftschachten, airco-installaties en telecommunicatie apparatuur door het doortrekken van de voorgevels tot de maximale bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen,
  • 3. het niet ondergronds bouwen van kantoorruimte in de bestemming 'Tuin' en buiten het bouwvlak van de bestemming 'Kantoor 1',
  • 4. de overhoekse voorgevelrooilijnen ten opzichte van de as van de Johan de Wittlaan bij het hoge onderdeel van het kantoorgebouw en het bouwen binnen de bouwgrenzen,
  • 5. de inrichting van de bestemming 'Tuin 'als duinlandschap,.
  • 6. het ondergronds bouwen van overdekte gebouwde parkeerplaatsen op kortere afstand van het bouwvlak in de bestemming 'Kantioor 1',
  • 7. het ondergronds bouwen van een deel van het kantoorgebouw in twee bouwlagen waarmee de totale bruto oppervlakte van het kantoorgebouw 18.250 m2 zal bedragen.

3.2.4.6 De achtergrond bij de lokatiekeuze

In haar besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan' Zorgvliet en omgeving' van 15 april 2004 constateerde de gemeenteraad dat de Johanna Westermannschool in de planperiode buiten gebruik zou kunnen raken. De locatie zou in dat geval mogelijk gebruikt gaan worden voor de vestiging van een internationale instelling.

Deze overwegingen gaven haar aanleiding de schoollocatie de bestemming 'Gemengde doeleinden' aan te wijzen. De locatie zou ook naast onderwijs, ook voor kantoren met het bijbehorende parkeren benut kunnen worden.

De gemeente Den Haag wil internationale instellingen voor vrede en recht zoveel mogelijk concentreren in het World Forum gebied. In maart 2007 heeft het college het manifest Huisvesting Eurojust vastgesteld. In dit manifest zijn afspraken vastgelegd tussen de gemeente en Rijk die moeten leiden tot een nieuw kantoor voor Eurojust in het World Forum gebied in de Internationale Zone van Den Haag. Ook is het de wens van Eurojust om, vanwege de nauwe samenwerking met Europol, om in de directe nabijheid van deze organisatie te worden gehuisvest.In de periode van 2007 tot 2009 zijn uit zorgvuldigheid ook locaties buiten het World Forum gebied onderzocht. Zo is bijvoorbeeld gekeken naar de locatie Verhulstplein. Deze locatie is in een vroeg stadium afgevallen omdat het programma van eisen hier niet volledig kan worden gerealiseerd en het financieel niet haalbaar is gebleken. De hoge kosten hebben te maken met de benodigde aankoop van gebouwen teneinde de vereiste stand-off zone te kunnen realiseren. In deze gebouwen bevindt zich een groot aantal woningen. Tevens moet daarbij rekening gehouden worden met de aanleg van een ecologische verbindingszone rond de Haagse Beek en met de verplaatsing van een motorbrandstoffenverkooppunt met LPG.

Ook andere locaties zijn onderzocht en zijn op basis van verschillende criteria afgevallen.

In mei 2009 is door de gemeenteraad unaniem de nota van uitgangspunten Internationale Zone vastgesteld, waarmee besloten is dat internationale organisaties op het gebied van vrede en recht geconcentreerd worden in het World Forum gebied en omgeving in de Internationale Zone.

In oktober 2009 is vervolgens aan Eurojust een bidbook overhandigd met drie mogelijke vestigingslocaties: het gebouw waar het ICTY in gevestigd is, het gebouw c.q. de locatie aan de Eisenhowerlaan waar KPMG is gevestigd en een locatie aan de Jan Willem Frisolaan, waarbij een school, een naastgelegen appartementenvilla en kantoor waren betrokken. In opdracht van Eurojust zijn toen de locaties van het bidbook onderzocht. Uit dit onderzoek bleek dat om verschillende redenen de locaties niet haalbaar waren. De kosten voor de aankoop en het vervolgens geschikt maken van de bestaande gebouwen van het ICTY en KPMG waren te hoog, waardoor de huisvesting van Eurojust op deze locaties financieel niet haalbaar was. Op de KPMG-locatie was tevens het benodigde programma voor Eurojust niet realiseerbaar en op zowel de KPMG-locatie en de ICTY-locatie was onvoldoende ruimte voor een goede inpassing van de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.

De locatie Jan Willem Frisolaan, waar het programma van Eurojust, inclusief veiligheids-maatregelen, kon worden gerealiseerd bleek in de voorgestelde omvang financieel niet haalbaar. Gemeente en rijk hebben toen afgesproken de haalbaarheid van een verkleinde versie van de locatie Jan Willem Frisolaan te onderzoeken. Op basis van de uitkomsten hiervan heeft Eurojust voor de locatie Jan Willem Frisolaan gekozen.Om bij de uitvoering van ruimtelijke projecten om de economische crisis en haar gevolgen te bestrijden en om een goed en duurzaam herstel van de economische structuur van Nederland te bevorderen, heeft de Staten-Generaal besloten de procedures daartoe te versnellen. Daartoe heeft zij de Crisis- en herstelwet aangenomen. De wet behelst maatregelen voor een aantal projecten. Deze zijn vermeld in bijlage II bij de wet.

Een van deze projecten luidt: 'Den Haag Internationale Stad onderdeel Worldforum als vestigings-plaats voor internationale bedrijven en bereikbaarheid'.

Naar aanleiding van de keuze van Eurojust is verder onderzocht of deze vestiging in deze omgeving gelet op de gangbare eisen van deze instelling zoals de stand-off zone van 30 meter en het parkeren ondergronds buiten het kantoorgebouw , de mogelijkheden van deze omgeving, beleidsstukken en relevante wetten inpasbaar is. Daarvan is gebleken. Deze nadere achtergrond bij de locatiekeuze ontbrak in de Toelichting bij het bestemmingsplan. Zij wordt in paragraaf 3.2.4.5 opgenomen.