direct naar inhoud van 4.8 Bodem
Plan: Mariahoeve
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0244GMariahoeve-50VA

4.8 Bodem

4.8.1 Algemeen

Op 1 januari 2006 is de wijziging van de Wet bodembescherming (Wbb) in werking getreden. Vertrekpunt van de nieuwe Wbb is dat in het merendeel van de gevallen van bodemverontreiniging, de daadwerkelijke bodemsanering wordt meegenomen in de ontwikkeling dan wel herontwikkeling van plangebied of projectlocatie.

De wettelijke doelstelling is voortaan functiegericht. Vroeger moesten alle functies van de bodem worden hersteld maar dit bleek in de praktijk lastig haalbaar. Hoge kosten en langdurige saneringen zorgden van stagnatie. De gewijzigde wet houdt rekening met het gebruik van de bodem en de (im)mobiliteit van de verontreiniging. De volgende uitgangspunten overheersen:

  • a. het geschikt maken van de bodem voor het voorgenomen gebruik;
  • b. het beperken van blootstelling aan en de verspreiding van de verontreiniging;
  • c. het wegnemen van actuele risico's.
4.8.2 Ontwikkelingen in het plangebied

Ametisthorst

Voor deze ontwikkeling is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (NEN2012.0206, Bijlage 7 van de toelichting). Ter plaatse zijn in de grond en in het grondwater overschrijdingen van de achtergrond- en streefwaarde vastgesteld. Voor de lichte verontreinigingen behoeft geen nader onderzoek te worden aanbevolen. Voor de matige verontreiniging met koper (overschrijding van het criterium voor nader bodemonderzoek uit de Wet bodembescherming) wordt een nader onderzoek aanbevolen naar de omvang van de verontreiniging. Dit om na te gaan of mogelijk sprake is van een, volgens de Wet bodembescherming, zogenaamd geval van ernstige bodemverontreiniging. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging indien meer dan 25 m3 grond is verontreinigd boven de interventiewaarde. Hiertoe dienen aanvullende boringen te worden geplaatst en analyses te worden verricht van de grond rondom de aangetoonde verontreinigingen.

Uit het voorgaande rapport blijkt dat er verontreinigingen zijn geconstateerd. Voor de beoogde functie Wonen zijn saneringsmaatregelen nodig. Voordat zal worden aangevangen met de bouw dient de bodem geschikt te zijn voor de beoogde functie. Om dit te borgen is in de bouwregels van de bestemming Wonen-1 opgenomen dat bouwen ter plaatse van de Ametisthorst mogelijk is nadat de bodem geschikt is gemaakt voor de beoogde functie.

Isabellaland

Voor deze ontwikkeling is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (NEN2012.0206, Bijlage 7 van de toelichting). Uit dit onderzoek blijkt dat de aangetoonde lichte verontreinigingen in de grond, het grondwater en de waterbodem geen aanleiding geven tot het uitvoeren van nader bodemonderzoek. De locatie is geschikt voor het beoogde toekomstige gebruik, zijnde woningbouw.