direct naar inhoud van 3.2 Ruimtelijk beleid
Plan: Smidsplein e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0239ESmidsplein-50VA

3.2 Ruimtelijk beleid

3.2.1 Rijksbeleid

Nota Ruimte

Op 27 februari 2006 is de Nota Ruimte in werking getreden. In de Nota Ruimte is het nationaal ruimtelijk beleid tot 2020 met een doorkijk naar de periode 2020-2030 vastgelegd . Met deze nota tracht het kabinet bij te dragen aan een versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, de bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, de borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en de borging van de veiligheid.

Het nationaal ruimtelijk beleid voor steden en netwerken richt zich op voldoende ruimte voor wonen, werken en mobiliteit en de daarbij behorende voorzieningen, groen, recreatie, sport en water.

Om een eenzijdige samenstelling van de bevolking te voorkomen, stimuleert het rijk meer variatie in het woningaanbod. Om de trek van midden- en hogere inkomens uit de stad te voorkomen zijn volgens de Nota Ruimte meer hoogstedelijke woonmilieus nodig, en blijven stedelijke vernieuwing en herstructurering dringend nodig om de leefbaarheid te vergroten.

Nieuwe bebouwing moet ten behoeve van de bundeling van verstedelijking en economische activiteiten zoveel mogelijk worden geconcentreerd in bestaand bebouwd gebied. De ruimte die in het bestaand stedelijk gebied aanwezig is, moet door verdichting optimaal worden gebruikt.

Het bestemmingsplan is daar waar dit van toepassing is in overeenstemming met het verwoorde beleid uit de Nota Ruimte. In lijn met de Nota Ruimte zorgt de nieuwbouw van de Hoge Raad in bestaand gebied voor bundeling van verstedelijking en behoud van een belangrijke centrale functie in de binnenstad van Den Haag.

3.2.2 Provinciaal beleid

Provinciale structuurvisie

Op 2 juli 2010 hebben Provinciale Staten de Provinciale Structuurvisie “ Visie op Zuid-Holland” vastgesteld. De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.

Visie op Zuid-Holland is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:

  • 1. aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel
  • 2. duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie
  • 3. divers en samenhangend stedelijk netwerk
  • 4. vitaal, divers en aantrekkelijk landschap
  • 5. stad en land verbonden

In de functiekaart (gewenste en mogelijke ruimtelijke functies; wat komt waar) is het plangebied aangewezen als 'Stads- en dorpsgebied met hoogwaardig openbaar vervoer' en 'stedelijk groen'.

Verordening Ruimte

In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is geregeld dat Provinciale Staten regels kunnen stellen over de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen. De Verordening Ruimte van de provincie Zuid-Holland (2 juli 2010 vastgesteld door Provinciale Staten) voorziet hierin. Doel van de verordening is om een aantal provinciale belangen te laten doorwerken naar het gemeentelijke niveau. Het bestemmingsplan is in overeenstemming met de Verordening Ruimte.

3.2.3 Regionaal beleid

Het Stadsgewest Haaglanden heeft in 2008 het Regionaal Structuurplan Haaglanden (RSP) vastgesteld. Het RSP geldt als referentiekader (dus geen toetsingskader) voor bestemmingsplannen van de gemeenten in het stadsgewest Haaglanden, voor zover daarbij regionale belangen in het geding zijn. In het RSP spreken de negen regiogemeenten de ambitie uit om door te groeien als internationaal concurrerende regio, als goed functionerend stedelijk netwerk en als regio die kwaliteit van leven biedt. De ambities zijn gericht op ontwikkelingen met een bovenlokale invloed, waarbij 10 topprioriteiten zijn geformuleerd. Één daarvan: het intensiveren van het gebruik van het stedelijke gebied om de verwachte groei van het aantal huishoudens op te vangen en de kwaliteit van de woningvoorraad op peil te houden is van toepassing op de hele stad en dus ook op het plangebied. Dit beleid heeft een plaats gekregen in de structuurvisie Den Haag 2020 (zie hierna).

3.2.4 Gemeentelijk beleid
3.2.4.1 Structuurvisie Den Haag 2020

Op 17 november 2005 heeft de gemeenteraad van Den Haag de Structuurvisie Den Haag 2020 vastgesteld: de toekomstvisie van Den Haag op de ruimtelijke ontwikkeling van de stad in regionaal perspectief tot het jaar 2020. De ambitie is om van Den Haag een 'Wereldstad aan Zee' te maken door de sterke kwaliteiten van Den Haag te benutten: een internationale stad, een stad aan zee, een multiculturele stad en een monumentale residentie.

De Wéreldstad aan Zee krijgt vorm door ontwikkelingen in vijf kansenzones (het Centrum, de Lijn 11-zone, de Internationale Kustzone, de Vliet/A4-zone en de Schakelzone Lozerlaan). In de kansenzones liggen ontwikkelingsgebieden waarin de ambitie van de structuurvisie het sterkst tot haar recht komt. De kansenzones en ontwikkelingsgebieden worden uitgewerkt in masterplannen. Het bestemmingsplan Smidsplein e.o. ligt in de kansenzone Centrum.

In de Structuurvisie Den Haag 2020 is opgenomen dat langs doorgaande wegen en groen bij herstructurering in principe wordt uitgegaan van een bouwhoogte van minimaal vijf lagen. De doorgaande wegen zijn de regionale en stadsgewestelijke wegen, hoofdverkeerswegen op gemeentelijk niveau en wegen voor doorgaand verkeer door stadsdelen aangevuld met de wegen die onderdeel zijn van het netwerk van de 'lange lijnen' uit de Kadernota Openbare Ruimte (paragraaf 3.3.6) en de railgebonden openbaarvervoerverbindingen. De Stedelijke Groene Hoofdstructuur uit het beleidsplan 'Groen kleurt de stad' (paragraaf 3.3.5.1) leidraad bij de aanwijzing van het groen waarlangs in principe wordt uitgegaan van een bouwhoogte van minimaal vijf lagen. De Koningskade is een doorgaande weg. De nieuwbouw van de Hoge Raad die met dit bestemmingsplan juridisch-planologisch mogelijk wordt gemaakt biedt de mogelijkheid tot een bouwhoogte van (meer dan) vijf bouwlagen. Hiermee is het bestemmingsplan is overeenstemming met het gestelde beleid in de structuurvisie.

3.2.4.2 Stedenbouwkundig kader Korte Voorhout e.o. en Inrichtingsvoorstel

Het Stedenbouwkundig kader Korte Voorhout e.o. en het Inrichtingsvoorstel Werkgroep Inrichting Korte Voorhout vormen, voor zover ziende op het plangebied, een referentiekader voor hetgeen in het bestemmingsplan is neergelegd. Het Stedenbouwkundig kader Korte Voorhout e.o. is integraal opgenomen in Bijlage 1 bij de toelichting. Het Inrichtingsvoorstel is opgenomen in Bijlage 2 van de toelichting.