direct naar inhoud van 5.3 Verantwoording van bestemmingen
Plan: Smidsplein e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0239ESmidsplein-51VA

5.3 Verantwoording van bestemmingen

Het bestemmingsplan heeft als doel het juridisch-planologisch mogelijk maken van de nieuwbouw voor de Hoge Raad der Nederlanden, alsmede het vastleggen van de bestaande ruimtelijke structuur in een juridisch-planologisch kader.

Beleidskader   Vertaling in het bestemmingsplan  
Ruimtelijk Beleid    
De Structuurvisie Den Haag 2020 bepaalt dat langs doorgaande wegen en groen bij herstructurering in principe wordt uitgegaan van een bouwhoogte van minimaal vijf lagen
 
De doorgaande weg in het plangebied waar van een bouwhoogte van minimaal vijf lagen wordt uitgegaan is het Korte Voorhout. Reeds onder het bestemmingsplan uit 1989 werd aan de ambitie van de Structuurvisie voldaan. Met de nieuwbouw van de Hoge Raad wordt hier opnieuw invulling aan gegeven.  
Cultuurhistorie en archeologie    
Aanwijzing beschermd stadsgezicht
Het plangebied maakt deel uit van het Rijks beschermd stadsgezicht 's-Gravenhage.
De Monumentenwet 1988 / Monumentenverordening Den Haag verplicht de gemeenteraad van Den Haag een bestemmingsplan vast te stellen ter bescherming van het rijksbeschermd stadsgezicht.  
Met het vaststellen van bestemmingsplan Binnenhof e.o. (12 januari 1989) is reeds aan deze verplichting voldaan. Met de nieuwbouw van de Hoge Raad worden de cultuurhistorische waarden van het deel van het rijksbeschermd stadsgezicht niet aangetast. De aanwijzing tot Rijks beschermd stadsgezicht is als bijlage 1 bij de regels opgenomen, de toelichting daarop is opgenomen in bijlage 2 bij de regels. De dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie is gericht op behoud en bescherming van de waarden van het rijksbeschermd stadsgezicht en verwijst naar de bijlage.
Naast de regels die dit bestemmingsplan stelt, worden bouwwerken in het beschermd stadsgezicht getoetst aan redelijke eisen van welstand. In dit kader hanteert gemeente Den Haag de Welstandsnota.  
Archeologie
De Wet op de Archeologische Monumentenzorg legt de verplichting op om in nieuwe bestemmingsplannen en bij wijziging van bestaande bestemmingsplannen met de archeologische waarden rekening te houden (zie paragraaf 4.9). Bestemmingsplannen moeten een juridische regeling bevatten die voldoende bescherming biedt tegen werkzaamheden die tot een verstoring van het bodemarchief zouden kunnen leiden.  
Het bestemmingsplan vervangt het paraplubestemmingsplan Archeologie voor onderhavig plangebied.
De archeologisch waardevolle gebieden zijn geïnventariseerd (zie paragraaf 4.9). De archeologische waarden worden in dit bestemmingsplan beschermd: de dubbelbestemming Waarde - Archeologie is gericht op behoud en bescherming van deze waarden. Voor bouwwerkzaamheden die de grond roeren zijn aanvullende bouwregels opgesteld; voor werkzaamheden geen bouwwerken zijnde, die de grond roeren is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, verplicht gesteld.
Initiatiefnemers van vergunningplichtige activiteiten kunnen op grond van de dubbelbestemming verplicht worden om archeologisch onderzoek uit te laten voeren. De afdeling Archeologie van de Dienst Stadsbeheer treedt daarbij op als gemandateerd bevoegd gezag inzake de archeologische monumentenzorg en stelt de behoudenswaardigheid van archeologische vindplaatsen vast, alsmede de voorwaarden waaraan een initiatiefnemer in het kader van de archeologische monumentenzorg dient te voldoen.
Die voorwaarden kunnen bestaan uit de verplichting tot het uitvoeren van archeologisch (voor-)onderzoek om aard en kwaliteit van de archeologische ondergrond vast te stellen,
technische aanpassingen zodat archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden,
het laten verrichten van een opgraving teneinde behoudenswaardige resten die verstoord zullen worden, te documenteren en veilig te stellen; of
de activiteit die tot de bodemverstoring leidt, archeologisch te laten begeleiden.
De gemeentelijke monumentenverordening voorziet daarnaast in nadere eisen waaraan archeologisch onderzoek binnen de gemeente moet voldoen.  
Verkeer    
Auto, fiets
Het Verkeersplan (zie paragraaf 3.3.2) hanteert een rangorde in haar wegenstructuur. Naast de hoofdwegen voor het doorgaande verkeer zijn er de wegen van een lagere orde die het verkeer tussen wijken en het buurtgebonden verkeer moeten afwikkelen: buurtontsluitingswegen (straten) en erfontsluitingswegen (verblijfs- en woonstraten). Verblijfsgebied ten slotte is openbare ruimte waar geen autoverkeer is toegestaan en waar de verkeersfunctie ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie  
In het bestemmingsplan zijn twee verkeersbestemmingen opgenomen, welke auto, fiets- en voetverkeer mogelijk maken. De bestemming Verkeer - Straat ziet op het Korte Voorhout en de Prinsessegracht. De bestemming Verkeer - Verblijfsstraat ziet op het Smidsplein.


 
Openbaar vervoer
Het beleid is gericht op een stelsel van verbindende en ontsluitende openbaar vervoerslijnen  
Het binnen de bestemming Verkeer - Straat opgenomen bestaande wegennet biedt de mogelijk om dergelijke banen aan te leggen en bevat ook reeds bestaande openbaar vervoersbanen.  
Parkeren
Het beleid gaat uit van het stellen van parkeereisen  
In Bijlage 3 bij de regels zijn de parkeernormen opgenomen. Deze bijlage dient te worden gehanteerd bij de algemene bouwregels (afmetingen) en het gebruik en de algemene afwijkingsregels. De parkeerbehoefte geeft aan welke parkeercapaciteit er in theorie beschikbaar moet zijn binnen (of in de nabije omgeving van) het bouwplan. Aan de hand daarvan stelt de gemeente aan de hand van een concreet bouwplan de parkeereis op, waarin wordt aangegeven welk aantal parkeerplaatsen daadwerkelijk gerealiseerd dient te worden en waarbij ruimte is voor maatwerk. Daarbij wordt aangetekend dat uit nadere bestudering wel naar voren is gekomen dat door het bijzondere karakter van de beoogde gebruiker van de kantorenbestemming, te weten de Hoge Raad der Nederlanden, de gebouwkwaliteit met de daarbij behorende specifieke ruimten, die het rechterlijk functioneren met zich meebrengt, in dit geval en onder de in het bestemmnigsplan gestelde voorwaarden volstaan zou kunnen worden met 55 parkeerplaatsen. De huisvestingsnormen voor rechtspraak, die de Staat hanteert, zijn daarbij in ogenschouw genomen.  
Overkragende bebouwing
Binnen de bestemmingen Verkeer - Straat en Verkeer - Verblijfsstraat en Water is een aanduiding "onderdoorgang"opgenomen.  
Deze aanduiding ziet op de mogelijkheid van overkragende bebouwing ten behoeve van de bestemming Kantoor boven openbaar gebied aan de zijde Korte Voorhout en de hoek Smidsplein/Gietkom.  
Water    
Veiligheid en waterkering   In het plangebied bevinden zich geen waterkeringen  
Waterkwaliteit en ecologie
Bepaalde grachten (o.a. Smidswater) zijn in de Kaderrichtlijn Water (KRW) aangewezen als waterlichaam. Een aanzienlijk deel van de oevers van dergelijke wateren moeten op natuurvriendelijke wijze worden ingericht.  
Door het plangebied loopt de Gietkom richting Smidswater. Evenals het Smidswater is de Gietkom een ongeveer 400 jaar geleden gegraven gracht. Bijzonder is dat de Gietkom geen kades of oevers heeft. Aan beide lange zijdes staan gebouwen. De aanleg van een natuurvriendelijke oever is bij deze bijzondere historische situatie niet mogelijk.  
Waterkwantiteit   Het plangebied is gelegen binnen het boezemgebied waar een waterpeil van NAP -0.43 wordt gehandhaafd. Voor het boezemgebied geldt geen waterbergingsopgave.
De nabij gelegen hofvijver heeft ten opzichte van het boezemwater een verhoogd peil (0,07 m - NAP) en loost op het boezemwater van Oostsingel door middel van een tweede duiker die langs het Smidsplein loopt.  
Overkragende bebouwing
Binnen de bestemming Water is evenals binnen de 2 verkeersbestemmingen een aanduiding "onderdoorgang"opgenomen.  
Deze aanduiding ziet op de mogelijkheid van overkragende bebouwing ten behoeve van de bestemming Kantoor boven openbaar water aan de zijde van de Gietkom. Tevens biedt de aanduiding de mogelijkheid van een terras boven het water.  
Groenvoorzieningen    
In 'Groen Kleurt de Stad' staat beschreven dat de bomen op de Nieuwe Uitleg, het Smidsplein en de vier rijen platanen aan het Korte Voorhout deel uitmaken van de stedelijke groene hoofdstructuur. Het is groen met een hoge cultuurhistorische waarde en ruimtelijke betekenis. De bomen staan echter niet op de lijst Monumentale Bomen in Den Haag 2006.   In het Stedenbouwkundig kader Korte Voorhout e.o. is opgenomen dat het voorstelbaar is dat de bomenrij aan het Korte Voorhout direct langs de kavel van de Hoge Raad verwijderd dient te worden. De bomen zijn scheefgegroeid en staan zeer dicht bij de gevel. In de omgeving of elders moet compensatie worden geboden in dat geval.
Indien mogelijk zou de bomenrij vervangen kunnen worden door een nieuwe rij platanen verder uit de gevel langs het fietspad. Op deze wijze wordt het uitgangspunt van behoud van het gesloten bladerdak en het handhaven van vier rijen bomen op het Korte Voorhout geen geweld aan gedaan.
Aan het Smidsplein mogen twee bomen worden gekapt. Ook in het Inrichtingsvoorstel is aan dit onderwerp aandacht besteed. Veertien bomen zijn reeds gecompenseerd op het tegenover gelegen (semi-openbare) binnenterrein van het Ministerie van Financiën. Het kappen en herplanten van bomen wordt via een omgevingsvergunning geregeld.  
Economie    
Kantoren
Het plangebied behoort niet tot een kantorenconcentratiegebied. Wel zijn er in het plangebied reeds twee kantoorgebouwen aanwezig  
De bestaande kantoorgebouwen worden vervangen voor de nieuwbouw van de Hoge Raad. De locatie krijgt dan ook opnieuw een bestemming Kantoor.