Rivierenbuurt (Maasstraat e.o).

4.4 Bodem

Het plangebied is gelegen in de Rivierenbuurt (noord) van de wijk Stationsbuurt. De ontwikkeling van de Stationsbuurt gaat terug tot de17e eeuw, pas in het begin van de 20e eeuw is de ontwikkeling van de Rivierenbuurt op gang gekomen. Het plangebied wordt begrensd door de Maasstraat, Scheldestraat, Lekstraat en Amstelstraat. Een deel van het woonblok tussen de Amstelstraat en Waalstraat, gelegen op de hoek van de Amstelstraat en de Maasstraat, valt buiten het plangebied.

Op en in de direct omgeving van het plangebied hebben bedrijven met bodembedreigende activiteiten hun vestiging (gehad). Het gaat hierbij om een taxibedrijf, een fietsen-, bromfietsen- en motorenreparatiebedrijf, een werkplaats, een auto- en motorfietsenreparatiebedrijf, een fotoatelier, een brandstoffenhandel, een drukkerij, benzinestations en moffelinrichtingen. Er zijn geen (voormalige) ondergrondse olietanks bekend.

In en in de directe omgeving van het plangebied zijn bodemonderzoeken uitgevoerd in verband met aangetroffen verontreinigingen, herinrichting en/of bouwplannen. Er is sprake van twee separate gevallen van ernstige bodemverontreiniging. Hiervan is sprake bij een gemiddelde overschrijding van de interventiewaarde in meer dan 25 m3 vaste bodem en/of 100 m3 grondwater (bodemvolume). Eén geval, met zware metalen, bevindt zich ter plaatse van de voormalige tuinen van de IJsselstraat 4-52 en Waalstraat 3-51. Het tweede geval, met zware metalen en PAK, bevindt zich ter plaatse van de Maasstraat 96 t/m 218 (even), Scheldestraat 148 t/m 166 (even) en Lekstraat 159 en 131. Uit de onderzoeken blijkt dat sprake was van ernstige bodemverontreiniging met zware metalen (voornamelijk koper, lood en zink) en PAK.

De voormalige tuinen aan de IJsselstraat en Waalstraat zijn reeds gesaneerd. Ter plaatse van het andere geval van ernstige bodemverontreiniging heeft een deelsanering plaatsgevonden. De sanering zal worden afgerond wanneer het restant van de locatie vrijkomt en er gesloopt kan worden. De sanering behelst het isoleren van de verontreinigingen, de maatregelen zijn gebaseerd op het gemeentelijke bodemsaneringsbeleid. De isolatie is aangebracht om in de toekomst contact met en/of verspreiding van de verontreiniging(en) tegen te gaan. De isolatiemaatregelen dienen in de toekomst in stand gehouden te worden.

De functie van (een deel van) de locatie (met in dit geval het toekomstig gebruik: wonen met tuin, parkeren en verharding) kan in de toekomst niet zonder voorafgaande toestemming van het bevoegd gezag Wbb worden gewijzigd. Een wijziging van de functie kan noodzakelijkerwijs leiden tot het nemen van aanvullende saneringsmaatregelen op kosten van de initiatiefnemer van de wijziging.

Uit de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Den Haag blijkt dat de grond (0-2,0 m-maaiveld) in het plangebied gemiddeld matig verontreinigd is met lood, zink en PAK (teerachtige stoffen) en licht verontreinigd met cadmium, koper en kwik. Het gebied kan derhalve geheel als verdacht worden aangemerkt. In het gebied is geen grondverzet mogelijk op basis van de bodemkwaliteitskaart.