direct naar inhoud van 5.3 Verantwoording van bestemmingen
Plan: St. Jacobskerk e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0225EStJacobskeo-50VA

5.3 Verantwoording van bestemmingen

Zoals al werd aangegeven heeft het bestemmingsplan als eerste doel om de bestaande ruimtelijke structuur juridisch-planologisch zodanig te regelen, dat deze wat betreft functie, bouwvorm, ligging, afmetingen in een goede ruimtelijke ordening worden ondergebracht.

In eerste instantie worden aan de hand van de bestaande situatie worden de bestemmingen afgewogen. Als leidraad of als toetsingskader dienen het beleidskader en de milieukwaliteitseisen.

Beleidskader   Vertaling in het bestemmingsplan  
Cultureel erfgoed  
Het plangebied maakt onderdeel uit van het Rijksbeschermd stadsgezicht Centrum. Ingevolge de Monumentenwet 1988 moet een bestemmingsplan worde vastgesteld ter bescherming van de cultuurhistorische waarden.   De cultuurhistorische waarden van het rijksbeschermd stadsgezicht worden in dit bestemmingsplan beschermd. De dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie is gericht op behoud en bescherming van deze waarden. In de tabel 'beschermd stadsgezicht' is aangegeven op welke wijze de in de aanwijzing benoemde waarden zijn vertaald in dit bestemmingsplan. Het aanwijzingsbesluit met bijbehorende toelichting is als bijlage bij de regels opgenomen.  
De Wet op de Archeologische Monumentenzorg legt de verplichting op om in nieuwe bestemmingsplannen en bij wijziging van bestaande bestemmingsplannen met de archeologische waarden rekening te houden. Bestemmingsplannen moeten een juridische regeling bevatten die voldoende bescherming biedt tegen werkzaamheden die tot een verstoring van het bodemarchief zouden kunnen leiden.   De archeologisch waardevolle gebieden zijn geïnventariseerd (zie paragraaf 2.3.2). De archeologische waarden worden in dit bestemmingsplan beschermd: de dubbelbestemming Waarde - Archeologie is gericht op behoud en bescherming van deze waarden. Voor bouwwerkzaamheden die de grond roeren zijn aanvullende bouwregels gesteld; voor werkzaamheden geen bouwwerken zijnde, die de grond roeren is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, verplicht gesteld.  
Ruimtelijk beleid  
De Structuurvisie Den Haag 2020 en de Agenda voor de Haagse Verdichting bepaalt dat langs doorgaande wegen en groen in principe wordt uitgegaan van een bouwhoogte van minimaal vijf lagen.   In het plangebied bevinden zich geen doorgaande wegen.  
Het plangebied is voor een deel gelegen in de kansenzone Centrum. Om de stedelijkheid in het centrum te versterken, moet de functie van het centrum als ontmoetingsplaats van verschillende 'werelden' in de stad de komende decennia een extra impuls krijgen.   In het plangebied worden vele functies mogelijk gemaakt binnen de bestemmingen 'Gemengd'. Op de verdiepingen is 'wonen' op veel plaatsen toegestaan.  
Verkeer en parkeren  
De “Haagse Nota Mobiliteit”. hanteert een rangorde in haar wegenstructuur. Naast de hoofdwegen voor het doorgaande verkeer zijn er de wegen van een lagere orde die het verkeer tussen wijken en het buurtgebonden verkeer moeten afwikkelen: buurtontsluitingswegen (straten) en erfontsluitingswegen (verblijfs- en woonstraten). Verblijfsgebied ten slotte is openbare ruimte waar geen autoverkeer is toegestaan en waar de verkeersfunctie ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie.   In het plangebied zijn aan de openbare weg de bestemmingen Verkeer - Straat, Verkeer - Verblijfstraat, en Verkeer - Verblijfsgebied. Het kern-winkelgebied is grotendeels tot verblijfsgebied bestemd, in verblijfsstraten en verblijfsgebieden is de aanleg van railverbindingen en fietspaden mogelijk gebleven.  
In de nota “Parkeerkader Den Haag 2010-2020” is het algemene parkeerbeleid vastgelegd.   In de regels van het bestemmingsplan is een parkeerregeling opgenomen. Bij nieuwbouw is het uitgangspunt dat parkeren op eigen terrein wordt gerealiseerd. Hiertoe zijn parkeernormen in de bijlage opgenomen. Mocht parkeren op eigen terrein problematisch zijn, dan bestaat de mogelijkheid het parkeren op te lossen door elders, bijvoorbeeld in parkeergarages, voor parkeerkeergelegenheid te zorgen.  
Wonen  
Het uitgangspunt van de Woonvisie is om tot en met 2020 de toename van het aantal inwoners vast te houden door genoeg geschikte woningen te blijven bouwen. Het bestemmingsplan is direct herkenbaar als centrum stedelijk woonmilieu met als woonsfeer; “wonen in de historische binnenstad”. Juist het wonen zorgt voor levendigheid en toezicht in het gebied op het moment dat de winkels gesloten zijn.   In het plangebied wordt binnen vele bestemmingen (GD1, GD2, GD3, GD4, Kantoren-2, Cultuur en Ontspanning, Dienstverlening en Maatschappelijk -1 en -2, en Wonen) het wonen mogelijk gemaakt.
Bij functiewijzigingen en/of ruimtelijke ontwikkelingen wordt binnen deze bestemmingen prioriteit gegeven aan de woonfunctie op de verdiepingen. Mede daarom is in art. 31, onder l, ook bepaald dat de bestaande opgangen bij hoofdgebouwen naar hogergelegen verdiepingen gehandhaafd moeten blijven, en is in art. 34, lid 3, onder g, voorzien in een afwijkingsbevoegdheid voor o.a. buitentrappen en loopbruggen.  
Economie  
Detailhandel   De Vlamingstraat en omgeving maakt onderdeel uit van de hoofdwinkelstructuur. Het Noordeinde en Prinsestraat zijn de uitlopers c.q. aanloopstraat van het stadscentrum en functioneert als 'rek- en krimpgebied'. De bestemmingen zijn verbreed tot een gemengde bestemming (GD-1, GD-2, GD-3), en het toekomstperspectief wordt bepaald door de marktwerking.  
Horeca   Het bestemmingsplan maakt binnen een aantal gemengde bestemmingen horeca gemengd met andere functies als detailhandel, dienstverlening, kantoor, maatschappelijk en wonen mogelijk. Hierdoor wordt het gemengd stedelijk milieu in stand gehouden en bevorderd. Bij de verhouding detailhandel en dienstverlening versus horeca wordt de 80/20%-regel voor het aantal vestigingen gehanteerd. Dit is in de regels verankerd.  
Kantoren   In dit plangebied zijn geen nieuwe locaties voor kantoorontwikkeling voorzien. Het bestemmingsplan maakt de vestiging van kantoren met een brutovloeroppervlakte van maximaal 300 m2, mogelijk binnen de bestemmingen GD-1 tot en met GD-4. Bestaande kantoorgebouwen met een groter bruto vloeroppervlakte zijn positief bestemd middels de bestemming 'Kantoor' en de functieaanduiding 'kantoor' [k].  
Functiemenging   In de notitie 'Functiemengingstrategie: Mengen van bedrijven en wonen' komt de functiemenging van praktijk- kantoor- en bedrijfsruimte met wonen aan de orde. Op basis van de Functiemengingstrategie zijn kantoor-, praktijk- en bedrijfsruimten tot 100 m2 langs de woonstraten in een wijk mogelijk. Langs doorgaande wegen is een maximum van 500 m2 mogelijk. Functiemenging komt in dit bestemmingsplan tot uiting in de opzet van de verschillende gemengde bestemmingen.  
Onderwijs, cultuur en welzijn  
Maatschappelijke voorzieningen   Dit bestemmingsplan geeft ruimte aan de ontwikkeling en gebruik van maatschappelijke voorzieningen. Dit vindt onder andere plaats door de ruime bestemmingsomschrijving bij de bestemming 'Maatschappelijk - 1'.  
  Ten behoeve van het Koninklijk Huis is voor het paleis Noordeinde een aparte bestemming 'Maatschappelijk - 2' in het bestemmingsplan opgenomen.  
Groen   Het plangebied maakt, met uitzondering van de watergangen langs de Prinsessewal, Hogewal, Mauritskade geen onderdeel uit van de stedelijke groene hoofdstructuur en het bevat geen stedelijke ecologische verbindingszones.
Wel zijn de voor het gebied karakteristieke waardevolle binnenterreinen bestemd als 'Tuin'.  
Water   De instandhouding van de kernzone van de boezemkade is geborgd door de in de bestemming 'Water' opgenomen bouwregeling.  

In het vigerende bestemmingsplan St. Jacobskerk (1987) zijn veel gemengde bestemmingen met een opdeling in globaal en gedetailleerd aanwezig. Op basis van de huidige aangetroffen functies, de 'Toekomstvisie horeca', de indeling uit het Detailhandelsnota van de hoofdwinkelstructuur voor het centrum en het Binnenstadsplan, is in het nieuwe bestemmingsplan de opdeling van de gemengde bestemmingen als volgt:

  • Gemengd - 1: Detailhandel, dienstverlening, lichte horeca, hotel, kleine kantoren < 250m2 bvo op de begane grond, maatschappelijk, sport en wonen op de verdiepingen. Kantoren > 250m2 zijn alleen toegestaan op de lijst in Kantoren groter dan 250 m2.
  • Gemengd - 2: Detailhandel, dienstverlening, lichte horeca, middelzware horeca, hotel, kleine kantoren < 250m2 bvo op de begane grond, maatschappelijk, sport en wonen op de verdiepingen. Kantoren > 250m2 zijn alleen toegestaan op de lijst in Kantoren groter dan 250 m2
  • Gemengd - 3: Bedrijven, cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kleine kantoren < 250m2 bvo, maatschappelijk, sport op de begane grond en wonen op de verdiepingen. Kantoren > 250m2 zijn alleen toegestaan op de lijst in Kantoren groter dan 250 m2.
  • Gemengd - 4: Bedrijven, cultuur en ontspanning, horeca - 'licht, - 'middelzwaar' en 'zwaar', hotel, kantoren, maatschappelijk, sport op de begane grond en wonen op de verdiepingen. Kantoren > 250m2 zijn alleen toegestaan op de lijst in Kantoren groter dan 250 m2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0225EStJacobskeo-50VA_0013.png"

Verdeling GD-bestemmingen

Verder is het plan erop gericht de archeologisch waardevolle welke zijn geïnventariseerd (zie paragraaf 2.3.2), te beschermen. Door de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 1 en Waarde - Archeologie - 2 is behoud en bescherming van deze waarden gewaarborgd.

Het plan is erop gericht de cultuurhistorische waarden van dit deel van het rijksbeschermd stadsgezicht Centrum ((Binnenhof, St. Jacobskerk, Willemspark(I) en 's Gravenhage uitbreiding) te waarborgen. In de toelichting op het aanwijzingsbesluit als opgenomen in de bijlagen bij de regels van het bestemmingsplan, zijn als te beschermen waarden opgenomen het historisch patroon van straten, stegen, open ruimten en waterlopen in samenhang met de schaal van de bebouwing ter plaatse. Voorts zijn de profilering en inrichting van de openbare ruimte, de verkavelings- en bebouwingsstructuur en in het algemeen de vormgeving van de bebouwing van betekenis. Ook aan de vormgeving van kappen en gevels wordt waarde toegekend.

In onderstaande tabel 'beschermd stadsgezicht' is aangegeven op welke wijze de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht is verwerkt in het bestemmingsplan. Daarbij is uitgegaan van de typeringen in het aanwijzingsbesluit zoals die voor de verschillende onderdelen van de deelgebieden is geformuleerd. Per onderdeel wordt aangegeven op welke wijze dit is vertaald in het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan.

Nieuwe initiatieven worden getoetst aan de te behouden kwaliteiten, zoals die in beide aanwijzingen tot beschermd stadsgezicht en de daarop gebaseerde karakteristieken worden genoemd. Aan het beschermde stadsgezicht is de dubbelbestemming 'Waarde-Cultuurhistorie' toegekend. De bijbehorende regeling (Artikel 27 Waarde - Archeologie 1 en Artikel 28 Waarde - Archeologie 2 van de planregels) dient als vangnet voor de bescherming van de waarden die niet rechtstreeks in het bestemmingsplan zijn vertaald, maar wel met de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht beschermd dienen te worden. De voorwaarden die in dit artikel worden gesteld, brengen mee dat steeds een afweging van de betrokken belangen dient plaats te vinden en advies van de welstands- en monumentencommissie noodzakelijk is. De commissie onderzoekt daarbij, of voor wat betreft de bouwwijze aansluiting is gezocht bij karakteristieke en cultuurhistorische waarden van de bestaande omgeving. Verder moet de bestaande ruimtelijke structuur van ondermeer straten, pleinen en groenvoorzieningen in hun onderlinge samenhang behouden blijven. Vervanging of verandering van deze elementen is slechts toegestaan met behoud en zo nodig verbetering van de cultuurhistorische waarden. Het college maakt bij nieuwe initiatieven, onder andere op basis van deze adviezen, een afweging tussen het behoud van de ruimtelijke structuur enerzijds en de woonwensen en gebruiksvrijheden van bewoners en gebruikers anderzijds.

TABEL BESCHERMD STADSGEZICHT  
Typering te beschermen waarden in de aanwijzing   Vertaling in het bestemmingsplan  
Het historisch patroon van straten, stegen, open ruimten en waterlopen in samenhang met de schaal van de bebouwing ter plaatse.   De bestaande ruimtelijke structuur is ongewijzigd op de plankaart overgenomen. Het historische patroon van straten, stegen en open ruimten is geborgd door middel van de daaraan toegekende bestemmingen. De schaal van de bebouwing wordt gewaarborgd door het opnemen van bouwvlakken. Daarbij zijn de huidige goot- en bouwhoogtes opgenomen. De hoogte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven.  
De profilering en inrichting van de openbare ruimte   De gemeente stuurt als eigenaar op de profilering en inrichting van de openbare ruimte (buiten het bestemmingsplan om).  
De verkavelings- en bebouwingsstructuur   De verkavelings- en bebouwingsstructuur is geborgd door per perceel een bouwvlak op te nemen waarbinnen de hoofdbebouwing is gerealiseerd.  
De vormgeving van de bebouwing, in het bijzonder de kappen en gevels   Deze wordt gewaarborgd door het opnemen van een lijst met karakteristieke panden/ensembles en de bepalingen van Artikel 29 Waarde - Cultuurhistorie. De welstands- en monumentencommissie zal deze kwaliteiten in hun advisering betrekken.  
Kenmerkend voor het stedelijke karakter zijn de aan alle zijden gesloten bouwblokken, waarin de bebouwing ononderbroken direct aan de straat staat en waarbinnen erven en tuin liggen besloten.   Het plan voorziet in het handhaven van de gesloten bouwblokken door middel van de in het bestemmingsplan opgenomen bouwvlakken.
De aanwezige tuinen in het gebied, zoals achter de bebouwing aan het Noordeinde en bij het Paleis Kneuterdijk zijn als zodanig bestemd. Hier is slechts zeer beperkt bebouwing toegestaan.  
De verkavelingssystematiek lijkt herleidbaar tot een basisbreedte van vijf a zes meter voor het gewone woonhuisperceel en een meervoud daarvan bij de patriciërshuizen.   De verkaveling is vastgelegd door het opnemen van bouwvlakken per bestaand perceel. Bij nieuwe initiatieven zal rekening moeten gehouden met de bepalingen van Artikel 29 Waarde - Cultuurhistorie  
De bebouwingshoogte varieert in het algemeen meer door de per pand vaak zeer verschillende verdiepingshoogten dan door het aantal verdiepingen, zodat een pand van twee verdiepingen soms hoger is dan een pand van drie verdiepingen.   Hiermee wordt het verschil in goot- en bouwhoogtes verklaard. Deze verschillen zijn gewaarborgd door de in het bestemmingsplan opgenomen goot- en bouwhoogten, de opgenomen karakteristieke panden en de bepalingen van Artikel 29 Waarde - Cultuurhistorie. In geval van sloop-/nieuwbouw zullen de welstands- en monumentencommissie deze kwaliteiten in hun advisering betrekken.  
Het bebouwingsbeeld wordt sterk gedomineerd door de geprononceerde lijstgevels en minder door kappen.   De genoemde kwaliteiten worden geborgd middels de in het bestemmingsplan opgenomen vangnetregeling karakteristieke panden, en de bepalingen van Artikel 29 Waarde - Cultuurhistorie  
In het algemeen hebben de smallere panden een met pannen gedekt schilddak met de nok haaks op de straat, de bredere een dwarskap evenwijdig aan de straat of een omlopend schilddak   De genoemde kwaliteiten worden geborgd middels de in het bestemmingsplan opgenomen vangnetregeling karakteristieke panden, en de bepalingen van Artikel 29 Waarde - Cultuurhistorie  
De voorgevels zijn overwegend symmetrisch ingedeeld in drie of vijf, soms zeven traveeën met verticaal geplaatste openingen.   De genoemde kwaliteiten worden geborgd middels de in het bestemmingsplan opgenomen vangnetregeling karakteristieke panden en de bepalingen van Artikel 29 Waarde - Cultuurhistorie  
De gevels zijn overwegend in baksteen, soms pleisterwerk. Kroonlijsten, kozijnen, deuren en eventuele balkons in hout.   De genoemde kwaliteiten worden geborgd middels de in het bestemmingsplan opgenomen vangnetregeling karakteristieken panden en de bepalingen van Artikel 29 Waarde - Cultuurhistorie