direct naar inhoud van 7.2 Vooroverleg
Plan: Mariahoeve
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0244GMariahoeve-50VA

7.2 Vooroverleg

Het concept van het ontwerp-bestemmingsplan is op 3 november 2011 in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening aan de volgende instanties toegezonden:

  • 1. Ministerie van Defensie
  • 2. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
  • 3. Rijkswaterstaat Zuid-Holland
  • 4. Provincie Zuid-Holland
  • 5. Stadsgewest Haaglanden
  • 6. Dunea
  • 7. Hoogheemraadschap van Delfland
  • 8. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
  • 9. Burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar
  • 10. Burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg
  • 11. Politie Haaglanden
  • 12. Veiligheidsregio Haaglanden Regionale Brandweer
  • 13. HTM Infra
  • 14. Veolia Transport
  • 15. NS Reizigers
  • 16. ProRail
  • 17. Stedin B.V.
  • 18. TenneT Regio West
  • 19. N.V. Nederlandse Gasunie
  • 20. Stichting BOOG
  • 21. Het bestuur van de Fietsersbond enfb Afdeling Den Haag
  • 22. Kamer van Koophandel Haaglanden
  • 23. Koninklijk Horeca Nederland Afdeling Den Haag
  • 24. Algemene Vereniging voor Natuurbescherming voor 's-Gravenhage e.o.
  • 25. Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging
  • 26. Stichting Haags Milieucentrum
  • 27. IVN, Vereniging voor natuur- en milieueducatie Den Haag
  • 28. Haagse Vogelbescherming
  • 29. Stichting Het Zuid-Hollands Landschap
  • 30. Stichting Stedebouw & Stadsherstel
  • 31. Haags Monumentenplatform
  • 32. Stichting Vrienden van Den Haag
  • 33. Wijkberaad Mariahoeve
  • 34. Vereniging Winkelcentrum Aktiviteiten Mariahoeve
  • 35. Winkeliersvereniging Winkelpromenade Ursulaland
  • 36. Vestia Den Haag Zuid-Oost
  • 37. Woningstichting Haag Wonen
7.2.1 Behandeling ingekomen reacties

1. Provincie Zuid Holland

"Het provinciale beoordelingskader is vastgelegd in de provinciale Structuurvisie en de verordening Ruimte. Het plan is conform dit beleid. Dit is een gecoördineerde reactie van alle betrokken directies van de provincie".

Reactie

Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

2. Hoogheemraadschap Delfland

In het kader van art. 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening heeft u het Hoogheemraadschap van Delfland het voorontwerp bestemmingsplan Mariahoeve in Den Haag toegezonden. U verzoekt Delfland in het kader van voorverleg advies te geven.

Advies 

De gemeente Den Haag en Delfland zijn nog in overleg over mogelijke oplossingsrichtingen voor het bergingstekort. Na afronding van dit overleg zal Delfland een definitieve reactie in het kader van het vooroverleg geven.

Toelichting

De gemeente Den Haag wil een laaggelegen sportveld ontwikkelen tot woongebied en wil de bestemming van het gebied veranderen van sportveld naar woongebied.

Dit betekent dat in geval van bebouwing van het sportveld de locatie moet voldoen aan de provinciale norm. Deze stelt dat de bergings- en afvoercapaciteit van bebouwd gebied binnen de bebouwde kom voldoet aan een gemiddeld beschermingsniveau van 1/100 jaar. De huidige bestemming van sportveld geldt als 'overige gebied' (niet zijnde bebouwd of glastuinbouw) en dient te voldoen aan een gemiddeld beschermingsniveau van 1/10 jaar. Door het sportveld te bebouwen zal er een grotere peilstijging in het watersysteem in het plangebied optreden. Dit is een verslechtering van het watersysteem.

Op verzoek van de gemeente Den Haag heeft het Hoogheemraadschap Delfland een inundatiescan gemaakt voor het plangebied Mariahoeve. Daaruit blijkt dat er voor het gebied binnen het bestemmingsplan Mariahoeve op een aantal laag gelegen plekken in de polder inundatie optreedt. Alle inundatieplekken voldoen aan de normen volgens de Provinciale waterverordening. Echter de peilstijging waarmee in deze polder optreden zijn duidelijk zichtbaar (per saldo zo'n 80-90 cm) en dat suggereert ook dat de rek qua berging echt uit het systeem is.

Conclusie: Maatregelen in de polder die ten koste gaan van berging behoeven 1 op 1 compensatie.

Overige opmerkingen op het bestemmingsplan

Keurzone Landscheiding

Ter plaatse van de landscheiding onder de Noordelijke Randweg dient op de verbeelding een keurzone te worden aangegeven. Hier ligt namelijk een waterkering die 2 peilgebieden van elkaar scheidt. Gemeten vanaf de hartlijn van de provinciale weg dient een strook van 7 m breed te worden aangeduid als kernzone. Daarnaast ligt de beschermingszone van 15 m breed. Beide zones dienen te worden aangeduid met de dubbelbestemming "Waterstaat-Waterkering".

Reactie

Naar aanleiding van overleg tussen de gemeente Den Haag en het Hoogheemraadschap Delfland is paragraaf 4.7.1 van de toelichting aangepast.

De keurzone Landscheiding is buiten de gemeentegrenzen gelegen. De kernzone valt niet binnen de plangrenzen. De beschermingszone is wel voor een klein deel binnen de plangrenzen gelegen. De beschermingszone is op de kaart opgenomen met de algemene aanduidingsregel "Waterstaat-beschermingszone".

3. Veiligheidsregio Haaglanden Regionale Brandweer

"Naar aanleiding van uw verzoek van 11 september 2012 om een advies uit te brengen in het kader van externe veiligheid over het concept ontwerp bestemmingsplan Mariahoeve, te Den Haag, kan ik het volgende berichten.

Dit advies geeft een korte beschrijving van het plangebied, de aanwezige risicobronnen op het gebied van externe veiligheid, een beschrijving van de mogelijke scenario's en de geadviseerde maatregelen ter verbetering van de veiligheid in het plangebied.

Plangebied

Het plangebied ligt in het stadsdeel Haagse Hout en wordt begrensd door de Bezuidenhoutseweg, de Noordelijke Randweg, het spoortraject Den Haag - Leiden en de Carl Reinierszkade. Het bestemmingsplan is grotendeels conserverend van aard. Daarnaast vinden er een aantal ontwikkelingen plaats. De volgende ontwikkelingen worden binnen het bestemmingsplan mogelijk gemaakt:

  • Verbouwing van winkelcentrum Het Kleine Loo;
  • Uitbreiding stadsboerderij in de Schenkzone;
  • Realisatie van 18 woningen aan de Ametisthorst;
  • Vervangende nieuwbouw en uitbreiding van 24 woonunits voor de huisvesting van geestelijke gehandicapten;
  • Realisatie van 80 eengezinswoningen en 36 appartementen op de locatie Isabellaland (nader uit te werken bestemming);
  • Oprichten van een appartementencomplex met 95 appartementen tussen Finnenburg en Hongarenburg (wijzigingsgebied 1);
  • Oprichten van 50 eengezinswoningen en 60 appartementen aan het Boekweitkamp (wijzigingsgebied 2).

Naast deze ontwikkelingen zijn er nog een aantal ontwikkelingen die niet relevant zijn in het kader van externe veiligheid.

In het plangebied liggen naast woonbestemmingen ook maatschappelijke bestemmingen (o.a. scholen en verzorgingstehuizen), centrumbestemmingen (winkels), bedrijfsbestemmingen en kantoorbestemmingen. Inrichtingen die vallen onder het Besluit externe veiligheid Inrichtingen (Bevi) worden in dit bestemmingsplan niet uitgesloten. Na telefonisch overleg met mevrouw Schouten van de gemeente Den Haag op 20 oktober 2012 is aangegeven dat Bevi-inrichtingen worden uitgesloten in het plangebied. Dit zal nog worden aangepast in het definitieve bestemmingsplan.

Risicobronnen

1. Transportroute gevaarlijke stoffen

Vanwege de aanwezigheid van de transportroute gevaarlijke stoffen rijksweg A4 en Leidsestraatweg is de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' uit 2012 van toepassing op dit bestemmingsplan.

De rijksweg A4 ligt op 2500 meter ten zuidoosten van het plangebied. Over deze route worden brandbare vloeistoffen, brandbare gassen, giftige vloeistoffen en giftige gassen vervoerd. Het invloedsgebied van de rijksweg A4 bedraagt respectievelijk 45 meter (brandbare vloeistoffen), 325 meter (brandbare gassen), 880 meter (giftige vloeistoffen) en meer dan 4000 meter (giftige gassen). Het invloedsgebied van de rijksweg A4 ligt, voor het transport van giftige gassen over het gehele plangebied heen. Het transport van brandbare vloeistoffen, brandbare gassen en giftige vloeistoffen is niet relevant voor dit plangebied. De rijksweg A4 heeft volgens de circulaire een plaatsgebonden risicocontour met een kans van 10-6 per jaar (PR10-6) van 13 meter en vormt daardoor geen belemmering voor het plangebied.

De Leidsestraatweg ligt op ongeveer 500 meter ten noordwesten van het plangebied. Over deze route worden brandbare vloeistoffen, brandbare gassen en giftige vloeistoffen vervoerd1. Het invloedsgebied van de Leidsestraatweg bedraagt respectievelijk 45 meter (brandbare vloeistoffen), 325 meter (brandbare gassen) en 730 meter (giftige vloeistoffen)2. Het invloedsgebied van de Leidsestraatweg ligt, voor het transport van giftige vloeistoffen voor een deel over het plangebied heen. De Leidsestraatweg heeft geen plaatsgebonden risicocontour met een kans van 10-6 per jaar (PR10-6)2.

De effecten van een ongeval met het transport van gevaarlijke stoffen over de Leidsestraatweg zijn vergelijkbaar met de effecten van een ongeval met het transport van gevaarlijke stoffen over de rijksweg A4.

2. Hoge druk aardgastransportleiding

Vanwege de aanwezigheid van een hoge druk aardgastransportleiding binnen het plangebied, valt het bestemmingsplan onder het 'Besluit externe veiligheid buisleidingen' (Bevb). In onderstaande tabel zijn de eigenschappen van deze leiding opgenomen. De hoge druk aardgastransportleiding heeft een PR10-6 contour wat ligt op de leiding zelf. Het groepsrisico ligt op 0,25 maal de oriëntatiewaarde. Deze berekening is gemaakt op basis van de oude situatie. Binnen het invloedsgebied van de hoge druk aardgastransportleiding ligt wijzigingsgebied 2. Hier vindt de ontwikkeling van woonbestemmingen plaats. Geadviseerd wordt om het groepsrisico te berekenen voor de nieuwe situatie en dit groepsrisico te verantwoorden bij de vaststelling van het bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0244GMariahoeve-50VA_0017.png"

Scenariobeschrijving

Naast de 'dagelijkse incidenten' die zich binnen het plangebied voor kunnen doen, zoals brand, wateroverlast of een aanrijding, gelden voor het transport van gevaarlijke stoffen over de rijksweg A4 en de hoge druk aardgastransportleiding de volgende meest waarschijnlijke en ergst denkbare scenario's.

1. Transport gevaarlijke stoffen

Het ergst denkbare scenario is een lekkage of het ineens vrijkomen van de totale hoeveelheid gevaarlijke stoffen van een tankwagen met een giftige vloeistof of giftig gas. Hoe groot de 3 effecten naar de omgeving zullen zijn, is afhankelijk van de stof (mate van giftigheid) en de hoeveelheid die is vrijgekomen. Daarbij hebben ook de weersomstandigheden een grote invloed op de verspreiding van de giftige stoffen. In het ergste geval kan dit leiden tot een invloedsgebied van meer dan 4000 meter vanaf de rijksweg A4. Gezien de afstand tot het plangebied is het mogelijk dat de aanwezigen in dat geval slachtoffer worden of overlijden wanneer de wind in de richting van het plangebied staat.

2. Aardgastransportleiding

Het meest waarschijnlijke en meest voorkomende ongeval is beschadiging van de buisleiding door grondwerkzaamheden. Hierbij kan aardgas uitstromen, maar aangenomen wordt dat door snel en accuraat optreden van alle betrokkenen (o.a. Gasunie en omwonenden) de ontstane gaswolk niet tot ontbranding zal komen.

Het ergst denkbare scenario is een grote breuk in de aardgastransportleiding die explosief tot ontbranding komt, waardoor een fakkelbrand ontstaat. Bij dit scenario is tot in de wijde omgeving de explosie merkbaar en kunnen er tot ongeveer 170 meter (1% letaliteitgrens) personen overlijden. Tot ongeveer 80 meter zullen er geen overlevenden zijn (100% letaliteitgrens). Daarnaast zullen er tot ongeveer 95 meter (10 kW/m2-grens) van de leiding secundaire branden kunnen ontstaan door de vrijgekomen hitte. Tot op ongeveer 185 meter (3 kW/m2-grens) bestaat de kans dat mensen eerstegraads brandwonden oplopen.

Geadviseerde maatregelen

In het bestemmingsplan is een belemmeringenstrook opgenomen voor de hoge druk aardgastransportleiding. Afgezien van deze belemmeringenstrook kunnen met het voorliggende bestemmingsplan geen maatregelen aan de risicobronnen worden getroffen. Onderstaande maatregelen zijn gericht op de beheersing en vermindering van de effecten van de eerder genoemde incidenten.

Effectreducerende maatregelen

Om de risico's te verkleinen wordt hieronder een aantal adviezen gegeven.

Ongeacht het incident (van een 'gewone' brand tot een incident op de rijksweg A4 waarbij giftige stoffen vrijkomen), heeft afschakelbare ventilatie een positieve invloed op het beperken van de schadelijke effecten, binnen de objecten in het plangebied, van de vrijgekomen stoffen.

A.   Om de gevolgen bij het vrijkomen van giftige stoffen te beperken, wordt geadviseerd om bij eventuele ver- en nieuwbouw van de verblijfsobjecten een technische voorziening te plaatsen, zodat de ventilatie met een eenvoudige handeling kan worden uitgeschakeld. Dit mag ook een handmatige handeling zijn. Deze maatregel geldt voor alle objecten die bestemd zijn voor het verblijf van mensen binnen het plangebied. Het is daarbij van belang dat ook ramen en ventilatieopeningen kunnen worden gesloten.  

Binnen het invloedsgebied van alle risicobronnen zijn verschillende objecten aanwezig waarin personeelsleden, bezoekers en verminderd zelfredzame personen verblijven.

B.   Geadviseerd wordt dat in de objecten waarin personeelsleden, bezoekers en/of verminderd zelfredzame personen zich kunnen bevinden, de personeelsleden of de BHV-organisatie is voorbereid op eventuele calamiteiten met gevaarlijke stoffen. Het gaat hierbij om calamiteiten die buiten de objecten kunnen plaatsvinden, maar effecten binnen de objecten kunnen hebben. Hierbij is het van belang dat zij ook weten hoe daarbij te handelen. Bijvoorbeeld om bezoekers en/of verminderd zelfredzame personen van de objecten te assisteren om zichzelf in veiligheid te brengen. Hierbij is het ook belangrijk dat dit wordt geborgd en structureel wordt geoefend. Bijvoorbeeld door middel van een plan ten behoeve van noodsituaties.  

Maatregelen ter bevordering van de zelfredzaamheid

Het is belangrijk dat de zelfredzaamheid van mensen wordt verhoogd en dat mensen veilig kunnen vluchten. Hiervoor is een vluchtweg vanuit het object, richting de omgeving, in een afgekeerde zijde van de hoge druk aardgastransportleiding van belang.

C.   Binnen het invloedsgebied van 170 meter van de hoge druk aardgastransportleiding is het belangrijk dat mensen veilig kunnen vluchten. Dit betekent dat bij ver- en nieuwbouw, onafhankelijk van de locatie van het incident, een vluchtweg vanuit het object wordt geadviseerd, via de tuin/gevel aan de afgekeerde zijde van deze risicobron. Dit geldt voor alle objecten die bestemd zijn voor het verblijf van mensen binnen het invloedsgebied.  

Om ervoor te zorgen dat mensen goed voorbereid zijn en weten hoe ze moeten reageren bij een ongeval met het transport van gevaarlijke stoffen over de rijksweg A4 of een ongeval met de hoge druk aardgastransportleiding, is het van belang dat zij hier vooraf over worden geïnformeerd. Op dit moment is er op regionaal niveau een (risicocommunicatie)campagne ontwikkeld, waarin o.a. deze aspecten worden behandeld. Mogelijk dat de gemeente Den Haag voor dit plangebied gebruik kan maken van de hulpmiddelen die onder andere in deze campagne zijn ontwikkeld.

D.   Geadviseerd wordt om bewoners, personeelsleden en vaste bezoekers binnen het invloedsgebied van de transportroute gevaarlijke stoffen rijksweg A4 en de hoge druk aardgastransportleiding, te informeren over de verschillende risico's en gevaren van de deze risicobronnen en de wijze van alarmeren en de wenselijke manier van reageren tijdens incidenten (risicocommunicatie). Dergelijke informatie dient op gezette tijden herhaald te worden, zodat het onderwerp onder de aandacht blijft.  

Maatregelen ten behoeve van de hulpverlening

Voor wat betreft de bereikbaarheid3 van hulpdiensten en bestrijdbaarheid4 van incidenten is het van belang dat de toegankelijkheid, opstelplaatsen en bluswatervoorzieningen voor dit plangebied voldoende zijn. Op dit moment zijn voor de bereikbaarheid van de hulpdiensten en de bluswatervoorzieningen, voor de bestaande situatie, geen nadere opmerkingen.

De bereikbaarheid van de hulpdiensten en bluswatervoorzieningen dienen voor de nieuw te ontwikkelen locaties, wijzigingsgebieden 1 en 2 en Isabellaland, nader te worden uitgewerkt.

E.   Geadviseerd wordt om, in relatie tot bereikbaarheid van de hulpdiensten en bluswatervoorzieningen, contact op te nemen met de heer R. de Gelder (088-886 9162) van de afdeling Risicobeheersing Den Haag van de Veiligheidsregio Haaglanden voor nadere afstemming over de inrichting van de nieuw te ontwikkelen locaties.  

Tot slot

In onderstaande tabel zijn de maatregelen samengevat die genomen kunnen worden om de risico's te beperken. In de tabel is een inschatting opgenomen van de bijdrage die een maatregel kan leveren aan de risicobeperking van een bepaald scenario.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0244GMariahoeve-50VA_0018.png"

De genoemde maatregelen worden in het kader van externe veiligheid (paragraaf 4.3 van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen en art. 12 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen) en art. 10 van de Wet veiligheidsregio's geadviseerd, deze kunnen ook een positief effect hebben op de (brand)veiligheid. Ook is het belangrijk dat in de verdere uitwerking van het plangebied, zoals bouwplannen, ook specifiek wordt gekeken naar de brandveiligheid. Hiervoor kunnen extra maatregelen benodigd zijn.

Ik verwacht dat dit advies voldoende informatie bevat om een verantwoording van het groepsrisico op te stellen en om maatregelen te kunnen treffen die de zelfredzaamheid, de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een zwaar ongeval verbeteren. Niet alle geadviseerde maatregelen kunnen worden opgenomen in dit bestemmingsplan, maar zijn bedoeld voor andere afdelingen binnen de gemeente. Deze maatregelen kunnen mogelijk binnen andere ruimtelijke plannen of door andere disciplines van de gemeente worden geborgd. Voorbeelden hiervoor zijn een bouwplan en/of een afdeling communicatie. Ik ga ervan uit dat de behandelaar van deze brief zorg draagt dat alle maatregelen bij de juiste afdeling van de gemeente Den Haag bekend worden gemaakt.

Reactie

De vestiging van bedrijven waarop het Bevi van toepassing is, is uitgesloten in de regels van het bestemmingsplan (zie algemene gebruiksregels). Door de VRH wordt verder geadviseerd om het groepsrisico te berekenen en te verantwoorden bij de vaststelling van dit bestemmingsplan voor de nieuwe situatie in de Schenkstrook (wijzigingsbevoegdheid 2). Als bijlage bij de toelichting is een berekening van het groepsrisico gemaakt. Hieruit blijkt dat de oriënterende waarde niet wordt overschreden. Daarnaast is ook in art. 35.3 opgenomen dat het wijzigingsplan moet worden voorzien van een verantwoording groepsrisico en dat er geen strijdigheid mag optreden met het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Verder wordt op de navolgende wijze invulling gegeven aan de door VRH geadviseerde maatregelen:

  • A. Dit advies zal door het gemeentelijk projectmanagement aan de initiatiefnemers worden doorgegeven.
  • B. De directie Communicatie van de Bestuursdienst gaat in samenwerking met de afdelingen Communicatie van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling en de Veiligheidsregio Haaglanden na welke activiteiten er noodzakelijk zijn op het gebied van risicocommunicatie. Op basis van deze analyse en het advies hierover worden vervolgens de noodzakelijke communicatieactiviteiten uitgevoerd.
  • C. Binnen het invloedsgebied van 170 meter van de hoge druk aardgastransportleiding kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen aan de situering van vluchtwegen. Op die manier is via de planregels geborgd dat bij de beoordeling van bouwplannen een vluchtweg kan worden voorgeschreven via de tuin/gevel aan de afgekeerde zijde van de risicobron.
  • D. Bovengenoemde acties op het gebied van risicocommunicatie (B) zijn ook van toepassing op maatregel D. Ten aanzien van de wijze van alarmeren kan daaraan nog worden toegevoegd dat het alarmeren van de bevolking tot voor kort plaatsvond met behulp van sirenes en door middel van huis-aan-huis meldingen door de hulpdiensten, eventueel met een geluidswagen. Beide systemen hebben beperkingen: een sirene geeft geen informatie over de ramp, huis-aan-huis gaan of een geluidswagen inzetten kost tijd. Sinds 11 juni 2012 kunnen bewoners van Den Haag snel geïnformeerd worden in geval van een (dreigende) calamiteit met gevaarlijke stoffen door de inzet van NL-Alert. NL-Alert is een nieuw waarschuwings- en alarmeringssysteem van de overheid voor de mobiele telefoon dat die beperkingen kan ondervangen. Door middel van cell-broadcasting kunnen bewoners in de nabijheid van een risicovol object tijdig worden gealarmeerd in geval van een (dreigende) calamiteit via een sms-bericht. NL-Alert beperkt zich niet alleen tot het waarschuwen maar meldt ook dát er iets aan de hand is en wat mensen moeten doen. Via de meldkamer van de regionale Brandweer wordt het bericht naar de dichtstbijzijnde GPRS-zendmast gestuurd. Omdat het bericht naar een specifiek zendgebied wordt gestuurd, kan informatie toegesneden op de situatie worden geleverd.
    De bevolking alarmeren met korte teksten naar mobiele telefoons is nieuw. De TU Delft heeft daarom via een webexperiment onderzocht wat voor type alarmberichten het duidelijks en effectiefst zijn. Een belangrijke voorwaarde is dat de berichten kort zijn. Om de ontvanger van een bericht tot actie te bewegen is van belang om in het tekstbericht de locatie van de (dreigende) ramp te vermelden.
    NL-Alert en cell-broadcasting zijn nog geen bekende begrippen. Bekendheid met de techniek is een voorwaarde, zodat de bevolking weet onder welke omstandigheden een bericht op een mobiele telefoon kan worden ontvangen. Met de invoering van dit alarmeringssysteem is ook een voorlichtingscampagne in Haaglanden gestart.
  • E. Dit advies zal door het gemeentelijk projectmanagement aan de initiatiefnemers worden doorgegeven.

4. TenneT

Met uw brief van 7september 2012 kenmerk DSO-SO/2012.6670, ontvingen wij de uitnodiging om uiterlijk 19 oktober 2012 een reactie te geven op het concept ontwerp-bestemmingsplan “Mariahoeve” van uw gemeente. Van deze mogelijkheid maakt Tennet TSO B.V. (verder te noemen Tennet) gebruik.

Belang TenneT

TenneT transporteert elektriciteit met een spanningsniveau van 110.000 Volt en hoger en beheert het hierbij behorende netwerk. Dit netwerk is als vitale infrastructuur aangemerkt en wordt om deze reden bewaakt, beheerd en onderhouden. Dit zijn onder andere hoogspanningsstations en ondergrondse en bovengrondse verbindingen. Waar nodig worden ook nieuwe bedrijfsmiddelen gerealiseerd. Om dit te kunnen realiseren wordt ruimte gezocht die, waar mogelijk en noodzakelijk, gereserveerd en veilig gesteld wordt voor nu en voor de toekomst.

Motivatie inspraakreactie

Langs de zuidoostgrens van het plan bevindt zich een gedeelte van onze in het onderwerp van deze brief vermelde bovengrondse 150.000 Volt transportverbinding, te weten het lijngedeelte tussen mast nr. 1 aan de Nicolaas Beetslaan in Voorburg en mast nr. 8 nabij de gemeentegrens en de N14.

De belemmerde strook (zakelijk rechtstrook) van deze verbinding bedraagt 55 meter, te weten 27,5 meter aan weerszijden van de hartlijn.

In het concept ontwerp-bestemmingsplan is door uw gemeente rekening gehouden met onze hoogspanningsverbinding. Ter bescherming van de belangen van TenneT verzoeken wij uw medewerking om de Regels enigszins aan te vullen. Dit is hieronder nader uitgewerkt en toegelicht.

Regels

Artikel 26– Leiding - Hoogspanning

In lid 26.4 is een omgevingsvergunningstelsel opgenomen. Op basis van onze ervaringen in de dagelijkse praktijk bij het door derden uitvoeren van werkzaamheden in de directe nabijheid van onze elektriciteitswerken en/of in de belemmerde strook, alsook omdat dit artikel ook betrekking heeft op een bovengrondse hoogspanningsverbinding, verzoekt TenneT uw medewerking om ter meerdere zekerheid dit lid nog met de volgende vetgedrukte passages te wijzigen en aan te vullen:

- sub 4: het indrijven van voorwerpen in de bodem en het oprichten ervan, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;

- nieuw lid 7: het aanleggen van kabels en leidingen.

Toelichting

In paragraaf 5.4 staat in de eerste regel onder Artikel 26 vermeld “hoogspanningsgasleiding”. Verzocht wordt om de toevoeging 'gas' te laten vervallen.

Overige informatie

TenneT wijst erop dat het bij het uitvoeren van onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan bovengrondse hoogspanningsverbindingen noodzakelijk kan zijn om rondom de mast en onder de traversen (de zij-armen') te beschikken over voldoende vrije werkruimte. Deze ruimte is bijvoorbeeld nodig bij het opstellen van het benodigde materiaal en materieel hiervoor, zoals treklieren en haspels. Daarnaast kan het in bepaalde gevallen nodig zijn om de gronden binnen de belemmerde strook van de verbinding tijdens werkzaamheden tijdelijk te ontruimen. Hierbij kunnen ook wegen, fiets- en wandelpaden worden afgesloten. Bij verdere en/of een gewijzigde uitwerking van het gebied verzoeken wij u op voorhand rekening te houden met een vrije werkruimte rondom de masten van minimaal 50 bij 50 meter.

In het algemeen is TenneT geen voorstander om gronden onder een hoogspanningsverbinding aan te wenden voor doeleinden die gepaard gaan met verhoogde mensenconcentraties, maar kunnen het op grond van de normen die gelden voor de elektrische veiligheid niet verbieden. Wel wijst TenneT op het risico van het neervallen van ijs(pegels), sneeuw en/of verontreinigingen vanaf de masten en/of de fase- en bliksem- draden bij bepaalde weersomstandigheden.

Voor zover u voornemens bent om gronden onder de hoogspanningsverbinding aan te wenden voor gevoelige bestemmingen, willen wij u graag wijzen op het voorzorgsprincipe zoals dat door het ministerie van I&M is verwoord.

Verder vraagt TenneT nieuwe inrichtings- of andere ruimtelijke plannen, besluiten en/of werkzaamheden tijdig te bespreken. Bijvoorbeeld tijdens het (voor)overleg voor deze nieuwe plannen en besluiten. Hiervoor kunt u contact opnemen met de afdeling Grondzaken, postbus 718, 6800 AS Arnhem of via het email-adres grondzaken

Reactie

De toelichting is conform het verzoek van Tennet aangepast. Het aanleggen van kabels en leidingen is opgenomen in de regels. De lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair zijn geschrapt onder sub 4. Dit betreffen bouwwerken die onder de bouwregels van dit artikel vallen. Om die reden is de zinssnede 'het oprichten ervan' niet overgenomen. Op dit moment is een verdere en/of een gewijzigde uitwerking van het gebied binnen een straal van 50 meter van de masten niet voorzien. Ook is het aanwenden van gronden onder de hoogspanningsverbinding voor gevoelige bestemmingen niet voorzien. Als gevolg van de dubbelbestemming Leiding-Hoogspanning zal in het laatste gebied, indien hiervan sprake zou zijn schriftelijk advies worden ingewonnen bij de beheerder van de betrokken leiding.

5. N.V. Nederlandse Gasunie

Planregels

In artikel 36.3 maakt u het mogelijk om de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsbevoegdheid - 2' te wijzigen met inachtneming van de in het artikel opgenomen regels. Wij wijzen u erop dat binnen deze wijzigingsbevoegdheid een gastransportleiding ligt. Op dit moment wordt onvoldoende rekening gehouden met de aanwezigheid van de gastransportleiding. Wij verzoeken u de wijzigingsbevoegdheid uit te breiden met de volgende bepalingen:

i. voordat tot wijziging wordt overgegaan, daar waar de bestemming samenvallen met de dubbelbestemming ‘Leiding-Gas’, schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder;

j. in het wijzigingsplan een verantwoording is opgenomen ten aanzien van externe veiligheid voor wat betreft het groepsrisico;

k. geen strijdigheid mag optreden met het Besluit externe veiligheid buisleidingen.

Toelichting

Uit paragraaf 4.3.5 'Inrichtingen' van de plantoelichting lijkt te kunnen worden opgemaakt dat er zich 3 meet- en regelstation van Gasunie zich binnen het plangebied. Van Gasunie bevinden zich enkel twee afsluiterschema's binnen het plangebied en deze bevinden zich binnen de opgenomen belemmeringenstrook. Wij verzoeken u duidelijk aan te geven dat de drietal genoemde gasdrukregel- en meetstations geen onderdeel uitmaken van het gasunie netwerk.

Voor de volledigheid willen wij u erop wijzen dat er zich twee gastransportleidingen binnen de plangrenzen bevinden. Beiden zijn juist op de verbeelding weergegeven maar worden niet juist in paragraaf 4.3.2 'Buisleidingen' benoemd. Van de gastransportleiding W-514-16 benoemd u de routekaarten (KR-...), er bevinden zich echter meer routekaarten binnen de plangrenzen. Wij verzoeken u dan ook om de specificatie van de routekaarten achterwege te laten.

De tweede gastransportleiding is een vertakking van de W-514-16 naar de brandweerkazerne en heeft het leidingnummer W-514-18. De gastransportleiding W-514-18 heeft een diameter van 2 inch en een ontwerpdruk van 40 bar.

Reactie

De regels en de toelichting zijn conform het verzoek van de Gasunie aangepast.

6. Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging

In de toelichting wordt in hoofdstuk 4.6 het groen beschreven. Bij het onderwerp Ontwikkelingsvisie Stedelijke Ecologische Verbindingszones wordt de Schenkstrook beschreven. De tijd staat niet stil. Inmiddels is door de aanleg van natuurlijke oevers langs de tankgracht en door het weiland van Reigersbergen Mariahoeve verbonden met de Oostduinen en vormt nu mede deel uit van de verbinding tussen de Oostduinen en het achterliggende polderland. Neem ook dit op in de toelichting.

U neemt in hoofdstuk 4.6 een uitsnede op uit Groen kleurt de stad (fig. 13). Maar op de digitale plankaart komen de ecologische verbindingen niet voor. Alles heeft de zelfde kleur groen. Ook in de legenda komen ze niet voor. Aangezien alleen de kaart bindend is wil ik er op aandringen de ecologische verbindingen duidelijk op de kaart te zetten.

Reactie

In de toelichting is in paragraaf 4.6 het vastgestelde beleid opgenomen. De door de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging genoemde uitbreiding zal tezijnertijd bij het vaststellen van nieuw beleid beoordeeld worden.

In Den Haag zijn een groot aantal stedelijke ecologische verbindingszones aangewezen. De uitsnede van de kaart in hoofdstuk 4.6 is overigens uit de Ontwikkelingsvisie Stedelijke Ecologische Verbindingszone. Het onderschrift van deze kaart is aangepast.

Naar aanleiding van vragen is in november 2011 (RIS 181751) aangegeven hoe in bestemmingsplannen wordt omgegaan met het bestemmen van deze zones. Voor stedelijke ecologische verbindingszones is het uitgangspunt dat de bestemming Groen wordt toegepast. Binnen deze bestemming is voldoende bescherming voor de stedelijke ecologische verbindingszones. In het geval dat de stedelijke ecologische verbindingszone over meerdere bestemmingen is gelegen, kan de dubbelbestemming Waarde-Ecologie worden gebruikt. Bij een stedelijke ecologische verbindingszone binnen één of een beperkt aantal bestemmingen zou gebruik kunnen worden gemaakt van de functieaanduidingen ‘ecologische verbindingszone’ of ‘ecologische waarde’ als de ecologische verbinding niet het overheersende gebruiksdoel is, maar het gebied mede bestemd is voor het in stand houden of stimuleren van ecologische waarden als onderdeel van een stedelijke verbindingszone.

Het grootste deel van de Schenkstrook die is aangegeven als een stedelijke ecologische verbindingszone heeft reeds de bestemming Groen. Voor de overige bestemmingen gelegen in de Schenkstrook is de functieaanduiding 'ecologische verbindingszone' op de kaart opgenomen. Dit geldt voor de bestemmingen 'Kantoor', 'Bedrijf', 'Recreatie' en 'Wonen-3'.

7. Wijkberaad Mariahoeve

De reactie van het Wijkberaad Mariahoeve is uitgebreid en betreft verschillende onderwerpen. Om deze redenen is ervoor gekozen om per onderwerp een reactie te geven.

Ad project 3 op blz 32 en blz 51 van de toelichting:

Woningbouw Ametisthorst op het voormalige terrein van garage Mooiman.

Op blz. 51 wordt gesteld dat ``voor deze locatie een initiatief is ingediend om 18 woningen te bouwen. De locatie van de woningen wordt d.m.v. bouwvlakken voorzien van een maximale hoogte opgenomen op de plankaart. De relevante onderzoeken zijn als bijlage bij de toelichting gevoegd``.

Op de plankaart zijn op deze locatie de bestemmingen Wonen-1 met een bouwhoogte van 10 m en Wonen-2 met een reeks getallen die met het blote oog niet zijn te ontcijferen, opgenomen.

Verder ontbreekt bij de toelichting de bijlage. Volgens informatie aan het wijkberaad is de grond wel gesaneerd maar is nog niet bekend of deze geschikt is voor woningbouw.

  • 1. Het Wijkberaad Mariahoeve gaat alleen dan akkoord met de bouwhoogte van 10 meter als er tussen de gevel van de bestaande bouw en de gevel van de nieuwbouw 10 meter onbebouwde grond overblijft. Indien dit niet te realiseren valt, houdt het WM zich aan de oorspronkelijke hoogte van de garage Mooiman, waarvan indertijd de hoogte maximaal 7 meter was. In dit geval dus 7 meter bouwhoogte en 7 meter onbebouwde grond tussen de 2 gevels. De reden om de bouwhoogte en het onbebouwde tussenstuk in relatie tot elkaar te bezien, is het garanderen van voldoende lichtinval in de bestaande bouw.
  • 2. Het WM ontvangt graag zo snel mogelijk de cijfers, die op de plankaart bij Wonen-2 worden bedoeld.
  • 3. Graag ontvangt WM de ontbrekende bijlage, zodat het WM nader kan bezien of de grond van deze locatie hoe dan ook, geschikt is voor woningbouw.
  • 4. In de extra vergadering van Wijkberaad Mariahoeve, d.d .16 oktober j.l. vroeg men aandacht voor de parkeerdruk in dit deel van de wijk Mariahoeve. De druk op parkeren en de verkeerintensiteit is tijdens de haal – en brengmomenten van de Waalse Louise de Coligny school enorm. Het vestigen van 18 gezinnen hierbij ziet men met grote zorgen tegemoet. WM mist het opnemen van een kiss en ride strook bij de Louise de Coligny school.

Reactie

  • 1. Tussen de gevel van de bestaande bouw en de gevel van de nieuwbouw is circa 15 meter gelegen. De locatie heeft een W-1 bestemming (op de analoge kaart is dit de eerste lijn gezien vanaf de gevel van het bestaande gebouw). Binnen dit bestemmingsvlak is een bouwvlak opgenomen (dit is de tweede lijn gezien vanaf de gevel van het bestaande gebouw).
  • 2. De reeks getallen die op de analoge kaart zijn opgenomen, betreffen de huisnummers van dit gebouw. Deze cijfers zijn opgenomen in de topografische ondergrond om het vinden van een specifieke locatie te vergemakkelijken. Deze maken onderdeel uit van de topografische ondergrond en hebben verder geen juridische betekenis.
  • 3. In de Wet bodembescherming is het uitgangspunt dat de bodem geschikt moet zijn voor het voorgenomen gebruik, in dit geval woningbouw. Of de bodem geschikt is voor het voorgenomen gebruik wordt getoetst bij het verlenen van de wabovergunning (bouwvergunning). Uit onderzoek blijkt dat op dit moment de bodem (nog) niet geschikt is. Daarom zullen maatregelen (beperken van blootstelling aan, beperken van bestrijden of het treffen van andere beheersmaatregelen) genomen moeten worden om de bodem geschikt voor het beoogde gebruik te maken. In de bijlagen van de toelichting van dit bestemmingsplan zijn de relevante onderzoeken opgenomen.
  • 4. Bij het verlenen van de wabovergunning zal tevens worden getoetst op de parkeernormen zoals deze zijn opgenomen in de bijlage van de regels. Het opnemen van een kiss en ride strook bij de Louise de Coligny school is een feitelijke (verkeers) maatregel. Dergelijke maatregelen worden niet door het bestemmingsplan gereguleerd. Het verzoek om een dergelijke strook kan worden gedaan bij de wegbeheerder van het stadsdeel Haagse Hout. Aan het wijkberaad is een contactpersoon doorgegeven.

Ad project 7 op blz 32 van de toelichting

Isabellaland, bebouwing op voormalig sportterrein

Volgens de toelichting op blz. 32 wordt hier voorzien in de nieuwbouw van het St Paul College maar ook in ca. 36 appartementen en ca. 80 eengezinshuizen. Op dit terrein is een uit te werken bestemming ``Wonen/uit te werken bestemming`(art 24 van de regels) gelegd, waarbij is bepaald dat per bestemmingsvlak niet meer woningen mogen worden gerealiseerd dan op de plankaart is aangegeven. Op de plankaart is aangegeven 80 woningen met een hoogte van 10 m en 36 appartementen met een hoogte van 21 m.

  • 1. Het Wijkberaad Mariahoeve is niet tegen woningbouw op deze locatie. Wel stellen we vraagtekens bij het volume van het aantal woningen. Een kwart minder woningen zou wellicht meer “lucht geven aan deze verdichting. WM is enthousiast over het idee om hier particulier opdrachtgeverschap toe te passen(=verkoop kavels aan particulieren, die binnen een bepaald bouwbestek hun eigen huis aldaar kunnen realiseren). WM denkt dat deze variant van woningbouw een positief effect heeft op de upgrading van deze buurt van Mariahoeve.
  • 2. De verkeersontsluiting van woningbouw kan alleen maar via Isabellaland. Buiten het feit dat de straat Isabellaland te smal is voor 2-richtingsverkeer zal de verkeersintensiteit op deze straat behoorlijk toenemen. Dit is geen wenselijke ontwikkeling. Daarom verzoekt WM om een 2e ontsluitingsweg direct met de Hofzichtlaan of verbreding van de straat Isabellaland.
  • 3. Het parkeren zal op eigen terrein of onder de woningen moeten plaats vinden. WM ziet dit graag opgenomen in het bestemmingsplan.
  • 4. In artikel 24 ontbreekt het door de jurisprudentie vereiste toetsingscriterium nl dat door deze bebouwing geen onevenredige schade mag worden aangebracht aan het woon- en leefmilieu van de omwonenden.

Reactie

  • 1. De uit te werken bestemming is in het ontwerp bestemmingsplan vervangen door de bestemmingen Wonen-4, Groen en Verkeer-Straat. Deze locatie zal worden gebruikt ten behoeve van het Kleinschalig Opdrachtgeverschap. De woonbestemmingen zijn nader ingevuld door de bepalingen in de regels in combinatie met de maatvoeringsaanduidingen op de plankaart. Ook het maximaal aantal woningen is afgenomen. De uiteindelijke afname is pas te berekenen als de gehele locatie is ingevuld. Het is namelijk mogelijk om twee kavels af te nemen en hier één woning te bouwen.
  • 2. In het samenspraakdocument van maart 2008 (overzicht van thema's/onderwerpen die bewoners en overige betrokken hadden op het concept visiedocument Mariahoeve) is door omwonenden juist verzocht om te voorkomen dat er een sluiproute/ontsluiting via het ir. van der Sluijsplantsoen als gevolg van nieuwe ontwikkelingen op het sportcomplex Duinoord/de Jagers komt. In reactie hierop is het volgende aangegeven: "de doodlopende straatjes in van het ir. Van der Sluijsplantsoen in combinatie met de uitgiftesituatie het lastig maakt om nieuwe woningen op het sportcomplex via de Hofzichtlaan te ontsluiten. In het kader van de herontwikkeling wordt bezien op welke wijze nieuwe ontwikkelingen het beste ontsloten kunnen worden.Uitgangspunt is ontsluiting via het Isabellaland. In het daaropvolgende projectdocument Gebiedontwikkeling Mariahoeve is aangegeven dat de stedenbouwkundige opzet ontleend is aan de opzet van Mariahoeve en de ontsluiting vanaf Isabellaland. Door de geïsoleerde ligging van het plangebied is de locatie op te vatten als een enclave, dat alleen langs Isabellaland echt aan de wijk gekoppeld is. Deze zone langs Isabellaland is daarom qua typologie gekoppeld aan het bestaande profiel van Isabellaland. Deze typologie bestaat uit grote gebouwen in een groene setting. Tussen deze gebouwen is de ontsluitingsweg gesitueerd die het achterliggende 'schiereiland' ontsluit. Isabellaland is een buurtontsluitingsweg. Hoewel door de ontwikkeling het aantal verkeersbewegingen zal toenemen is, kan het Isabellaland deze toename aan. Zowel het profiel en de capaciteit voor het verwerken van de verkeersbewegingen is door de Afdeling Verkeer als voldoende beoordeeld. Hierbij opgemerkt dat hierbij is getoetst aan een maximaal aantal woningen van 116 (uitgangspunt van het eerdere projectdocument).
  • 3. Bij het verlenen van de wabovergunning zal worden getoetst op de parkeernormen zoals deze zijn opgenomen in de bestemming Wonen-4 alsmede aan de parkeernormen zoals opgenomen in de bijlage van de regels. In het plangebied zal parkeren plaatsvinden op eigen gronden (al dan niet verdiept) en op het openbare gebied (binnen de verkeersbestemming en in het centrale gedeelte van het plangebied).
  • 4. Art. 24 is in het ontwerp bestemmingsplan geschrapt. Deze locatie is nader ingevuld met de bestemmingen Wonen-4, Groen, Verkeer-Straat.

Ad project 8 op blz 32 en blz 52 van de toelichting

Hongarenburg/Finnenburg 2e fase.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de gronden op de groene dwars-as van de wijk met op plankaart de bestemming “Wonen-1” ter plaatse van de gebiedsaanduiding “wro-zone – wijzigingsbevoegdheid -1 te wijzigen. Het betreft met name de punten “a. het aantal woningen niet meer mag bedragen dan 95” en “punt c. de hoogte van de bebouwing niet meer mag bedragen dan 39 meter uitgevoerd in maximaal 11 bouwlagen.” Deze wijzigingsbevoegdheid heeft betrekking op de voorgenomen bouw van een zeer massief appartementenblok op de betreffende locatie tussen de Finnenburg en Hongarenburg. Overigens wordt dit gebied op ruimtelijkeplannen.nl als wonen–2 aangeduid. Het is dus onduidelijk wat de gemeente hier precies beoogt.

  • 1. Het Wijkberaad Mariahoeve is tegen het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid van deze locatie in het Bestemmingsplan Mariahoeve. WM adviseert een bestemming Wonen-1 met een bouwhoogte van maximaal 13 meter, zoals oorspronkelijk is bestemd. WM motiveert het bezwaar tegen de wijzigingsbevoegdheid aan de hand van het voorgenomen bouwplan op de locatie, in relatie tot de groene dwars-as van de wijk. Het plan voor de invulling van de tweede fase van “de nieuwe Maria's” betreft een gebouw van 39 meter hoog (tot 11 woonlagen en 2 parkeerlagen). Het zal 94 appartementen bevatten. Dat komt neer op ca. 200 woningen per ha. Het neemt het grootste deel van het perceel in beslag. Het betreft een schaalsprong in de buurt met eengezinswoningen zonder precedent. De geplande nieuwbouw is even hoog als de dichtstbijzijnde bestaande toren, maar bevat twee keer zoveel woningen en neemt vier keer zoveel grondoppervlak in.

De bezwaren zijn:

    • a. Het gebouw is te hoog en heeft een te groot volume, gezien het kleine perceel waarop het gebouw moet komen (een halve hectare).
    • b. Het gebouw staat zeer dicht op de omliggende woningen aan de Hongarenburg, op zijn dichtst nabij nog geen 18 meter.
    • c. Rond het gebouw ontstaan restruimtes: ongedefinieerde ruimtes die onaantrekkelijk en deprimerend zijn.
    • d. Het gebouw leidt mogelijk tot grote parkeeroverlast: er is per appartement één inpandige parkeerplek, terwijl de doelgroep (tweeverdieners in het middelhoge tot hoge prijssegment) voor de appartementen eerder 2 auto's per woning heeft. Aangezien de enige ingang aan de Hongarenburg ligt, zullen daar veel auto's geparkeerd worden.
    • e. Het gebouw leidt tot meer verkeer: alle auto's moeten via de Hongarenburg, tegenover het speelpleintje, vertrekken. Met gevolgen voor de veiligheid, vooral voor de kinderen.
    • f. Een grote schaduwwerking.
    • g. Bovengenoemde punten leiden tot verminderd woonplezier en leiden tot waardedaling van de om liggende huizen.

Reactie

  • a. De locatie Hongarenburg/Finnenburg is geen op zichzelf staande ontwikkeling maar maakt deel uit van een grotere herontwikkeling. Uitgangspunt van het beleid, zoals dit is weergegeven in de Structuurvisie Den Haag 2020 en de Toekomstvisie Mariahoeve, is er op gericht het aantal woningen in de bestaande stad te vergroten door verdichting. Bij sloop/nieuwbouw wordt om deze reden een terugbouwpercentage van circa 70% gehanteerd. Oorspronkelijk stonden op deze locatie (zowel fase 1 als 2) 236 huurwoningen. In de 1e fase zijn hiervoor 88 eengezinswoningen voor teruggekomen. Op het resterende deel van deze locatie is een appartementengebouw voorzien. De herontwikkeling van de gehele zuidoostelijke rand is gebaseerd op één ruimtelijk concept. De gestapelde bouw wordt geclusterd op de aansluitingen van de deelgebieden op het stedelijk netwerk van Mariahoeve; in onderhavig geval betreft dit de centrale dwarsas.
  • b. In dit bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Deze ontwikkeling zal echter nog nader uitgewerkt moeten worden in een wijzigingsplan. In dit wijzigingsplan zal een nadere invulling aan de ontwikkeling worden gegeven (door onder andere het opnemen van een of meerdere bouwvlakken). Op dat moment is de exacte afstand tussen de gebouwen bekend en meetbaar.
  • c. In dit bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Bij de aanvraag van de wabovergunning komt de inrichting van de openbare ruimte aan de orde. In deze procedure worden aspecten als restruimtes bezien en worden daarvoor oplossingen gezocht.
  • d. Het parkeren is een onderdeel van het verkeers- en vervoersbeleid van de gemeente. Voor de gehele stad heeft de gemeenteraad parkeernormen vastgesteld. Ook voor het onderhavige plangebied gelden deze normen. In de regels wordt verwezen naar deze normen en deze zijn ook als bijlage bij de regels gevoegd. Het onderhavige plan voldoet hiermee aan de parkeereisen die voor een dergelijke ontwikkeling zijn gesteld.
  • e. Het speelveld is op dit moment al langs de buurtontsluitingsweg Hongarenburg gelegen. De ligging van het speelveld zal door de ontwikkeling niet wijzigen. Wel zullen het aantal verkeersbewegingen ter plaatse toenemen. Bij het ontwerpen van de openbare ruimte zal ook het aspect verkeersveiligheid en de wijze van ontsluiten van het woongebouw aan de orde komen.
  • f. In Den Haag wordt voor wat betreft de bezonning gewerkt met een Haagse bezonningsnorm. Deze norm gaat van een ondergrens van tenminste 2 mogelijke bezonningsuren per dag in de periode van 19 februari tot 21 oktober, uitgaande van een zonhoogte van meer dan 10 graden. De bezonning van gevels is hierbij maatgevend. Bij het wijzigingsplan zal rekening worden gehouden met de Haagse bezonningsnorm.
  • g. Op grond van art. 6.1 Wro kan een aanvraag om een tegemoetkoming in de planschade binnen 5 jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingplan worden ingediend. Voor onderhavige locatie is dit echter pas mogelijk na het onherroepelijk worden van het wijzigingsplan. In deze procedure worden verschillende aspecten beoordeeld, bezonning is daar één van. Of sprake is van schade die het maatschappelijk risico (van 2% van de waarde van de woning) overschrijdt wordt advies ingewonnen bij een onafhankelijk adviesbureau.

Ad project 14 op blz 33 van de toelichting

Vuurvlinder (Diamanthorst 10)

Het is alom al bekendgemaakt dat de nieuwbouw van deze school zal worden gerealiseerd naast het Diamant College en dat op het terrein van de school woningbouw zal worden gerealiseerd. Deze ontwikkeling is niet opgenomen in het plan.

Gelet hierop acht WM voldoende aanleiding aanwezig om deze ontwikkeling in het plan op te nemen en in ieder geval de bestemming “Maatschappelijk” op het terrein van het oude schoolgebouw niet te handhaven. Dit om vertraging van sloop en woningbouw te voorkomen.

  • 1. WM verzoekt de mogelijkheid te bezien van herhuisvesting cq nieuwbouw op de locatie van Het Kruispunt en dit in het bestemmingsplan op te nemen. Indien het Kruispunt daadwerkelijk zijn deuren gaat sluiten, is deze locatie volgens het WM een beter geschikte locatie voor De Vuurvlinder dan aan de andere kant van het Diamant College. De aantasting van het groen van wijkpark de Horst zal hierdoor veel minder groot zijn.
  • 2. Ook dit deel van Mariahoeve staat onder druk wat betreft parkeren en verkeersintensiteit. Hier moet zeker aandacht aan besteed worden. WM mist het opnemen van een kiss en ride strook bij de Britse school aan de Saffierhorst.

Reactie

In het bestemmingsplan is de huidige locatie van de Vuurvlinder gehandhaafd. Hoewel er plannen zijn (dit wordt ook aangegeven in de toelichting in paragraaf 3.3.4.3), zijn deze op dit moment niet concreet genoeg om de school in planologisch opzicht te verplaatsen.

  • 1. Deze locatie heeft de bestemming Maatschappelijk. Binnen deze bestemming is onderwijs reeds mogelijk. Onderwijs is echter wel een geluidsgevoelige functie. Het vestigen van een dergelijke functie is mogelijk mits de voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder niet wordt overschreden of daarvoor een wijzigingsbevoegdheid inclusief de procedure hogere grenswaarde is doorlopen. Wel is ter plaatse in het kader van de flexibiliteit een bouwpercentage opgenomen in plaats van een bouwvlak.
  • 2. Het opnemen van een kiss en ride strook bij de Britse school aan de Saffierhorst is een feitelijke (verkeers) maatregel. Dergelijke maatregelen worden niet door het bestemmingsplan gereguleerd. H Het verzoek om een dergelijke strook kan worden gedaan bij de wegbeheerder van het stadsdeel Haagse Hout. Aan het wijkberaad is een contactpersoon doorgegeven.

Ad project 3 op blz 32 en blz 51 van de toelichting

Gebiedsontwikkeling/Winkelcentrum Het Kleine Loo

Er zijn uitsluitend plannen voor optimalisatie van het winkelcentrum; deze betreffen een herontwikkeling binnen het huidige bouwvlak.

  • 1. Wijkberaad Mariahoeve zou van de gebiedsontwikkeling Het Kleine Loo meer in het bestemmingsplan zien willen worden opgenomen. Allereerst de distributiestraat achter het winkelcentrum, grenzend aan het wijkpark. Dit is geen prettig verblijfsgebied. Verzoek om deze achterkant te verlevendigen door er verkooppunten te vestigen (kleine winkelunits) en het laden/lossen van de bevoorrading van de winkels te minimaliseren cq een andere oplossing voor te zoeken. En een betere aansluiting tot het park te maken.
  • 2. WM wil de groene dwars-as tussen Schenkzone en gebied Reigersbergen verbeterd zien. De door de wijkbewoners zeer gewenste groene dwars-as tussen landgoed Reigersbergen en de Schenkstrook (één van de Stedelijke Ecologische Verbindingszones in Den Haag), is ons inziens het sterkste punt uit de documenten “Toekomstvisie Mariahoeve Den Haag – Gebiedsontwikkeling het Kleine Loo – Stedenbouwkundig raamwerk (RIS180841A_ 1 juli 2011)” en “Het stedenbouwkundig kader Finnenburg Margarethaland Mariahoeve (RIS180767b_24 juni 2011)”. Het versterken van deze as geeft ontzettend veel ruimtelijke kwaliteit aan de gehele wijk. Helaas dreigt deze groene dwars-as in de huidige planvorming van de gemeente pontificaal geblokkeerd te worden door het geplande bouwplan Hongarenburg/Finnenburg en het uitblijven van een aanpassing in of om het winkelcentrum Het Kleine Loo.
  • 3. Ondanks het breed gesteunde idee van de Groene Dwars-as en ondanks de virtuele belangrijke dwarsverbinding tussen Hongarenburg en Finnenburg in de vorm van een mooie grote rode pijl in de plankaart van “Het stedenbouwkundig kader Finnenburg Margarethaland Mariahoeve (RIS180767b_24 juni 2011)”, is er op de planlocatie niet voorzien in een werkelijke dwarsverbinding voor fietsers tussen Hongarenburg en Finnenburg. En dat over de complete lengte van de Hongarenburg: bijna 700 meter. Fietsers, scooters en brommers maken nu allemaal gebruik van de stoep langs, en in eigendom van, de VVE Nieuwe Maria's privétuinen. De huidige situatie is gevaarlijk voor met name op de stoep spelende kleine kinderen. Wij willen derhalve het fietspad graag opgenomen zien in het bestemmingsplan.
  • 4. Door of vlak langs het Winkelcentrum Het Kleine Loo dient de groene dwars as versterkt te worden, zodat de aansluiting via het wijkpark De Horst naar het gebied Reigersbergen wordt hersteld.

Reactie

  • 1. In het bestemmingsplan heeft het winkelcentrum de bestemming Centrum. Binnen deze bestemming is onder meer detailhandel mogelijk. Op basis van het bestemmingsplan is het mogelijk om aan de achterzijde winkelunits te realiseren. Of realisatie van dergelijke winkelunits plaats zal vinden is een keuze van de eigenaar/ontwikkelaar van het winkelcentrum. Het laden/lossen ten behoeve van de winkels c.q. een andere oplossing is een feitelijke maatregel die niet door het bestemmingsplan wordt gereguleerd.
  • 2. Verzocht wordt om een betere aansluiting tot het park. Éen van de doelen van de Toekomstvisie Mariahoeve/Nota van Uitgangspunten Gebiedsontwikkeling Het Kleine Loo is om het park een adres te geven aan het Kleine Loo en deze voor heel Mariahoeve beter te ontsluiten. Zoals in de toelichting is aangegeven (paragraaf 3.3.4.3.) zijn hier op dit moment geen initiatieven om het winkelcentrum aan te passen. Deze ontwikkeling is daarom nog niet concreet genoeg om op te nemen in dit bestemmingsplan. Het bouwplan op de locatie Hongarenburg/Finnenburg is geen beletsel voor de groene dwarsas. Al in de toekomstvisie Mariahoeve waren voor deze locatie bouwplannen opgenomen.
  • 3. De gemeente heeft geen gronden in eigendom in deze strook. De aanleg van een langzaamverkeersverbinding tussen het Hongarenburg/Finnenburg zal na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid onderdeel uitmaken van de inrichting van de openbare ruimte op de locatie Hongarenburg/Finnenburg.
  • 4. In verband met de gewijzigde economische omstandigheden zijn in het Investeringsprogramma Stedelijke Ontwikkeling (IpSO) keuzes gemaakt in welke gebieden de gemeente investeert qua inzet, middelen en capaciteit. Op dit moment zijn er geen financiele middelen opgenomen in het IpSO om de groene dwarsas te versterken.

Inhoudelijke tekstwijzigingen:

  • Blz 23 art 2.5.4 - Op Het Kleine Loo zij 2 apotheken ipv 1.
  • Blz 24 art 2.5.7. De twee Britse scholen in de wijk ook noemen .

Reactie

Deze opmerkingen zijn verwerkt in de toelichting.