Plan: | Beatrixkwartier (Monarch) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0220GBezuidenBea-50VA |
Het concept van het ontwerp-bestemmingsplan is op 1 november 2012 in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening aan de volgende instanties toegezonden:
Van de onder 2, 4, 5 en 13 genoemde instanties zijn de hierna opgenomen reacties ontvangen. Het advies van de instantie genoemd onder nummer 8 is verwerkt in paragraaf 4.3 van de toelichting. Van de onder 12 genoemde instantie(s) zijn geen eigendommen van hun bedrijf betrokken. Van de overige instanties is geen reactie ontvangen.
2. Provincie Zuid-Holland
De provincie Zuid-Holland geeft aan dat het bestemmingsplan cornform de provinciale Structuurvisie en de verordening Ruimte is.
Daarnaast wijst de provincie op het volgende. In de ruimtelijke onderbouwing van het plan wordt verwezen naar een maatregel voor het beperken van het aantal transporten brandbare gassen. De bedoeling van de maatregel is het vastleggen van afspraken tussen de gemeente Den Haag en vervoerders om nieuwe venstertijden vast te leggen en alleen buiten kantooruren gebruik te maken van de Utrechtsebaan. Daarmee zou het groepsrisico kunnen worden terugebracht tot onder orienterende waarde. Ook de provincie is bij deze onderhandelingen betrokken.
De provincie gaat er van uit dat bij de verdere procedure van het bestemmingsplan rekening wordt gehouden met de afspraken en maatregelen inzake voornoemde venstertijden en dat dit in het plan gewaarborgd wordt.
Reactie
Het college kan bevestigen dat bij de verdere procedure van het bestemmingsplan rekening wordt gehouden met de afspraken en maatregelen inzake voornoemde venstertijden. In het vast te stellen bestemmingsplan zullen maatregelen, voor zover deze ruimtelijk relevant zijn, worden geborgd.
4. Rijkswaterstaat Zuid-Holland
Rijkswaterstaat betreurt het dat zij niet is uitgenodigd om een vooroverlegreactie te geven op het voorontwerpbestemmingsplan, terwijl dit wel op www.ruimtelijkeplannen.nl is gepubliceerd. Zij verzoekt in het vervolg wel uitgenodigd te worden om een reactie te geven.
Verkeerseffecten
Het bestemmingsplan voorziet in een aanzienlijke extra ruimtelijke ontwikkeling. Volgens paragraaf 5.2.2 'programma' van de toelichting van uw plan maakt u 51.500 m2 extra kantooroppervlak mogelijk ten opzichte van de huidige situatie.
Rijkswaterstaat verlangt dat bij nieuwe grootschalige ontwikkelingen een analyse wordt opgesteld van de verkeersintensiteiten waarbij de verkeerseffecten van het plan op de (aansluitingen van) rijksweg A12 in beeld worden gebracht. Dit onderzoek moet worden opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan. Onder grootschalige ontwikkelingen valt onder andere een uitbreiding van kantooroppervlak met 5.000 m2. De ontwikkeling die uw plan mogelijk maakt, is dus grootschalig. Dit is te meer relevant omdat de directe ontsluiting van het gebied wordt gevormd door de Utrechtse Baan en de A12. De Utrechtse Baan staat bekend als een weg waar de doorstroming – met name in de spitsen - een probleem is. Rijkswaterstaat acht het daarom noodzakelijk dat uw plan voorzien wordt van een paragraaf waar de verkeerseffecten van de ontwikkeling worden beschreven.
Rijkswaterstaat verzoekt derhalve een mobiliteitsparagraaf op te nemen in uw bestemmingsplan waarin de veranderingen in verkeersintensiteiten als gevolg van uw plan in beeld worden gebracht voor zowel de rijksweg A12, de Utrechtse Baan als het onderliggend wegennet. Bij negatieve effecten (nieuwe of grotere knelpunten in verkeersafwikkeling) dient in deze analyse ook aangegeven te worden welke maatregelen daartegen getroffen worden en wat de financiële haalbaarheid is van die maatregelen en hoe de realisering hiervan is geborgd. Deze analyse dient u opgenomen te worden in de toelichting van het bestemmingsplan. Tevens verzoekt Rijkswaterstaat over de uitgangspunten van de analyse met Rijkswaterstaat in overleg te treden.
Externe veiligheid
Inzake de externe veiligheid wordt in de laatste alinea van paragraaf 4.3.2.1 aangegeven dat het plangebied naast de A12 is gelegen maar dat het betreffende deel van de A12 geen onderdeel meer is van het wegdeel waarvoor het Rijk de wegbeheerder is. Formeel houdt rijksweg A12 op bij afslag 3 Den Haag Bezuidenhout. Het plangebied ligt dus niet langs de A12 maar grenst aan de bij de gemeente in beheer zijnde Utrechtsebaan. Desalniettemin is ook dit weggedeelte voor Rijkswaterstaat van belang omdat de A12 en de Utrechtse Baan samen één route vormen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.
In paragraaf 4.3.2.2 van het plan wordt onder andere beschreven dat B&W van de gemeente voornemens zijn een routeringsbesluit te nemen waarmee slechts in venstertijden door routeplichtige transporten gebruik mag worden gemaakt van de Utrechtsebaan. De uitgevoerde berekeningen van het groepsrisico (GR) voor de verschillende scenario's anticiperen op dit plan. Omdat het plan bij recht alleen scenario 1 juridisch-planologisch mogelijk maakt en het berekende risico bij dit scenario niet toeneemt is er geen GR-verantwoording uitgevoerd.
De uitgevoerde berekeningen van het GR op basis van de telgegevens 2008 en uitgaande van een gebruikersruimte van 1500 transporten van de stofcategorie GF3 geven als resultaten dat de oriënterende waarde GR met factoren 12,7 en 21,2 wordt overschreden. Gegeven dit feit verzoek ik u dit plan pas verder in procedure te brengen nadat B&W het beschreven routeringsbesluit hebben genomen.
Gelet op de zeer dichte bebouwing langs de Utrechtsebaan, adviseert Rijkswaterstaat tevens een volledige GR-verantwoording uit te voeren waarbij ook rekening wordt gehouden met de toekomstige groei van de transportstromen.
Reactie
Rijkswaterstaat is wel degelijk gevraagd om een vooroverlegreactie te geven op het concept-ontwerpbestemmingsplan Beatrixkwartier (Monarch). Een uitnodiging is per brief op 1 november 2012 vestuurd.
Verkeerseffecten
Het bestemmingsplan maakt de realisatie van 85.000 m2 kantoor mogelijk. Dit is een toevoeging van 21.000 m2 ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan Bezuidenhout-Midden, 8e herziening. Echter in 2002 is de in het bestemmingsplan opgenomen 85.000m2 reeds vergund middels de verlening van een vrijstelling ex artikel 19 WRO. Door de provincie is ten aanzien van die vrijstelling een verklaring van geen bezwaar afgegeven. Per saldo is dus geen sprake van een toevoeging van kantoormeters die nog niet vergund/ planologische mogelijk zijn. Op basis van het vigerende bestemmingsplan en de verleende vrijstelling kan een omgevingsvergunning verleend worden voor 85.000m2.
Voor de verkeersafwikkeling rondom de Jan Pieterszoon Coenstraat is een onderzoek gedaan door Goudappel Coffeng. In dit onderzoek wordt ingegaan op de kruising met de Prinses Beatrixlaan en de maatregelen die rond de Jan Pieterszoon Coenstraat genomen kunnen worden om het verkeer soepeler af te wikkelen. De Jan Pieterszoon Coenstraat maakt echter geen deel uit van onderhavig plangebied.
Op dit moment wordt samen met Rijkswaterstaat hard gewerkt aan de subsidieaanvraag bij het rijk voor de aanleg van de Rotterdamsebaan. Deze nieuwe route zorgt voor een robuustere en duurzamere wegenstructuur voor het autoverkeer in en rond Den Haag. Verkeer van en naar de stad krijgt met deze route meer keuzes wat zeker ook effect zal hebben op de doorstroming van het verkeer op de Utrechtsebaan met de op- en afritten. Voor de aanleg van de Rotterdamsebaan en bijkomende maatregelen, investeren Den Haag samen met Haaglanden en het rijk de komende jaren circa 565 miljoen euro. Deze planontwikkeling, alsmede de daaraan ten grondslag liggende onderzoeken zijn bij Rijkswaterstaat bekend.
Daarnaast kan worden opgemerkt dat de aanleg van RandstadRail in de Prinses Beatrixlaan van enorme betekenis is niet alleen voor het Beatrixkwartier maar ook voor de stad. Het gebruik van RandstadRail met de centrale halte in de Beatrixlaan maakt een sterke groei door en zorgt er samen met de onmiddelijke nabijheid van het NS-station Den Haag Centraal, mede voor dat het verkeer rond de Prinses Beatrixlaan en de aansluiting op de Utrechtsebaan op dit moment redelijk tot goed doorstroomt. Het heeft een drukkend effect op de aan – en afvoer van verkeer van en naar het Beatrixkwartier.
Externe veiligheid
In het bestemmingsplan is de formulering over de ligging langs de A12 aangepast.
In paragraaf 4.3 is opgenomen dat het college in het eerste kwartaal van 2013 een voorstel aan de raad zal voorleggen om de Utrechtsebaan en Benoordenhoutseweg in de uren tussen 18.00 uur en 8.00 uur aan te wijzen als Route voor vervoer van gevaarlijke stoffen. In de uren tussen 8.00 uur en 18.00 uur wordt op de Utrechtsebaan ter hoogte van afslag 3 en Benoordenhoutseweg een 'gesloten verklaring' ingevoerd. Daarnaast zal de raad worden voorgesteld om deze venstertijden te handhaven met camerabeelden. Daarmee kan het groepsrisico ter hoogte van het plangebied worden teruggebracht tot onder de oriënterende waarde, waarmee in de bestaande situatie sprake is van een acceptabel groepsrisico. Op dat moment is er ruimte voor nieuwe ontwikkelingen.
Hieruit volgt dat onderhavig bestemmingsplan dat ontwikkelingen mogelijk maakt, pas ter vaststelling aan de raad zal worden aangeboden op het moment dat de overschrijding van het groepsrisico is aangepakt. Om het bestemmingsplan Beatrixkwartier (Monarch) geen onnodige vertraging op te laten lopen, zal het bestemmingsplan wel als ontwerp ter inzage worden gelegd. De vaststelling van het bestemmingsplan zal indien nodig wel worden uitgesteld totdat de overschrijding van het groepsrisico is teruggebracht.
In de bijlage bij de toelichting is een aangepast onderzoek externe veiligheid opgenomen. In dit onderzoek is het groepsrisico berekend na realisering van De Monarch voor twee situaties: voor en na het besluit van de raad tot instellen van vernstertijden en het invoeren van een 'gesloten verklaring' op de Utrechtsebaan ter hoogte van afslag 3 en Benoordenhoutseweg.
5. Hoogheemraadschap van Delfland
Delfland adviseert om de waterparagraaf aan te vullen ten aanzien van de thema's 'Watertoets algemeen' en 'Voldoende water'
Watertoets algemeen'
Delfland ziet graag een beschrijving van de huishoudkundige situatie: het gebied ligt in het boezemland, het peil is -0,43 NAP. In het plangebied liggen geen waterkeringen
Reactie
Op pagina 43 van het concept-ontwerp (paragraaf 4.9.2) is een beschijving van de waterhuishoudkundige situatie opgenomen, waarin onder andere bovenstaande zaken worden benoemd.
'Voldoende water'
Uit de recente 'Doorstroomstudie Den Haag' blijkt dat bij hevige piekbuien het water niet voldoende snel door het stedelijk gebied naar de gemalen kan stromen waardoor op meerdere plaatsen in Den Haag hoge waterstanden voorkomen en het water met hoge snelheid door de grachten stroomt. Meer water vasthouden en/of bergen in het boezemgebied draagt bij aan het beperken van de hoge waterstanden en de kan op overlast. Indien op deze locatie water kan worden vastgehouden en/of geborgen draagt dat bij aan vermindering van deze knelpunten
Enkele mogelijkheden hiervoor zijn:
Reactie
Conform het verzoek van Delfland wordt de waterparagraaf aangevuld.
13. N.V. Nederlandse Gasunie
Op grond van toetsing aan het huidige externe veiligheidsbeleid van het Ministerie van I&M komt de Nederlandse Gasunie tot de conclusie dat het plangebied buiten de 1% letaliteitgrens van onze dichtst bij gelegen leiding valt. Daarmee staat vast dat deze leiding geen invloed heeft op de verdere planontwikkeling.
Reactie
Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen